Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

156
Rijden en bediening

Cruisecontrol

Cruise control
De cruise control kan snelheden van
ca. 30 tot 200 km/u opslaan en aan‐
houden. Bij het op- en afrijden van
hellingen zijn afwijkingen van de op‐
geslagen snelheid mogelijk.
Om veiligheidsredenen kan de cruise
control pas worden ingeschakeld na‐
dat het rempedaal eenmaal werd be‐
diend.
De cruise control niet inschakelen
wanneer het aanhouden van een
constante snelheid onverstandig is.
Bij de automatische versnellingsbak
en de geautomatiseerde versnel‐
lingsbak de cruise control alleen in de
automatische modus inschakelen.
Controlelamp m 3 106.
Inschakelen
Toets m aantippen: de actuele snel‐
heid wordt opgeslagen en aangehou‐
den.
Het is mogelijk te versnellen door gas
te geven. Na het loslaten van het gas‐
pedaal wordt opnieuw de opgeslagen
snelheid aangehouden.
De snelheid wordt opgeslagen totdat
het contact wordt uitgeschakeld.
Om bij een snelheid boven 30 km/u
de opgeslagen snelheid te hervatten,
toets g aantippen.
Versnellen
Bij ingeschakelde cruise control toets
m indrukken of meermaals aantip‐
pen: de snelheid wordt traploos of in
kleine stapjes verhoogd.
Na het loslaten van toets m wordt de
actuele snelheid opgeslagen en aan‐
gehouden.
Vertragen
Bij ingeschakelde cruise control toets
g indrukken of meermaals aantippen:
snelheid wordt traploos of in kleine
stapjes verlaagd.
Na het loslaten van toets g wordt de
actuele snelheid opgeslagen en aan‐
gehouden.
Uitschakelen
Toets § aantippen: cruise control
wordt uitgeschakeld.
Automatisch uitschakelen:
■ de rijsnelheid is minder dan ca.
30 km/u
■ als het rempedaal wordt bediend,
■ als het koppelingspedaal wordt be‐
diend,
■ keuzehendel in stand N.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave