9. Wielsleutel aanbrengen, let er
hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielbouten kruislings aan‐
halen. Het aanhaalmoment be‐
draagt 110 Nm.
10. Wieldop voor het aanbrengen zo
verdraaien dat de ventielopening
over het bandventiel valt.
Wielmoerdoppen aanbrengen.
11. Het vervangen wiel 3 200 en het
boordgereedschap 3 193 opber‐
gen.
12. Bandenspanning alsmede het
aanhaalmoment van de wielbou‐
ten van het gemonteerde wiel zo
spoedig mogelijk controleren.
Defecte band laten vervangen of re‐
pareren.
Reservewiel
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset.
Het reservewiel kan afhankelijk van
de uitvoering en de landelijke bepa‐
lingen ook als compact reservewiel
(thuiskomer) worden aangemerkt.
Het reservewiel heeft een stalen velg.
Is het gemonteerde reservewiel klei‐
ner dan de andere wielen of wordt het
gebruik in combinatie met winterban‐
den, dan kunnen de rijeigenschappen
negatief worden beïnvloed. Defecte
band zo spoedig mogelijk laten ver‐
vangen.
Het reservewiel ligt in de bagage‐
ruimte onder de vloerafdekplaat. Het
wordt in de kuip vastgezet met een
vleugelmoer.
De reservewielkuip is niet ontworpen
voor alle toegestane bandenmaten.
Als na het verwisselen van een wiel
Verzorging van de auto
een breder wiel dan de reserveband
in de reservewielkuip wordt gelegd,
dan kan de vloerafdekplaat op het uit‐
stekende wiel rusten.
Hiermee rekening houden bij het la‐
den van de bagageruimte, met name
bij de Astra TwinTop 3 42.
Stationwagon
Adapter en haken verwijderen uit de
rails op de wanden van de bagage‐
ruimte. Achterste sjorogen opklappen
en de vloerafdekplaat verticaal zetten
zodat deze tegen de hemelbekleding
steunt. Bij het sluiten de sjorogen
205