Inhoudsopgave
Advertenties
2
Configureer alle instellingen.
Selecteer een onderdeel met de knoppen V en v en
druk op de knop ENTER om het instellingenscherm
voor dat onderdeel weer te geven.
[External Media]
Selecteer de externe opslagbestemmingen in het
instellingenscherm dat verschijnt en druk op de knop
ENTER.
[Record Save to Media]
Selecteer het externe opslagmedium waar de
opnamelijst naar gekopieerd dient te worden in het
instellingenscherm dat verschijnt en druk op de knop
ENTER.
[Metadata Output]
Selecteer of metagegevens moeten worden
meegenomen bij het kopiëren van de opnamelijst naar
een extern medium in het instellingenscherm dat
verschijnt en druk op de knop ENTER.
De standaard instelling is [Not Used].
Tip
Metagegevens worden opgeslagen in de hoogste map
van de map met opgenomen gegevens.
[Folder Structure]
Selecteer de mapstructuur die u wilt gebruiken
wanneer u naar externe media schrijft in het
instellingsvenster dat verschijnt en druk op de knop
ENTER.
De standaardinstelling is [Date + Patient ID].
Wanneer u opgenomen gegevens maakt met dezelfde
patiënt-id, dan wordt een nieuwe opnamedatummap
gemaakt onder de patiënt-id-map. De opgenomen
gegevens worden opgeslagen in de nieuwe map.
3
Als u [Metadata Output] instelt op [Use], selecteer dan
met de knoppen B en b [Advanced] en druk op de
knop ENTER.
Het instellingenscherm [Advanced] verschijnt.
4
Geef het type metagegevens op dat u wilt uitvoeren.
[Recording Date]
Selecteer of u de opnamedatum en -tijd als
metagegevens wilt uitvoeren.
[Patient Info.]
Selecteer of u patiëntgegevens als metagegevens wilt
uitvoeren (patiënt-id, patiëntnaam, geslacht,
geboortedatum).
[Doctor]
Geef aan of u de naam van de arts wilt uitvoeren als
metagegevens.
[Case]
Selecteer of u de procedure-informatie wilt uitvoeren
als metagegevens.
31
Advertenties
Inhoudsopgave
