Oven inbouwen
Gebruik de oven alleen wanneer de-
ze is ingebouwd. Alleen dan is veilig
gebruik gegarandeerd.
Voor een correcte werking van de
oven moet voldoende koellucht wor-
den aangevoerd. Andere warmte-
bronnen (zoals een open haard) mo-
gen de benodigde koellucht niet te
veel verwarmen.
Let bij de inbouw beslist op het vol-
gende:
De tussenbodem waarop de oven
wordt geplaatst, mag niet op de
wand aansluiten.
Monteer geen warmtewerende lijsten
aan de zijwanden van de keuken-
kast.
Sluit de oven op het net aan.
Gebruik voor het dragen de grepen
aan de zijkant van de oven. Het is zin-
vol om voor de inbouw de deur en de
accessoires te verwijderen. De oven is
dan lichter als u deze in de inbouw-
kast schuift.
Als u de deur wilt verwijderen, maakt
u de deur boven in het midden met
de bijgeleverde spatel open of u trekt
met beide handen aan de zijkanten
van de deur, totdat de deur opengaat.
Verwijder de deur (zie "Reiniging en
onderhoud", paragraaf "Deur verwij-
deren") en haal de accessoires uit de
oven.
Schuif de oven in de keukenkast en
stel de oven af.
Sluit het apparaat weer op de net-
spanning aan.
Druk op de sensortoets om de
deur te openen, als u deze niet had
verwijderd.
Bevestig het apparaat met de bijgele-
verde schroeven aan de zijwanden
van de kast.
Plaats zo nodig de deur weer terug
(zie "Reiniging en onderhoud", para-
graaf "Deur inbouwen").
Installatie
117