Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van een SAR-gebied op de kaart.
Het paarse gebied is het door u gedefinieerde gebied. Het licht oranje gearceerde gebied is
het gebied dat door het systeem wordt berekend.
Het zoekgebied instellen
Plaats de cursor op de kaart op de locatie van punt A. Gebruik vervolgens de menuoptie
Nieuw zoekpatroon om het zoekgebied in te stellen. Met deze optie wordt het
dialoogvenster SAR wijzigen geopend.
Definieer de vier hoeken van het zoekgebied door hoekcoördinaten in te voeren.
De volgende instellingen moeten worden gedefinieerd:
•
Trackbreedte - regelt hoeveel ruimte er is tussen parallelle routedelen (de langste
routedelen).
•
Aantal vaartuigen - bepaalt hoeveel SAR routes worden gegenereerd. Een SAR route
wordt gemaakt voor elk vaartuig. Het eerste vaartuig heeft een rode route en de andere
een gestippelde zwarte route. De ruimte tussen elk vaartuig is de trackruimte-afstand.
•
Richting - kan parallel of kruipend zijn. Bij parallelle richting volgt de route de zijde met de
langste lengte. Bij kruipende richting wordt daarentegen de zijde met de kortste lengte
gevolgd.
•
Starthoek (CSP) - bepaalt vanuit welke hoek u wilt starten.
Het systeem berekent het aantal routedelen en de afstanden daarvan. Het berekent ook de
startpositie (SP), namelijk de halve trackruimte-afstand vanaf de starthoek. Het startkoers
wordt berekend als de koers die parallel loopt aan de langste zijde van de zoekrechthoek
vanaf de startpositie.
Kaarten
| IDS Experience-Based Interface Gebruikershandleiding
27