108
Sturen met wendpatroon
Het systeem bevat een aantal automatische wendpatronen.
Als u een wendpatroon activeert, maakt het systeem tijdelijke waypoints voor de wending.
Het laatste waypoint van de wending is het eindwaypoint. Als het vaartuig het eindwaypoint
heeft bereikt, wordt het in aankomstmodus geschakeld. Zie "Aankomstmodus" op pagina 110.
Een wending starten
•
Selecteer de bakboord- of stuurboordknop
Wendvariabelen
De wendpatronen hebben instellingen die u kunt aanpassen voordat u een wending start, of
op elk gewenst moment wanneer de boot aan het wenden is.
U-bocht
Wijzigt de huidige ingestelde koers met 180°.
Wendvariabele:
•
Wendradius
C-bocht
Met deze optie gaat de boot in een cirkel varen.
Wendvariabele:
•
Wendradius
•
Aantal graden om te draaien
Spiraal
Hiermee maakt het vaartuig een spiraalbeweging in een steeds groter of kleiner wordende
radius.
Wendvariabelen:
•
Initiële radius
•
Radiusverandering per lus
•
Aantal lussen
Zigzag
Met deze optie zorgt u ervoor dat de boot in een zigzagpatroon gaat varen.
Wendvariabelen:
•
Koersverandering per etappe
•
Etappeafstand
Stuurautomaat trollingmotor
| IDS Experience-Based Interface
Gebruikershandleiding