5.5 Aangrijpingspunten voor het transport
Voor het verplaatsen van deze apparaten moet u harpsluitingen gebruiken.
Deze hijsbeugels dienen voor het naar elkaar trekken van de units, na demontage worden zij niet meer gebruikt.
5.6 Opslag
Laat de originele verpakking op zijn plaats zitten.
Verwijder de beschermdoppen niet voor het aansluiten.
De vloer van de opslagruimte moet effen zijn.
Bescherm de machine en zijn toebehoren tegen stoten en schokken.
Sla de units in hun verpakking op in een droge ruimte en beschut tegen weer en wind.
De ruimtetemperatuur moet liggen tussen -10 °C en 50
°C.
Om centrales die uit meerdere units bestaan gemakkelijker
te
kunnen
monteren,
elementen ervan worden gegroepeerd. Raadpleeg de
plaatsingsschema's en de markeringsstickers op elke unit
(zie hiernaast).
: Nummer van de ontvangstbevestiging.
Markering van de units.
A1, A2, ....A9: centrale bestaande uit meerdere units.
Een eventuele tweede centrale heeft de nummers B1, B2....
en B9.
De nummers 1, 2, 3 geven niet per se de assemblagevolgorde
aan (raadpleeg het plaatsingsschema).
: Intern fabricagevolgnummer = Serienummer, te vermelden
in elke correspondentie.
: Interne omschrijving.
: Naam van de klant.
: Interne controle voor expeditie/verzending.
: Klantreferentie.
: Massa van de betreffende unit.
: Fabricagejaar van de unit.
: Naam en adres van de fabrikant.
6 - INSTALLATIE
6.1 Waarschuwing
De installatie van de uitrustingen moet worden uitgevoerd conform de op de installatieplaats geldende regelgeving.
Let op!
Houd u aan de veiligheidsinstructies (zie § 2 - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
6.2 Keuze van de opstellingsplaats
Voordat het apparaat wordt geplaatst en aangesloten, moet de installateur de volgende punten controleren:
- De bestendigheid van het apparaat tegen aardbevingen is niet geverifieerd.
- Deze machines kunnen rechtstreeks op een horizontale en gladde vloer worden geplaatst. Deze moet zo vlak mogelijk
zijn, in de orde van grootte van een op duizend.
-
Houd voor een buiteninstallatie rekening met de geldende regelgeving en de klimatologische omstandigheden op de
installatieplaats (sneeuwrisico, hoogte boven de grond, windrisico, enz.).
- De gekozen plaats mag niet onder water kunnen lopen.
- Plaats het apparaat hoog genoeg zodat de werking van de machine niet belemmerd kan worden door sneeuwophopingen.
- Houd rekening met de vereiste hoogte van de sifon, de helling en de lengte van de verzamelleiding van de
condenswaterafvoer.
moeten
de
verschillende
75
60
Ø 12.5
47
28
L
L
ORDER NUMBER
00001003
1
OF02376570
3
DESIGNATION:
4
5
CUSTOMER:
7
REFERENCE:
MASS
8
10
NL - 6
Ø 35
BLOCK
A1
Packing conformity
YEAR OF MANUFACTURE
2016
2
6
9