AFDRUKKEN VAN BEELDEN
6.
Schakel de printer in.
7.
Leg papier in de printer voor het afdrukken
van beelden.
8.
Druk op de [USB] toets
van de USB slede.
• Dit toont het afdrukmenu
op het beeldscherm van
de camera.
9.
Selecteer "Paper Size" (papierformaat) m.b.v.
[ ] en [ ] en druk op [ ].
10 .
Selecteer het papierformaat dat u wilt
gebruiken om af te drukken m.b.v. [ ] en [ ]
en druk op [SET].
• Hieronder volgen de afdrukformaten die beschikbaar
zijn.
3.5˝ × 5˝
5˝ × 7˝
4˝ × 6˝
A4
8.5˝ × 11˝
By Printer (door de printer)
• Door selecteren van "By Printer" (door de printer)
wordt afgedrukt op het papierformaat dat op de
printer wordt geselecteerd.
• Welke papierformaatinstellingen beschikbaar zijn
hangt af van de aangesloten printer. Zie de
gebruiksaanwijzing die met de printer wordt mee
geleverd voor volledige details.
11 .
Specificeer de
gewenste
afdrukmogelijkheid
m.b.v. [ ] , [ ].
• Om een enkel beeld af
te drukken: Selecteer
"1 Image" (1 beeld) en
druk daarna op [SET]. Selecteer vervolgens het
beeld dat u wilt afdrukken m.b.v. [ ] en [ ].
• Om meerdere of alle beelden af te drukken:
Selecteer "DPOF Printing" (DPOF afdrukken) en
druk daarna op [SET]. Door deze optie te selecteren
worden alle beelden afgedrukt die geselecteerd zijn
met de DPOF instellingen. Zie pagina 185 voor meer
informatie.
• U kunt datumafstempeling (time stamp) van het
beeld in- en uitschakelen door op [DISP] te drukken.
De
icoon geeft aan dat datumafstempeling
12 12
1
ingeschakeld is.
190
B