1 - ALGEMEEN Hartelijk dan dat u hebt gekozen voor onze luchtbehandelingskast. Bij het ontwerp en de constructie van uw machine is optimaal gebruik gemaakt van de knowhow van de ingenieurs en koeltechnici van onze onderneming. 1.1 Beoogd gebruik ...
3.2 Toepasselijke normen en richtlijnen De luchtbehandelingskasten zijn conform de: EUROPESE RICHTLIJNEN GEHARMONISEERDE NORMEN* voor zover van toepassing - Machines 2006/42/EG - EN 12100-1, EN 12100-2, EN 60204 - Laagspanning 2014/35/EU - EN 60335-1 - EMC 2014/30/EU - EN 61000-6-1, EN 61000-6-2, EN 61000-6-3, EN 61000-6-4 - Druktoestellen 2014/68/EU voor zover van toepassing - EN 13445, EN 378-2 - ATEX 2014/34/EU voor zover van toepassing...
4.2 Pictogrammen Warme batterij Filter Elektriciteitskast Elektrische batterij Koude batterij Gasgenerator Stoombatterij Stoombevochtiger Druppelafscheider Adiabatische bevochtiger Sifon voor afvoer Ventilator Geluiddemper Richting van de lucht Pijl ingang batterij Pijl uitgang batterij DANGER D’INCENDIE F I L T R E S Platenwarmterecuperator EMPOUSSIERES Brandgevaar...
5 - TRANSPORT - ONTVANGST - VERPLAATSEN 5.1 Instructies voor het transport Onze apparaten moeten worden getransporteerd in hun originele verpakking en in de gebruikspositie. - Het opstapelen van units is verboden. - Het overladen is niet toegestaan. Tijdens het transport moet de lading zijn vastgesjord aan de laadvloer van de vrachtwagen om elke beweging en risico van beschadiging van het apparaat te voorkomen.
5.5 Aangrijpingspunten voor het transport Voor het verplaatsen van deze apparaten moet u harpsluitingen gebruiken. Ø 35 Ø 12.5 Deze hijsbeugels dienen voor het naar elkaar trekken van de units, na demontage worden zij niet meer gebruikt. 5.6 Opslag Laat de originele verpakking op zijn plaats zitten. ...
Pagina 9
- Optioneel zijn verlengde poten (van 100 tot 300 mm) of verstelbare poten beschikbaar. - Het apparaat moet perfect horizontaal uitgelijnd zijn (zie schema § 6.3 Assemblage van de units). - De oppervlakte van de vloer of van de constructie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het apparaat te dragen. - Voor een buiteninstallatie in de open lucht moet de machine verplicht zijn voorzien van de dakoptie.
Roep de hulp in van een geluidstechnisch ingenieur om de juiste opstellingsplaats te kiezen. Voor de machines die in aparte delen worden geleverd, moet u een contraframe gebruiken voor het toevoegen van de trillingdemper s (Fig. 2) (frame en dempers door de klant te voorzien). Fig.
Pagina 11
Zet de klampen (nr. 2) uit de verbindingskit (fig.A) met de lange schroeven 4,8 x 40 mm (nr. 5) vast in de daarvoor bestemde gaten op elke unit. Fig. A Plaats de afdichting 15 x 9 op de scheidingswand aan het einde van een unit. Om een goede dichtheid tussen twee units te garanderen plaatst u de afdichting op de omtrek van geprofileerd aluminium van een van de units zo dicht mogelijk bij de binnenkant van de machine (figuren hieronder).
Verwijder de hijsbeugels en gebruik een spanriem om de units tegen elkaar te plaatsen zonder de onderdelen aan de voorzijde te beschadigen. Let op bij het naar elkaar trekken van de units dat de verschillende klampen (nr. 2) goed in elkaar schuiven. Rond de assemblage af door de verbindingsklampen aan elkaar vast te schroeven met de metrische M8-bout (nr.
6.5 Dak / kap (accessoires) 6.5.1 - Montage van het dak Verwijder de kap(pen) van de goot. Plaats de doppen links en rechts aan de bovenkant van de eindpanelen met behulp van de schroeven uit de installatiekit. Plaats de dakpanelen in de op de betreffende tekening aangegeven volgorde. Zet de panelen vast aan de goot (via de binnenkant van de goot) met behulp van de meegeleverde schroeven.
7 - AANSLUITINGEN 7.1 Sifon voor het afvoeren van condenswater Aansluiting van de sifon Positie, diameters en type van de aansluiting: zie de maatschets. Uitgang op voorpaneel: stalen aansluiting met gasdraad. Uitgang in frame: gladde vrouwelijke rubberen aansluiting voor te lijmen PVC-buis van 32 mm. Voor de hygiëneaansluiting adviseren we een verlijming met kit.
Pagina 15
Aansluiting van de afvoer van condenswater: Zie § 7.1 ‘’Sifon voor het afvoeren van condenswater’’. Types aansluitingen: Warmtewisselaars met aansluitingen met cilindrische schroefdraad en platte afdichting. - Bij het aansluiten of vastzetten van de hydraulische verbindingen, moet u twee sleutels gebruiken om torderen van de buizen en krachten op de lassing/soldering te voorkomen.
7.2.3 Montage inregelventielen (indien optie) Voer de montage uit conform de met de kit meegeleverde tekening. De leidingen en kleppen mogen in geen geval een extra belasting zijn voor de machine. Een ondersteuning van de leidingen aan de muur of op de vloer van het gebouw is verplicht. Zorg voor een vorstbeveiliging van de motortjes van de regelkraan als deze kunnen blootstaan aan temperaturen onder -10 °C (omgeving van de motor).
7.5 Aansluiting van de ventilatoren Gevaar van de elektriciteit: - Werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een elektricien of personen die zijn opgeleid op dit gebied onder toezicht van een elektricien conform de regels van de techniek. - De selectie van de bekabeling is afhankelijk van de ligging, van de temperatuur in de gebruiksruimte en van de stroomsterktes van de aangesloten motor(en).
Pagina 18
7.5.1.2 Aansluiting van meerdere ventilatoren in een kast buiten de luchtstroom Verdeelkast: - De verdeelkast wordt gebruikt bij een montage van ten minste 2 EC-ventilatoren. - Voor de bekabeling raadpleegt u het schema aan de binnenkant van de kast. - Er zijn twee types besturing mogelijk: Montage: Modbus-print of 0/10 V 1: Vermogensverdelers...
Pagina 19
Motor met twee snelheden DALHANDER of omschakelbare polen, 6 aansluitingen Deze schema's worden gebruikt voor driefasen motoren 3000 / 1500 tr/min en 1500 / 750 tr/min. Motor met twee snelheden: twee gescheiden wikkelingen 2x3 aansluitingen Deze schema's worden gebruikt voor driefasen motoren 1500/1000 tr/min. Deze aansluitschema's bevinden zich in iedere aansluitkast.
Direct opstarten is mogelijk voor motoren tot 5,5 kW. Zorg voor een ster-driehoek start of frequentieregelaar voor motoren met een vermogen van meer dan 5,5 kW. Voor de machines die worden geïnstalleerd in Europa is het installeren van een frequentieregelaar verplicht volgens de regelgeving (Erp-richtlijn).
Pagina 21
De aansluiting is van buitenaf toegankelijk aan de voorzijde aan de kant van de aansluitingen (tenzij anders is besteld). Voorpaneel Verdeler Stoomingang Aftappen van het condenswater Stoomuitgang Verdelersteun Gebruik uitsluitend de bij het apparaat meegeleverde slangen, maak ze indien nodig korter om de installatie te vergemakkelijken (max.
7.8 Mengkleppensectie 7.8.1 Aansluiting condenswaterafvoer Voor de diameters en posities van de verbindingen, raadpleegt u het plaatsingsschema. Uitgang op voorpaneel: - Stalen aansluiting met gasdraad. Plaats de sifon (Zie § 7.1 ‘’Sifons condenswaterafvoer’’). Om ieder risico van afknelling te vermijden, moeten de van buitenaf bereikbare kleppensecties een beschermrooster hebben zodat de lamellen niet direct toegankelijk zijn.
7.8.3 Elektrisch aansluiting. Voor machines geleverd zonder regelkast: - De selectie van de bekabeling is afhankelijk van de ligging, van de temperatuur in de gebruiksruimte en van de stroomsterktes van de aangesloten motor(en). - De selectie, de bevestiging, de mechanische en elektrische beschermingen van de kabels moeten voldoen aan alle voorschriften en wetten die gelden in het land waar de unit wordt gebruikt.
Aansluiting condenswaterafvoer: - Voor de diameters en posities van de verbindingen, raadpleegt u het plaatsingsschema, - Uitgang op het frame aan de voorkant: voor buis Ø 32 mm, - Plaats de sifon (Zie § 7.1 ‘’Sifons condenswaterafvoer’’). Elektrische aansluiting: - Voor machines geleverd zonder regelkast: - De selectie van de bekabeling is afhankelijk van de ligging, van de temperatuur in de gebruiksruimte en van de stroomsterktes van de aangesloten motor(en).
9 - INBEDRIJFSTELLING 9.1 Sifon De sifon moet worden gevuld bij de inbedrijfstelling of na iedere langdurige stilstand. Het peil van de sifons moet periodiek worden gecontroleerd. Door een werking zonder condensatie kan het water eruit verdampen. 9.2 Controles voor de inbedrijfstelling De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel volgens de geldende veiligheidsregels en -normen.
9.4 Ventilator 9.4.1 Netspanning Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning die op het typeplaatje staat en binnen de toegestane toleranties ligt. Voor een 400 V/50 Hz-net is de spanningstolerantie +-10 %. De fase-onbalans mag niet meer dan 2% bedragen voor de spanning en 10% voor de stroom. 9.4.2 Controles voor de inbedrijfstelling Let op! Houd u aan de veiligheidsinstructies (zie §...
9.4.3 Inbedrijfstelling EC-motor - Om de begrenzing van de aanloopstroom te activeren, moet u ten minste 90 seconden wachten tussen het uit- en weer inschakelen van de spanning. AC-motor - Controleer de draairichting van de motor: stuur daartoe een impuls door middel van de startschakelaar. - Verwissel indien nodig twee fasen stroomafwaarts van de startmotor om de draairichting om te keren (bijv.: L1 met L2).
Toe te passen belasting vervorming van de riem voor een afstand Kleine diameter poelie Type riem per riem van 100 mm tussen de assen van de f (N) poelies - E (mm) 56 ≤ 71 2.45 < 71 ≤ 90 2.20 <...
De kwaliteit van het water of van het antivriesmengsel moet periodiek worden gecontroleerd Gevolgen van een Omschrijving Symbool Waarden afwijking 7,5 - 9 <7 Corrosie Concentratie aan waterstofionen >9 Afzettingen 4 - 8,5 x ∆ >8,5 Afzettingen Gehalte aan calcium en magnesium Waterhardheid (Ca/Mg) Chloorionen CI‾...
9.7 Stoombevochtiger Let op! Houd u aan de veiligheidsinstructies (zie § 2 - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES). 9.7.1. Controle vóór inbedrijfstelling Controleer de reinheid van de verdelers en van de bak, de stand van de cellen van de druppelscheiders en eventuele schades. ...
Positie van de drukaansluitingen AN: Verse lucht. Drukaansluiting aan te sluiten op 1 en 3. AE: Afgezogen lucht. Drukaansluiting aan te sluiten op 2 en 4. 9.9.2 Inbedrijfstelling van de warmtewielen Let op! Houd u aan de veiligheidsinstructies (zie § 2 - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES). ...
Controle van luchtgeluid: Bij een abnormaal geluid: - Controleer de bevestigingen van de verbindingskanalen op de ingang en de uitgang van de machine, - Als het geluid afkomstig is van een lekkage bij een aansluiting van de unit: controleer of de afdichting goed op zijn plaats zit (zie §...
- 4. Reinig de draagframes van de filters, - 5. Controleer de werking van de meetinstrumenten van de drukverliezen, - 6. Reinig de binnenkant van de filteromkasting. Verwijder het vuil met een stofzuiger en/of reinigingsmiddel, - 7. Controleer of er geen vreemde voorwerpen zijn achtergebleven in de omkasting, ...
Poelies en riemen: - De frequentie van het onderhoud van de riemen is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de ventilatoren. - Controleer de slijtage en de spanning van de riemen. - Controleer het op één lijn zijn van de poelies van de motor en van de ventilator. ...
10.4.1- Koelbatterij Onderhoud: - Controleer de goede staat van de waterintrede- en uittredeleidingen. Controleer de dichtheid van de verbindingen en zet ze opnieuw vast indien nodig. - Als de batterij niet gebruikt wordt, adviseren wij deze geheel af te tappen. Blaas alle circuits leeg met perslucht. Zonder deze overdruk kan er een grote hoeveelheid vloeistof achterblijven met een serieus risico op schade of bevriezing (die niet door de garantie wordt gedekt).
Onderhoud van de batterijen Voor alle werkzaamheden - Schakel de voeding van de batterijen uit. - Laat de ventilatie in werking tot alle verwarmingselementen zijn afgekoeld tot kamertemperatuur. - Schakel de voeding van de ventilatoren uit. Tijdens het onderhoud: - Controleer de algehele staat van de batterij, - Trek de aansluitingen van de verwarmingselementen na (aanhaalkoppel 4 Nm), - Controleer de staat van de verwarmingselementen, vervuilingsgraad, eventuele schade, corrosie,...
Voor de kleppensecties: - Controleer de integriteit en de effectiviteit van de beschermroosters, - Reinig de kleppensecties, repareer de eventuele schades, verwijder corrosie. De aandrijfasjes van de lamellen zijn gemonteerd in onderhoudsvrije kunststof lagers, - Controleer de staat van de stangetjes, vervang ze indien nodig, - Controleer de rechtheid van de lamellen, - Controleer de staat van de afdichtingen tussen de lamellen en het perfect aansluiten ervan, - Ontkoppel de servomotor en controleer het vrij draaien van de lamellen,...
Pagina 38
Interval: - Elke drie maanden, - Elke maand voor ATEX-apparaten - Houd u aan de aanwijzingen uit §10.1 Algemene voorschriften voor het reinigen Het peil van de sifon moet periodiek worden gecontroleerd. Door een werking zonder condensatie of een langdurige stilstand kan het water eruit verdampen.
10.10 Lijst van de controles en het onderhoud Houd u aan de aanwijzingen uit §10.1 Algemene voorschriften voor het reinigen Variabel naargelang Componenten Te controleren 3 maanden 6 maanden Jaarlijks gebruik en slijtage Corrosie Panelen Omkasting Afdichtingen Smering Lagers Slijtage (abnormaal geluid) Plug fan Wrijving/balans Ventilator...
10.11 Specifiek onderhoud volgens DIN1946-4 Gebruik voor het desinfecteren reinigingsmiddelen die voorkomen op de lijst van desinfectiemiddelen die door RKI (Robert Koch Institute) of VAH (Verbund für Angewandte Hygiene), bijvoorbeeld het product Incidin Pro (Ecolab). zijn goedgekeurd. Houd u aan de door de fabrikant aangegeven inwerktijden en concentraties ...
11 - Bijzonderheden voor ATEX-zones volgens richtlijn 2014/34/EU (explosieve atmosferen) 11.1 Algemeen Risico-evaluatie van het explosiegevaar volgens de normen EN 13463-1 en EN 1127-1 (zie § 3 - REGLEMENTERING). De centrales zijn gecertificeerd in overeenstemming met de voorschriften van de norm EN 13463-5 "bescherming door constructieve veiligheid c"...
11.3.1 Warmtewisselbatterijen De temperaturen van de vloeistoffen in de batterijen mag de waarde die op het typeplaatje van het apparaat staat niet overschrijden. Deze moet altijd onder de uiterste waarde van de oppervlaktetemperatuur (of temperatuurklasse) blijven die hoort bij de ATEX-atmosfeer waarvoor de unit is gecertificeerd (zie §...
11.5 Periodieke controle - inspectie 11.5.1 Trilling van het apparaat Gevaren: - De controle op trillingen kan het volgende aan het licht brengen: - Een eventuele slijtage van de draaiende delen. Door een te grote afwijking van de trillingstoerentallen kunnen onderdelen met elkaar in contact komen, wat en eventuele begin van een explosie kan veroorzaken of zelfs bepaalde onderdelen kun afbreken met hetzelfde gevolg.
11.6 Controleformulier ATEX Aantal Controle of Waarden Aard van de Constateringen Datum draai- Goedgekeurd Afgekeurd test van begin werkzaamheden uren Trillingstoerental op lagers van motor en ventilator. (volgens norm ISO 14694) Gevlochten massastrip tussen motor en ventilator Andere gevlochten strip ..........
12 - DEFINITIEF STOPPEN 12.1 Buiten bedrijf stellen Maak de apparaten los van hun energiebronnen, wacht tot zij geheel zijn afgekoeld en tap ze dan volledig af. 12.2 Ontmantelingsadviezen Verplaatsingen moeten beslist worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel persoonlijke beschermingsuitrusting (pbu) draagt.
Pagina 48
CIAT Service www.ciat.com Niet contractueel document. In het vooruitzicht het materiaal steeds te verbeteren, behoud CIAT zich het recht voor om zonder verwittiging technische wijzigingen aan te brengen Hoofdkantoor Avenue Jean Falconnier - B.P. 14 01350 Culoz - Frankrijk Tel.: +33 (0)4 79 42 42 42 Fax: +33 (0)4 79 42 42 10 www.ciat.com...