[Password]
Voer het wachtwoord in met het toetsenbord op het
scherm.
Raadpleeg "Gebruik van het toetsenbord op het
scherm" (pagina 35) voor meer informatie over het
gebruik van het toetsenbord op het scherm.
5
Selecteer een tabblad met de knoppen V , v , B , en b
om instellingen op andere tabbladen te configureren.
Wanneer de configuratie van [Network Settings] is
voltooid, selecteert u [Apply] met de knoppen V , v , B ,
en b en drukt u op de knop ENTER.
Tabblad [NTP]
Configureer deze instelling voor het verkrijgen van de
juiste tijd van de NTP-server.
1
Selecteer het tabblad [NTP] met de knoppen B en b .
2
Selecteer het vak [NTP] met de knoppen V en v en
druk op de knop ENTER.
Het scherm [NTP] verschijnt.
3
Selecteer [Use] met de knoppen V en v en druk op de
knop ENTER.
De instellingsitems voor de NTP-server verschijnen.
4
Configureer alle instellingen.
Selecteer een onderdeel met de knoppen V en v en
druk op de knop ENTER om het instellingenscherm
voor dat onderdeel weer te geven.
[Address]
Voer het adres in voor de NTP-server met het
toetsenbord op het scherm.
Raadpleeg "Gebruik van het toetsenbord op het
scherm" (pagina 35) voor meer informatie over het
gebruik van het toetsenbord op het scherm.
[Port No.]
Voer het poortnummer in met het toetsenbord op het
scherm.
De standaardinstelling is [123].
Raadpleeg "Gebruik van het toetsenbord op het
scherm" (pagina 35) voor meer informatie over het
gebruik van het toetsenbord op het scherm.
5
Selecteer een tabblad met de knoppen V , v , B , en b
om instellingen op andere tabbladen te configureren.
Wanneer de configuratie van [Network Settings] is
voltooid, selecteert u [Apply] met de knoppen V , v , B ,
en b en drukt u op de knop ENTER.
92