Onderhoud van de batterijen
Voor alle werkzaamheden
- Schakel de voeding van de batterijen uit.
- Laat de ventilatie in werking tot alle verwarmingselementen zijn afgekoeld tot kamertemperatuur.
- Schakel de voeding van de ventilatoren uit.
Tijdens het onderhoud:
- Controleer de algehele staat van de batterij,
- Trek de aansluitingen van de verwarmingselementen na (aanhaalkoppel 4 Nm),
- Controleer de staat van de verwarmingselementen, vervuilingsgraad, eventuele schade, corrosie,
- Controleer de werking van de temperatuurbegrenzers,
- Controleer de aardingsdraad,
- Reinig indien nodig de verwarmingselementen.
Gebruik geen reinigingsproduct noch pluizende doeken (zoals van wol of linnen) op de verwarmingselementen.
- Zorg ervoor dat de omkasting van de elektrische batterijen schoon is en vrij van vreemde voorwerpen
- Verwijder het vuil met een stofzuiger en/of reinigingsmiddel
Schakel de verwarmingselementen nooit in zonder luchtdebiet.
ELEKTRISCH GEVAAR: Via de deuren zijn de elektrische aansluitingen direct bereikbaar. Draai de deur na het sluiten op
slot.
Er zijn allerlei oorzaken waardoor de elektrische elementen te heet kunnen worden, en daardoor de thermostaten inschakelen.
- Voorbeelden:
- Inschakelen van de spanning zonder ventilatie,
- Onvoldoende luchtdebiet,
- Dichtslibben van de filters,
- Omkeren van de draairichting van de ventilator,
- Luchtkleppen gesloten.
10.6 Stoombevochtiger
Let op!
Houd u aan de veiligheidsinstructies (zie § 2 - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES).
10.6.1 Op de bevochtiger
De normale onderhoudswerkzaamheden zijn beperkt tot het vervangen van de stoomcilinder net als het jaarlijks reinigen van
het apparaat. Deze moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en conform de instructies van de fabrikant (zie
de bij het apparaat geleverde handleiding).
De volgende informatie geldt als algemene regels:
- Controleer en reinig de waterfilters.
- Controleer de elektrische contacten, de goede werking en de reinheid van de elektromagnetische klep van de voeding en
afvoer.
- Controleer of de stoomdistributie geen afzetting of lekkage vertoont.
- Controleer de elektrische stroomsterkte.
- Reinig alle leidingen en controleer de algehele staat ervan (poreusheid, hardheid).
- Controleer bij het eventueel vervangen van de cilinder de staat en de reinheid van de pakkingen en van hun draagvlak.
10.6.2 Op de machine
Houd u aan de aanwijzingen uit §10.1 Algemene voorschriften voor het reinigen
Controleer de staat van de verdelers en van de bak, de vervuilingsgraad van de cellen van de druppelscheiders, de mate van
corrosie en eventuele schades.
De sifon van de condenswaterbakken (optie) moet voor de inbedrijfstelling of na elke langdurige stilstand worden gevuld.
Reinig en desinfecteer de sifon met een geschikt product.
Reinig en desinfecteer de condenswaterbakken met een geschikt product.
Zorg ervoor dat de omkasting schoon is en vrij van vreemde voorwerpen. Verwijder het vuil met een stofzuiger en/of
reinigingsmiddel.
Controleer de werking van de vochtigheidsopnemers (indien optie).
10.7 Mengkleppensectie
Let op!
Houd u aan de veiligheidsinstructies (zie § 2 - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES).
Interval:
- Elke drie maanden
- Elke maand voor ATEX-apparaten
- Houd u aan de aanwijzingen uit §10.1 Algemene voorschriften voor het reinigen
NL - 34