9 - INBEDRIJFSTELLING
9.1 Sifon
De sifon moet worden gevuld bij de inbedrijfstelling of na iedere langdurige stilstand.
Het peil van de sifons moet periodiek worden gecontroleerd. Door een werking zonder condensatie kan het water eruit
verdampen.
9.2 Controles voor de inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel volgens de geldende veiligheidsregels en -normen.
Te controleren punten:
Verwijder:
- De eventuele beschermfolies,
- Alle transportbeveiligingen.
Controleer:
- De gehele omkasting (constructie, profielen, deuren, afdichtingen, handgrepen, panelen),
- De overeenstemming van het apparaat en zijn componenten met de specificaties van de bestelling,
- De aanwezigheid van alle documenten en beveiligingsuitrustingen die volgens de geldende Europese normen vereist zijn,
- De netspanning: deze moet overeenkomen met de spanning van de machine en de waarde ervan moet binnen de
toelaatbare grenzen blijven (+10% tot -10% ten opzichte van de nominale spanning),
- De kalibratie van de thermische beveiligingen ten opzichte van de stroomsterktes van de verschillende onderdelen,
- Het vastzitten van de verbindingen,
- De reinheid binnen de machine: verwijder alles wat niet thuishoort in de machine (papier, verpakkingen, enz.).
Let op dat alle elektrische organen zijn geaard.
9.3 Filters
Let op!
Houd u aan de veiligheidsinstructies (zie § 2 - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES).
De filterelementen zijn brandbaar, het brandgevaar neemt toe afhankelijk van de door de media gefilterde stoffen. Houd de filters
op afstand van open vuur.
De montage, reiniging of vervanging van de filters kan een allergische reactie en irritatie van de huid, van de luchtwegen en van
de ogen veroorzaken. Bij het werken aan de filters, moet passende persoonlijke beschermingsuitrusting worden gedragen.
Fases van de inbedrijfstelling:
- 1. Controleer de staat van de filters en van de afdichtingen (tenzij gemonteerd op kale rails),
- 2. Controleer het mechanisch vastzitten van de filters,
- 3. Reinig alle onderdelen stroomopwaarts van de filters en de luchtkanalensystemen,
- 4. Reinig de draagframes van de filters,
- 5. Controleer de werking van de meetinstrumenten van de drukverliezen,
- 6. Reinig de binnenkant van de filteromkasting. Verwijder het vuil met een stofzuiger en/of reinigingsmiddel,
- 7. Controleer of er geen vreemde voorwerpen zijn achtergebleven in de omkasting,
- 8. Wij adviseren met klem, voor zover de regelgeving dat toelaat, om de installatie een paar uur te laten draaien met
alleen de voorfilters op hun plaats. Door het vele stof en andere substanties in de kanalen kunnen de filters namelijk
snel verstoppen, met name de hoogrendement filters, waardoor de werking en de prestaties van de machine nadelig
worden beïnvloed,
- 9. Herhaal de operatie een paar keer indien nodig,
- 10. Vervolgens kunnen alle definitieve filtertrappen worden gemonteerd,
- 11. Controleer het drukverlies van elke filtertrap.
TECHNOLOGIE
Plissé
Plissé
Soepele zak 380 en 650 mm
Stijf 290 mm
Kubus 290 mm
Raadpleeg voor meer bijzonderheden de interne informatie waarin de drukverliezen staan over de filtervervuiling (schoon, deels
vervuild, vervuild).
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid van de hand in dien het filter wordt vervangen door een filter van een ander merk of van
een ander model dan het originele filter (EN 846-gecertificeerd voor de hygiëneversies).
Activiteit
Controleer op onaanvaardbare vervuiling,
beschadigingen (lekkages) en geuren
Controleer het drukverschil
Max. interval voor het vervangen van de
1e filtratietrap
Max. interval voor het vervangen van de
2e filtratietrap
FILTER
G1 tot G4, M5
F7 tot F9
G4, M5, M6, F7, F8, F9, KOOLSTOF
E10, F7 tot F9
E10 tot H14, KOOLSTOF
Actie, indien vereist
1 maand
Vervang het betrokken filter
Vervang de filtratietrap
NL - 23
MAX. DRUKVERLIES
voor vervangen
200
200
300
500
500
3 maanden 6 maanden 12 maanden 24 maanden
X
X
NL
X
X