Instellingen voor
systeembeheerder
Overzicht
U kunt de initiële configuraties voor diverse instellingen
instellen in het scherm [System Admin Settings].
De configuraties in het scherm [System Admin Settings]
dienen te worden uitgevoerd door de systeembeheerder.
• Taalinstellingen (pagina 70)
Configureren van de displaytaal en datumnotatie.
• Instellingen datum en tijd (pagina 71)
Configureren van de huidige datum en tijd.
• Functie-instellingen (pagina 74)
Configureer startinstellingen voor opnemen.
• Apparaatinstellingen (pagina 82)
Configureer startinstellingen voor externe apparaten.
• Wachtwoordinstellingen (pagina 88)
Het wachtwoord voor de instellingen voor de
systeembeheerder registreren of bewerken.
• Netwerkinstellingen (pagina 89)
Configureer startinstellingen voor het netwerk en de
server.
• Initiële gebruikersinstellingen (pagina 93)
Configureren van waarden van initiële instellingen voor
opnamekwaliteit en opslagmedia.
• Artsenlijst bewerken (pagina 96)
Registreren en bewerken van gegevens over de artsen
die chirurgische ingrepen en onderzoeken uitvoeren.
• De ziektegevallenlijst bewerken (pagina 100)
Invoer registreren of bewerken voor chirurgische
ingrepen en onderzoeken.
• Instellingen voor Auto Delete (automatisch verwijderen)
(pagina 103)
Configureer instellingen voor de functie Automatisch
verwijderen.
Hoofdstuk
Weergave van het scherm
[System Admin Settings]
1
Druk op de knop MENU.
Het scherm [MENU] verschijnt.
2
Selecteer [Settings] met de knoppen V en v en druk op
de knop ENTER.
Het venster [Settings] verschijnt.
3
Selecteer [System Admin Settings] met de knoppen B
en b en druk op de knop ENTER.
69
5