9 Gevaar
Op de passagiersstoel mogen uit‐
sluitend Opel-kinderveiligheids‐
systemen met transponders wor‐
den gemonteerd. Bij gebruik van
systemen zonder transponders
bestaat levensgevaar.
Controlelamp 3 100.
Let op
Personen lichter dan 35 kg alleen
achterin vervoeren.
Geen zware voorwerpen op de pas‐
sagiersstoel leggen. Anders gaat de
stoelbezettingsherkenning er ten
onrechte van uit dat de stoel bezet is
en worden de airbags aan de pas‐
sagierskant niet gedeactiveerd.
Geen stoelhoezen of extra kussens
op de passagiersstoel gebruiken.
Let op
Bij de Astra TwinTop kunnen er sto‐
ringen optreden in de ontvangst van
bepaalde frequenties op de midden‐
golf, als het dak openstaat en de
passagiersstoel voorin niet bezet is.
Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel-kinderveilig‐
heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐
ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.
Juiste systeem selecteren
De achterbank is de beste plaats om
een kinderzitje vast te maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐
gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de
nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.
Kinderen tot een leeftijd van 12 jaar
en met een lichaamslengte tot
150 cm mogen uitsluitend in een ge‐
Stoelen, veiligheidssystemen
schikt kinderveiligheidssysteem ver‐
voerd worden. Geschikt zijn veilig‐
heidssystemen die voldoen aan
ECE 44-03 of ECE 44-04. Aangezien
het voor kinderen met een lichaams‐
lengte tot 150 cm zelden mogelijk is
de gordel correct te dragen, bevelen
wij het gebruik van een geschikt kin‐
derveiligheidssysteem sterk aan, ook
wanneer dit op basis van de leeftijd
van het kind niet meer wettelijk ver‐
plicht is.
Het kinderveiligheidssysteem dat
u gaat monteren, moet geschikt zijn
voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐
den gemonteerd.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
63