Download Print deze pagina

Sharp MXM316N Bedieningshandleiding pagina 614

Advertenties

EIGENSCHAPPEN VAN OPGESLAGEN BESTANDEN
BESTANDSEIGENSCHAPPEN
U kunt een beveiligingsinstelling selecteren voor bestanden die zijn opgeslagen met de functie documentarchivering. Hiermee voorkomt u dat een
bestand wordt verplaatst, of handmatig of automatisch wordt verwijderd.
Er zijn drie eigenschappen beschikbaar voor opgeslagen bestanden: [Delen], [Beveiligen] en [Vertrouwelijk]. Wanneer het bestand is opgeslagen
met de eigenschap [Delen], is het niet beveiligd. Wanneer het bestand is opgeslagen met de eigenschap [Beveiligen] of [Vertrouwelijk], is het
beveiligd.
Bestanden die zijn opgeslagen in de Snelmap, zijn allemaal opgeslagen als [Delen]-bestanden. Wanneer u een bestand is opgeslagen in de
hoofdmap of een aangepaste map, kunt u [Delen] of [Vertrouwelijk] selecteren.
Een [Delen]-bestand kunt u wijzigen in een [Beveiligen]- of [Vertrouwelijk]-bestand met behulp van [Eigensch. Wijzigen] in de
Delen
Taakinstellingen.
Met "Beveiligen" voorkomt u dat een bestand verplaatst of gewist wordt. U kunt geen wachtwoord instellen. Het pictogram
Beveiligen
verschijnt naast het moduspictogram in de bestandstoets van een beveiligd bestand.
Om een vertrouwelijk bestand te beschermen, wordt een wachtwoord ingesteld. (U moet het wachtwoord invoeren om het bestand op
Vertrouwelijk
te roepen.) Het pictogram
DE EIGENSCHAP WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand heeft geselecteerd.
EEN BESTAND SELECTEREN
Taakinstellingen
file-01
Selecteer de taak.
1
Afdrukken
Verzenden
Verplaatsen
Wissen
Taakinstellingen / Eigensch. Wijzigen
file-01
2
Delen
Beveiligen
verschijnt naast het moduspictogram in de bestandstoets van een vertrouwelijk bestand.
(pagina 6-29)
Annuleren
Name 1
A4
Meerkl.
Eigensch.
Beeldcontrole
Wijzigen
Details
(1)
(2)
Annuleren
OK
Name 1
A4
Meerkl.
Vertrouwelijk
Wachtwoord
Druk op de toets [Eigensch. Wijzigen].
Selecteer de eigenschap.
(1)
Druk op de toets voor het gewenste eigenschap.
Nadat u op de toets [Vertrouwelijk] hebt gedrukt, kunt u de toets
[Wachtwoord] indrukken.
Druk op de toets [Wachtwoord], voer een wachtwoord in (5 tot 8 cijfers)
met de cijfertoetsen en druk op [OK].
(2)
Tik op de toets [OK].
6-39
DOCUMENTARCHIVERING
Inhoudsopgave

Advertenties

loading