bediend nadat het akoestische sig‐
naal klinkt, worden de portierruiten
gesloten.
Openen met afstandsbediening
Auto ontgrendelen terwijl deze stil‐
staat. De knop q opnieuw indrukken
en vasthouden totdat het dak volledig
geopend en het kofferdeksel gesloten
is.
Tijdens bediening met de afstands‐
bediening worden de portierruiten ge‐
heel geopend.
Sluiten
De knop < op de plafondconsole
ingedrukt houden totdat dak en kof‐
ferdeksel volledig gesloten zijn.
Aan het eind van de sluitingsproce‐
dure klinkt een akoestisch signaal.
Voordat het dak wordt gesloten ko‐
men de portierruiten een stukje om‐
laag. Als de knop < opnieuw wordt
bediend nadat het akoestische sig‐
naal klinkt, worden de portierruiten
gesloten.
Sleutels, portieren en ruiten
Sluiten met afstandsbediening
Auto vergrendelen terwijl deze stil‐
staat. De knop p nogmaals indruk‐
ken en vasthouden totdat dak en kof‐
ferdeksel volledig gesloten zijn.
Let op
■ De bagageklep niet openen totdat
het akoestische signaal klinkt dat
aangeeft dat het dak volledig ge‐
opend of gesloten is.
■ De bagagerolhoes altijd gesloten
houden tijdens bediening van het
dak.
43