VOORBEREIDINGEN
Inhoud van het beeldscherm
Het beeldscherm houdt u via verschillende indicatoren en iconen op de hoogte van de status van uw camera.
• Merk op dat de voorbeeldschermen in dit hoofdstuk enkel dienen ter illustratie. Ze komen niet precies overeen met de inhoud
van het scherm dat geproduceerd wordt door de camera.
Opnamefuncties (REC)
I Indicators op het scherm
2
3
4
5 6
7
1
E
D
C
1
Flitserfunctie indicator
(pagina 64)
8
Geen
Automatisch
Flitser uit
Flitser aan
9
Vermindering van het
0
rode ogen effect
• Als de camera signaleert dat
A
de flitser gebruikt moet
worden terwijl automatisch
B
flitsen geselecteerd is,
verschijnt de flitser aan
indicator wanneer de
sluitertoets halverwege wordt
ingedrukt.
2
Scherpstelfunctie
indicator (pagina 74)
Geen
Autofocus
Macro
Panfocus
Oneindig
Handmatig sherpstellen
•
verschijnt enkel tijdens
het opnemen van films.
3
Witbalansindicator
(pagina 84)
Geen
Automatisch
Daglicht
Bewolkt
Schaduw
TL-verlichting 1
1
TL-verlichting 2
2
Gloeilamp
Handmatig
4
Doorlopende
sluiterfuncties
(pagina 89)
Enkele opname
Normale doorlopende
sluiter
Doorlopende sluiter
Z
met zoom
Meervoudige
doorlopende sluiter
26
5
Zelfontspanner
(pagina 69)
Geen
1-beeld
Zelfontspanner 10 sec.
s
10
Zelfontspanner 2 sec.
s
2
Drievoudige
x
3
zelfontspanner
6
Opnamefuncties (REC)
(pagina 52)
Snapshot
BEST SHOT
Handmatige belichting
Film
MOVIE BEST SHOT
functie
Korte filmfunctie
Voorafgaande
filmfunctie
Audio snapshot
Spraakopname