212
Verzorging van de auto
Motorruimte
De vlakken in de motorruimte die in
dezelfde kleur zijn gespoten als de
auto op dezelfde wijze onderhouden
als alle andere gelakte vlakken.
Motorruimte bij voorkeur vóór en ná
de winter schoonspuiten en met was
conserveren. Vóór het schoonspuiten
van de motor de dynamo en het rem‐
vloeistofreservoir met kunststof folie
afdekken.
Bij het schoonspuiten van de motor
met een stoomreiniger, de stoom‐
straal niet op de onderdelen van het
antiblokkeersysteem, het airconditi‐
oningssysteem en de riemaandrijving
met de daarbij behorende richten.
Na het schoonspuiten van de motor
alle onderdelen in de motorruimte
grondig door een werkplaats laten
conserveren met beschermende
was.
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
TwinTop
Alle afdichtingen met een vochtige,
pluisvrije doek reinigen. Volledig laten
drogen. Alle afdichtingen, bijv. die op
het dak- en het voorruitframe, van tijd
tot tijd met de speciale verzorgingsset
(verkrijgbaar bij uw Service Partner)
behandelen. Een goed contact tus‐
sen de fijne rubberlipjes en de afdicht‐
vlakken voorkomt lekkage en beperkt
de klemkracht.
Tussenliggende stand hardtop voor
reinigingsdoeleinden 3 42.
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Trekhaak
Kogelstang niet met een stoom- of
hogedrukreiniger reinigen.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met zui‐
ver water en een zachte doek. Ge‐
bruik speciaal reinigingsmiddel voor
leder in geval van ernstige vervuiling.
Glas van instrumentenpaneel alleen
met een vochtige doek reinigen.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met
een bekledingreiniger verwijderen.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.
Voorzichtig
Eventuele klittenbandsluitingen
aan kleding dichtmaken aange‐
zien losse klittenbandsluitingen de
stoelbekleding kunnen beschadi‐
gen.