■
Geheugenplaatsen met een Frequentiepaar
1 Druk op [A/B / M/V] om VFO A of VFO B te kiezen.
•
"tA" of "tB" wordt afgebeeld om aan te
geven welke VFO is gekozen.
2 Kies de frequentie, functie, enz., die u wilt opslaan.
•
Deze frequentie en functie zullen worden gebruikt
voor het zenden.
3 Druk op [A/B / M/V] om de andere VFO te kiezen.
4 Kies de ontvangstfrequentie en -functie,
5 Druk op [A=B/ SPLIT] (1 s).
•
"
" wordt afgebeeld.
6 Druk op [QMI/ M.IN] (1 s) om de
Geheugendoorloopfunctie op te roepen.
•
Om de Geheugendoorloopfunctie te verlaten en de
opslaanbediening te annuleren, drukt u op
[MTR/ CLR].
7 Draai de MULTI-regelaar of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon om een geheugenplaats te kiezen.
•
U kunt een geheugenplaats ook kiezen door met
behulp van de cijfertoetsen een 2-cijferig nummer,
zoals 12, in te voeren. Druk bijvoorbeeld op [1],
[2].
8 Druk op [QMI/ M.IN] om de gegevens op te slaan.
•
De eerder in de geheugenplaats opgeslagen
gegevens worden overschreven met de nieuwe
gegevens.
Opmerking:
Als de subtoonfrequenties verschillen tussen
zenden en ontvangen tijdens het opslaan van een VFO-
frequentiepaar in het geheugen, zal de subtoonfrequentie voor
zenden worden opgeslagen in de geheugenplaats.
GEHEUGENOPROEPFUNCTIE EN
GEHEUGENDOORLOOPFUNCTIE
Er zijn 2 functies waarmee u de frequenties en de
bijbehorende gegevens kunt oproepen die u in een
geheugenplaats hebt opgeslagen: Geheugenoproepfunctie en
Geheugendoorloopfunctie.
Geheugenoproepfunctie:
In deze functie zendt en ontvangt de transceiver met behulp
van de frequentie die u uit het geheugen oproept. U kunt de
frequentie en de bijbehorende gegevens tijdelijk veranderen
zonder de inhoud van de geheugenplaats te overschrijven als
Menunummer 07 is ingesteld op "on" (Aan)
(de standaardinstelling is Uit).
Geheugendoorloopfunctie:
Gebruik deze functie om de inhoud van geheugenplaatsen te
controleren zonder de huidige ontvangstfrequentie te
controleren. In deze functie worden de frequenties die u uit
het geheugen oproept niet gebruikt voor zenden en
ontvangen.
■
Geheugenoproepfunctie
1 Druk op [A/B / M/V] (1 s) om de
Geheugenoproepfunctie te activeren.
•
De laatst gekozen geheugenplaats wordt
afgebeeld.
2 Draai de MULTI-regelaar of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon om een geheugenplaats te kiezen.
•
Als u [UP]/[DWN] op de microfoon continu
ingedrukt houdt, doorloopt de transceiver de
geheugenplaatsen totdat de toets wordt losgelaten.
•
De geheugenplaatsen waarin geen gegevens zijn
opgeslagen worden overgeslagen.
•
U kunt de tijdens het zenden de geheugenplaatsen
niet veranderen.
3 Druk op [A/B / M/V] (1 s) om de
Geheugenoproepfunctie te verlaten.
Als Menunummer 07 is ingesteld op "on" (Aan),
Opmerking:
kan de frequentie van een geheugenplaats met een
frequentiepaar worden veranderd met behulp van de TF-SET-
functie.
11 GEHEUGENFUNCTIES
N-51