7.5.1.2 Aansluiting van meerdere ventilatoren in een kast buiten de luchtstroom
Verdeelkast:
- De verdeelkast wordt gebruikt bij een montage van ten minste 2 EC-ventilatoren.
- Voor de bekabeling raadpleegt u het schema aan de binnenkant van de kast.
- Er zijn twee types besturing mogelijk:
Montage: Modbus-print of 0/10 V
1: Vermogensverdelers
2: Aardingsklemmen
3: Scheidingsschakelaar
4: Modbus-print of 0/10 V
7.5.2 Ventilator AC-motoren (plug fan en ventilatorhuis)
Elektrische aansluiting:
- A - Machine zonder frequentieregelaar en zonder werkschakelaar
Aansluiting rechtstreeks op de klemmendoos van de motor(en).
Europa: Overeenkomstig verordening 1253/2014 met betrekking tot de toepassing van richtlijn 2009/125/EG, mag een
asynchrone motor niet gebruikt worden zonder toerenregelaar.
- Verwijder het deksel van het huis van de motor om de aansluiting te maken.
- Plaats en sluit de kabels aan volgens de regels van de kunst.
- Plaat voor de Inbedrijfstelling het deksel correct terug op het huis van de motor.
Aansluiting van de elektromotor
De aansluiting moet worden uitgevoerd door een bevoegd persoon en volgens de schema's hierna, conform de bij de motoren
gevoegde schema's.
Let op: de motoren hebben een thermische beveiligingssensor die altijd moet worden aangesloten.
Controleer de voedingsspanning, de opgenomen stroomsterkte en de sterkte van de zekeringen.
Voor motoren met een vermogen van 5,5 kW of meer, adviseren wij een start Y/∆ om de aanloopstroom (Id/In) te begrenzen
en de slijtage van de aandrijving te beperken.
Motor voor twee spanningen met Y,∆-schakeling (6 aansluitingen):
Motor 230/400 V
- Voedingsspanning 230 V, aansluiting (∆): schema A
- Voedingsspanning 400 V, aansluiting (Y): schema B
Motor 400/700 V
- Voedingsspanning 400 V, aansluiting (∆): schema A
- Voedingsspanning 700 V (voor P≥5,5 kW), aansluiting (Y): schema B.
B
1
A
W2
W1
L3
V2
B
L1
U1
V1
W1
U2
V2
W2
W2
W1
L3
NL - 16
1
2
3
L1
W2
U2
U1
U1
V1
U2
V1
L1
L2
L2
U1
W2
U2
U2
U1
V1
V1
V2
L2
L1
L2
4
V2
W1
L3
V2
W1
L3