Inschakelen met de
afstandsbediening
Binnen 15 seconden p tweemaal in‐
drukken.
Inschakelen met de
elektronische sleutel
Binnen 15 seconden het sensorveld
in de porthandgreep van een van de
voorportieren tweemaal aanraken.
De elektronische sleutel moet zich
buiten de auto bevinden, binnen een
straal van ongeveer 1 meter.
Diefstalalarmsysteem
Het diefstalalarmsysteem vormt één
geheel met de diefstalbeveiliging en
wordt als zodanig bediend.
Sleutels, portieren en ruiten
Het bewaakt:
■ Portieren, achterklep, motorkap,
■ Passagiersruimte,
■ Hellingshoek van de auto, bijv. bij
het wegslepen,
■ Contactslot.
Bij het ontgrendelen van de auto wor‐
den beide systemen tegelijk uitge‐
schakeld.
Let op
Wijzigingen in het interieur van de
auto, bijvoorbeeld het aanbrengen
van stoelbekledingen, zijn mogelijk
van invloed op de bewaking van de
passagiersruimte.
31