ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Dit hoofdstuk beschrijft de basisprocedure voor het
opnemen van een beeld.
Opnemen van een beeld
Specificeren van de opnamefunctie
Uw CASIO digitale camera heeft acht opnamefuncties die
hieronder elk aan bod komen. Gebruik voordat u een beeld
opneemt de functiedraairegelaar om de opnamefunctie te
selecteren die past bij het type beeld dat u probeert op te
nemen.
Functiedraairegelaar
Snapshotfunctie
BEST SHOT functie
Handmatige belichting
Spraakopnamefunctie
Voorafgaande filmfunctie
Korte filmfunctie
MOVIE BEST SHOT functie
Fimfunctie
•
(Snapshot Mode = snapshotfunctie)
Neem stilbeelden op met deze functie. Dit is de functie die
u gewoonlijk zult gebruiken voor het opnemen van beelden.
•
(BEST SHOT Mode = beste shotfunctie)
Deze functie maakt het maken van de basisinstelling van
de camera net zo gemakkelijk als het selecteren van het
van toepassing zijnde voorbeelddecor. Selecteer één van
de BEST SHOT decors en de camera zal zichzelf dan
automatisch configureren met de instelling voor dat decor
(pagina 93).
•
(handmatige belichtingsfunctie)
Met deze functie heeft u volledige vrijheid in het instellen
van de lensopening en de sluitersnelheid (pagina 87).
•
(Voice Recording Mode = spraakopnamefunctie)
Om alleen geluid op te nemen gebruikt u deze functie
(pagina 115).
•
(voorafgaande filmfunctie)
Bij indrukken van de sluitertoets wordt het opnemen vijf
seconden eerder gestart dan toen u de toets indrukte.
Gebruik deze functie wanneer u er zeker van wilt zijn dat
u snelle actie niet mist (pagina 108).
•
(korte filmfunctie)
Telkens bij indrukken van de sluitertoets tijdens deze
functie wordt een korte film opgenomen die begint
voordat de toets in wordt gedrukt en eindigt nadat de
toets ingedrukt is (pagina 106).
52