HANDINSTELLING – M
Handinstelling maakt een vrije keuze van sluitertijd en diafragma
mogelijk. In deze stand worden sluitertijd en diafragma niet door
de camera geregeld, waardoor de fotograaf alle zeggenschap
over de belichting heeft. U kunt sluitertijd en diafragma in halve
waarden instellen, van 1/1000 en 4 seconden.
De gevolgen van uw instelling zijn in de zoeker/monitor te zien. Is
het beeld onder- of overbelicht, dan knipperen sluitertijd en
diafragma op het datascherm en worden ze rood in de zoeker/monitor. Is de zoeker/monitor zwart,
vermeerder dan de belichting totdat u weer beeld ziet; verminder de belichting wanneer de monitor
wit blijft. Wordt de LCD-monitor uitgeschakeld, dan wordt de laatst gebruikte belichtingstelling
gebruikt; deze instelling kan dan niet worden veranderd. Wordt de ontspaknop half ingedrukt, dan
kan de helderheid van het live-beeld tijdens het scherpstellen veranderen.
In de stand handinstelling (manual) wordt de automatische gevoeligheidsinstelling ingesteld op ISO
100. De cameragevoeligheid kan worden veranderd in de basic sectie van het multifunctionele
opname-menu (blz. 50). De flitser zal niet afgaan wanneer hij in een automatische flitsstand staat; wilt
u flitsen stel dan invulflits (blz. 30) in. In de M-stand kunnen ook tijdopnamen (B, bulb) worden
gemaakt, zie blz. 61.
2
1
Zo stelt u de sluitertijd in:
• Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuurknop
(1) om de gewenste sluitertijd in te stellen.
Zo stelt u het diafragma in:
• Druk op de knop van de belichtingscorrectie (2).
De diafragmawaarde wordt blauw.
• Gebruik de link/rechts-toetsen van de stuurknop
(1) om het gewenste diafragma in te stellen.
Met de knop voor de belichtingscorrectie schakelt u
om tussen sluitertijd- en diafragmaweergave. De in
te stellen waarde verschijnt in blauw met een dub-
bele pijl links ervan.
53