6.5 Dak / kap (accessoires)
6.5.1 - Montage van het dak
A
Verwijder de kap(pen) van de goot.
B
Plaats de doppen links en rechts aan de bovenkant van de eindpanelen met behulp van de schroeven uit de installatiekit.
C
Plaats de dakpanelen in de op de betreffende tekening aangegeven volgorde. Zet de panelen vast aan de goot (via de
binnenkant van de goot) met behulp van de meegeleverde schroeven.
D
Zet de panelen onderling vast met de schroeven met een afdichtring uit de meegeleverde bevestigingskit.
E
Zet tot slot de panelen ook met schroeven met een afdichtring vast aan de eindframes.
F
Plaats de kappen van de goot. Controleer of er een afdichting 15 x 3* aanwezig is tussen de uiteinden van de kappen
(kapdichtheid tussen units). Zet ze vast met de schroeven met een afdichtring.
3
Bevestiging
Bevestiging
vaan de goot
tussen panelen
3
A
Kap van goot
C
Dakpanelen
2
1
E
Bevestiging aan
het eindframe
2
1
Montagerichting van de dakpanelen
3
2
Dop
CTA
Vastzetrichting van de dakpanelen
3
NL - 11
B
Doppen
D
Dak-
panelen
1
Dop
zonder retourvouw
F
2
1
NL