Inhoudsopgave
Advertenties
APPENDIX
Symptoom
Het onderwerp is niet
scherp bij het opgenomen
beeld.
De flitser flitst niet.
De camera schakelt
zichzelf langzaam uit
tijdens het aftellen van de
zelfontspanner.
Het beeld op het
beeldscherm is niet scherp.
Mogelijke oorzaak
Er was niet scherpgesteld op het beeld.
1) "
" (flitser uit) is geselecteerd als de
flitsfunctie.
2) De accu is leeg.
3) Een filmfunctie (filmfunctie, korte filmfunctie,
voorafgaande filmfunctie, MOVIE BEST SHOT
functie) is ingeschakeld bij de camera.
4) Een scène die "
" (flitser uit) selecteert als de
flitsfunctie is geselecteerd bij de BEST SHOT
functie.
De accu is leeg.
1) U gebruikt de handmatige scherpstelfunctie en
u heeft niet scherpgesteld op het beeld.
2) U probeert de macrofunctie (
tijdens het opnemen van een landschap of
tijdens het maken van een portret.
3) U probeert autofocus of de oneindig-functie
(
) te gebruiken bij het opnemen van een
close-up shot.
Bij het maken van de compositie van het beeld
dient u er op te letten dat.
1) Selecteer een andere flitserfunctie (pagina 64).
2) Laad de accu op (pagina 34).
3) Selecteer een andere opnamefunctie (pagina
52).
4) Selecteer een andere flitserfunctie (pagina 64)
of een andere BEST SHOT scène (pagina 93).
Vervang de accu (pagina 34).
1) Stel scherp op het beeld (pagina 81).
) te gebruiken
2) Gebruik autofocus voor het opnemen van
landschappen en voor het maken van
portretten.
3) Gebruik de macrofunctie (
238
Handeling
) voor close-ups.
Advertenties
Inhoudsopgave
