OPMERKING: Dit deel geeft basisin-
formatie over de functies van de diver-
se bedieningselementen van uw voer-
tuig. Meer details over het gebruik
van een bepaald bedieningselement in
combinatie met andere vindt u in BE-
DIENINGSINSTRUCTIES verder in dit
hoofdstuk.
1) Gashendel
De gashendel bevindt zich rechts aan
het stuur.
Wanneer deze naar voor wordt ge-
duwd verhoogt het motortoerental tot
het juiste niveau om te kunnen schake-
len.
Zodra de hendel wordt losgelaten
keert de motor automatisch terug naar
het stationair toerental en vertraagt het
voertuig geleidelijk.
vmo2008-020-003_a
TYPISCH
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING
Controleer de werking van de gas-
hendel voordat u de motor start.
Spoor de oorzaak op als de gas-
hendel niet vlot functioneert. Ver-
help het probleem alvorens met
het voertuig te rijden. Doe een be-
roep op uw erkende dealer, als u
het probleem niet zelf kunt oplos-
sen.
Snelheidsbegrenzer
Dit voertuig is uitgerust met een regel-
bare snelheidsbegrenzerschroef op de
gashendelbehuizing. De snelheidsbe-
grenzer verhindert dat de gasklep vol-
ledig wordt geopend, zelfs wanneer
de gashendel helemaal vooruit wordt
geduwd, en beperkt op die manier het
motorvermogen en dus de snelheid
van het voertuig.
vmo2008-020-004_a
TYPISCH
1. Snelheidsbegrenzerschroef
2. Borgmoer
3. Gashendelbehuizing
_______________
WAARSCHUWING
63