ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
LET OP
• De "2 sec" instelling voor de zelfontspanner is het
beste voor het opnemen met een langzame
sluitersnelheid omdat het helpt bij het voorkomen
van vlekkerige beelden doordat de camera wordt
bewogen.
• De volgende functies zijn niet beschikbaar voor
gebruik in combinatie met de zelfontspanner:
Normale doorlopende sluiterfunctie, korte filmfunctie,
voorafgaande filmfunctie.
• De volgende functies zijn niet beschikbaar voor
gebruik samen met de drievoudige zelfontspanner:
Business Shot, ID foto, filmfunctie, korte filmfunctie,
voorafgaande filmfunctie, MOVIE BEST SHOT
functie
Specificeren van de beeldgrootte
"Beeldgrootte" is de grootte van het beeld uitgedrukt als het
aantal verticale en horizontale beeldpunten. Een
"beeldpunt" is één van de vele kleine puntjes die samen het
beeld vormen. Meer beeldpunten geven meer details
wanneer een beeld wordt afgedrukt maar een groter aantal
beeldpunten is er ook de oorzaak van dat het beeldbestand
groter is en meer geheugen in beslag neemt. U kunt een
beeldgrootte selecteren die voldoet aan uw behoefte voor
een gedetailleerder beeld of een kleiner bestandformaat.
• Merk dat deze instelling enkel van toepassing is voor
foto's. Zie pagina 104 voor informatie aangaande het
formaat van het filmbeeld.
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op [MENU].
2.
Gebruik [ ] en [ ] om de "Quality" (kwaliteit)
tab te selecteren.
3.
Gebruik [ ] en [ ] om "Size" (afmetingen) te
selecteren en druk vervolgens op [ ].
4.
Gebruik [ ] en [ ] om de gewenste instelling
te selecteren en druk vervolgens op [SET].
• Bij het selecteren van de beeldgrootte (het
beeldformaat), zullen de beeldgroottewaarde (aantal
beeldpunten) en het corresponderende
afdrukformaat beurtelings worden weergegeven. Het
afdrukformaat geeft het optimale papierformaat aan
waarop u een beeld kunt afdrukken voor het door u
geselecteerde beeldformaat.
71