Direct opstarten is mogelijk voor motoren tot 5,5 kW.
Zorg voor een ster-driehoek start of frequentieregelaar voor motoren met een vermogen van meer dan 5,5 kW.
Voor de machines die worden geïnstalleerd in Europa is het installeren van een frequentieregelaar verplicht volgens de
regelgeving (Erp-richtlijn).
Wanneer de frequentieregelaar niet door ons is geleverd, zijn wij niet aansprakelijk in geval van schade aan de motor, aan
de ventilator of aan de machine.
Neem bepaalde voorzorgen in acht, met name:
- Houd u aan de lokale voorschriften en normen op het gebied van de veiligheid,
- Houd u aan de door de lokale voorschriften en normen vereiste EMC-niveaus voor de installatie-omgeving. Voeg indien
nodig een filter toe voor en/of achter de frequentieregelaar,
- Selecteer
de
vermogenskabels
belastingsomstandigheden om de nominale stroom te verwerken die is vermeld op het typeplaatje van de
frequentieregelaar en van de motor. De kabel moet ten minste bestand zijn tegen een temperatuur van 70 °C
in continubedrijf. Gebruik voor de kabel tussen de frequentieregelaar en de motor een afgeschermde kabel
600 V AC, herstel na aansluiting de afscherming over 360° (afscherming type "varkensstaart" verboden). Voeg indien
nodig een filter om lagerstromen op de motor te vermijden,
- Begrens de frequentie om de maximale toerentallen van de verschillende draaiende delen (motor, turbine, enz.) en de
maximum toegelaten debieten en drukken van de verschillende onderdelen van de machine niet te overschrijden,
- Een veiligheidssysteem moet de motoren beschermen bij overbelasting of blokkeren van de ventilatoren,
- Zorg ervoor dat de afsluitkleppensecties open staan voordat de ventilatie wordt toegestaan,
- Zorg voor naventilatie na het uitschakelen van de elektrische batterijen of van het GBS,
- Installeer een controleur voor het minimum luchtdebiet in geval van een elektrische batterij of GBS.
7.6 Filters
Let op!
Houd u aan de veiligheidsinstructies (zie § 2 - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES).
De filterelementen zijn brandbaar, het brandgevaar neemt toe afhankelijk van de door de media gefilterde stoffen. Houd de filters
op afstand van open vuur.
De montage, reiniging of vervanging van de filters kan een allergische reactie en irritatie van de huid, van de luchtwegen en van
de ogen veroorzaken. Bij het werken aan de filters, moet passende persoonlijke beschermingsuitrusting worden gedragen.
Fasen van de aansluiting:
- 1. Reinig alle onderdelen stroomopwaarts van de filters en de luchtkanalensystemen.
- 2. Reinig de draagframes van de filters.
- 3. Let op, de filters kunnen ongemonteerd zijn geleverd in hun verpakking.
- 4. Pak de filters uit.
- 5. Controleer de staat van de filters en van de afdichtingen.
- 6. Monteer de filters in de daarvoor bestemde frames.
- 7. Blokkeer de schuif met de schroeven of zet de haken vast, afhankelijk van de montage.
- 8. Reinig de binnenkant van de filteromkasting. Verwijder het vuil met een stofzuiger en/of reinigingsmiddel
- 9. Controleer of er geen vreemde voorwerpen zijn achtergebleven in de omkasting.
- 10. Installeer de drukverliesmeetinstrumenten als de machine deze optie niet heeft.
Voorzorgen:
- Zorg voor een set van reservefilters en bewaar deze op een schone en droge plaats.
Filters zijn gereglementeerde componenten. Houd u aan de voorschriften, richtlijnen en normen die gelden op de plaats
van de installatie.
7.7 Autonome stoombevochtiger
Dit hoofdstuk behandelt alleen de aansluiting van de stoomverdelers.
Voor de installatie, de hydraulische en elektrische aansluiting van de autonome stoomproductie-unit, volgt u de bij het
apparaat geleverde handleiding van de fabrikant.
7.7.1 Aansluiting afvoer condenswaterbak
Voor de diameters en posities van de verbindingen, raadpleegt u het plaatsingsschema.
Uitgang op voorpaneel onder de verdelers: stalen aansluiting met gasdraad.
Plaats de sifon (Zie § 7.1 ''Sifons condenswaterafvoer'').
7.7.2 Aansluiting van de stoom- en condenswaterslangen
De luchtbehandelingskast worden geleverd met in de machine gemonteerde verdelers.
Deze verdelers, afhankelijk van hun lengte, rusten met hun uiteinden op steunen. Controleer of deze steunen goed op hun
plaats zitten. Als de verdelers naderhand worden toegevoegd in de machine, neem dan contact op met uw dealer die u de
passende steunen kan leveren.
Sluit de verdelers aan op de productie-unit.
in
overeenstemming
met
NL - 18
de
lokale
voorschriften
en
de
maximale