- Optioneel zijn verlengde poten (van 100 tot 300 mm) of verstelbare poten beschikbaar.
- Het apparaat moet perfect horizontaal uitgelijnd zijn (zie schema § 6.3 Assemblage van de units).
- De oppervlakte van de vloer of van de constructie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het apparaat te dragen.
- Voor een buiteninstallatie in de open lucht moet de machine verplicht zijn voorzien van de dakoptie. Controleer of deze
optie aanwezig is.
- Rondom en boven het apparaat moet voldoende ruimte vrij zijn om service- en onderhoudswerkzaamheden te kunnen
verrichten (zie opstellingstekening bij het apparaat geleverd). Houd rekening met de ruimte die nodig is de deuren te
kunnen openen.
- Zorg voor een vrije ruimte die gelijk is aan de totale diepte van de machine aan de kant van de aansluitingen om onderdelen
te kunnen uitbouwen. Zie de maatschets.
- Bij normale gebruiksomstandigheden, is het niet nodig de machine aan de vloer vast te zetten.
- In geval van een buiteninstallatie moet u het apparaat verplicht aan de grond bevestigen (in verband met de wind).
Overeenkomstig de op de plaats van de opslag en de installatie geldende voorschriften, moeten voorzorgen worden getroffen,
met name bij plaatsing op een dak, om de goede stabiliteit van het apparaat te garanderen (harde wind, aardbeving, enz.)
die een bevestiging aan de vloer of aan het steunframe noodzakelijk kunnen maken.
- Bij een binneninstallatie moet de ruimte conform zijn aan op de installatieplaats geldende regelgeving. Met name, als de
machine is voorzien van een thermodynamisch systeem, dan moet de ruimte conform zijn aan de norm EN 378-3 of aan
de andere specificaties van de installatieplaats (buiten de EU).
- Geen enkele aansluiting mag een mechanische kracht uitoefenen op de lbk.
- Rechtstreeks op het apparaat aangesloten vloeistofleidingen en ventilatiekanalen moeten worden vastgehouden met
steunen vlakbij de aansluiting op de machine (Fig. 1).
- De kits van de waterinregelventielen moeten worden ondersteund vlakbij de aansluiting op de machine (Fig. 2)
- Aansluitingen mogen het openen van deuren, luiken en schuiven van de machine niet belemmeren.
Bij dubbele flux machines moet worden voorkomen dat er directe recirculatie kan optreden tussen de uitblaas- en de
aanzuigopeningen.
Bij een installatie in zeer stoffige of pollenrijke omgevingen, adviseren wij een systeem van voorfilters in de toevoer van verse
lucht .
Door aanvriezende mist kunnen de filters van de verse luchtinnames snel verstoppen. Zorg voor een luchtvoorverwarmingssysteem
(beschikbare optie) bij temperaturen tussen ongeveer +3 °C en -3 °C.
Voor machines met een gasverwarmer (type GGS of Make-Up) moet het gas worden aangesloten door een gekwalificeerde
technicus volgens de op de installatieplaats geldende regelgeving.
Geluidsniveau
Onze apparaten zijn specifiek ontworpen voor een geluidsarme werking.
Toch moet u vanaf het begin van de installatie rekening houden met de omgeving buiten, met het uitgestraalde lawaai en het
type gebouw voor het doorgegeven geluid via de lucht en door contact (trillingen).
Om trillingsoverdracht door vaste verbindingen zoveel mogelijk tegen te gaan adviseren wij trillingdempers tussen de steun
en het frame van de machine (zie schema hierna), flexibele moffen voor de vloeistofleidingen en flexibele manchetten op de
luchtkanalen aan te brengen.
2
1
Soepele manchet
NL - 7
NL
Steun