•
Er wordt een Evinrude pictogram toegevoegd aan de home pagina - selecteer deze optie
om het instrumentenpaneel van de motor weer te geven.
•
Er wordt een dialoogvenster met Evinrude instellingen toegevoegd - gebruik dit
dialoogvenster om de instellingen van de motor te wijzigen.
•
Er wordt een Evinrude knop toegevoegd aan de bedieningsbalk - als u deze knop
selecteert, wordt de motorbedieningsunit geopend. Gebruik de motorbedieningsunit om
de motoren te bedienen.
Er worden maximaal twee bedieningsunits en vier motoren ondersteund.
Raadpleeg voor meer informatie de motorhandleiding of de motorleverancier.
Integratie FUSION-Link
FUSION-Link apparaten die zijn aangesloten op het NMEA 2000 netwerk kunnen worden
bediend vanaf het systeem.
De FUSION-Link apparaten verschijnen als aanvullende bronnen wanneer de audiofunctie
wordt gebruikt. Er zijn geen aanvullende pictogrammen beschikbaar.
Zie "Audio" op pagina 118 voor meer informatie.
Integratie BEP CZone
De unit kan worden geïntegreerd met het CZone-systeem van BEP waarmee een
gedistribueerd elektriciteitssysteem op uw vaartuig wordt beheerd en gecontroleerd.
Het CZone-pictogram is beschikbaar op de werkbalk op de Home pagina wanneer een
CZone-systeem beschikbaar is op het netwerk.
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van de CZone-functie de afzonderlijke
handleiding die bij uw CZone-systeem is geleverd.
CZone dashboard
Als de CZone is geïnstalleerd en geconfigureerd, wordt een CZone-dashboard aan de
Instrumentspanelen toegevoegd.
U schakelt tussen de dashboards van een paneel door de pijlsymbolen naar links en rechts te
selecteren, of door het dashboard in het menu te selecteren.
Een CZone dashboard wijzigen
U kunt een CZone dashboard aan uw wensen aanpassen door de gegevens voor elk van de
meters te wijzigen. Beschikbare bewerkingsopties zijn afhankelijk van het type meter en de
gegevensbronnen die op het systeem aangesloten zijn.
Power-Pole-ankers
Power-Pole-ankers, die kunnen worden aangestuurd door het op uw boot geïnstalleerde C-
Monster Control System, kunnen worden bediend via de unit. Om de Power-Poles te kunnen
bedienen dient u deze te koppelen met de unit via de op beide producten beschikbare
draadloze Bluetooth-technologie.
Power-Pole bedieningsknoppen
Als Bluetooth is ingeschakeld, wordt de knop Power-Pole weergegeven in de
bedieningsbalk. Selecteer deze knop om de Power-Pole controller weer te geven.
Raadpleeg "Bluetooth-apparaten" op pagina 151 voor het koppelen van Bluetooth-apparaten.
Zie ook "Koppelen met twee Power-Poles" op pagina 164 als u twee Power-Poles wilt koppelen.
Als de Power-Pole controller is geopend, maakt het systeem verbinding met gekoppelde
Power-Poles. Als de verbinding wordt bevestigd, worden de bedieningsknoppen
ingeschakeld.
De Power-Pole-controller geeft bedieningsknoppen weer voor elke Power-Pole die is
gekoppeld met de unit.
Druk één keer op de AUTO-knoppen om de Power-Poles automatisch helemaal omhoog en
omlaag te bewegen. Met de handmatige knoppen Omhoog en Omlaag kunt u de poles zo
ver omhoog of omlaag brengen als u wilt.
Integratie van apparaten van derden
Gebruikershandleiding
| IDS Experience-Based Interface
163