12 INTERFERENTIE OPHEFFEN
DSP-FILTERS
Deze transceiver is uitgerust met KENWOOD's digitale-
signaalbewerkingstechnologie (DSP). Met behulp van DSP-
filtertechnologie (AF) kunt u de bandbreedte regelen, multiple
jamming beat opheffen, en het ruisniveau terugbrengen.
BANDBREEDTE VAN HET DSP-FILTER VERANDEREN
Om interferentie beter te kunnen opheffen, heeft deze
transceiver naast IF-filters tevens een DSP-filter (AF). In de
SSB-, FM- en AM-functies kunt u de bandbreedte van het
filter instellen door de onder- en/of bovengrens van de
filterfrequentie te veranderen. In de CW- en FSK-functies kunt
u de bandbreedte van het filter instellen door rechtstreeks een
bandbreedte in te voeren. Het veranderen van de
bandbreedte van het DSP-filter (AF) heeft geen invloed op de
huidige ontvangstfrequentie.
■
SSB/FM/AM
1 Druk op [MODE] en kies de SSB-, FM- of AM-functie.
2 Druk op [FIL/ NAR].
•
De huidige bovengrens van de filterfrequentie voor
die functie wordt afgebeeld op de kleine
alfanumerieke aanduiding.
3 Draai de MULTI-regelaar rechtsom om de bovengrens
van de filterfrequuentie te verhogen, of linksom om de
bovengrens van de filterfrequuentie te verlagen.
IF
MULTI
SHIFT
IF
MULTI
SHIFT
4 Druk nogmaals op [FIL/ NAR].
•
De huidige ondergrens van de filterfrequentie voor
die functie wordt afgebeeld.
5 Draai de MULTI-regelaar rechtsom om de ondergrens
van de filterfrequentie te verhogen, of linksom om de
ondergrens van de filterfrequentie te verlagen.
6 Druk op [FIL/ NAR] of [MTR/ CLR] om terug te keren
naar de normale bediening.
IF
MULTI
SHIFT
IF
MULTI
SHIFT
N-46
I
s n
e t
l l
I H
L
O
Opmerkingen:
◆
De onder- en bovengrenzen (LO) kunnen voor iedere
bedieningsfunctie afzonderlijk worden ingesteld. Als u de
bedieningsfunctie verandert, wordt de voorgaande instelling
van die bedieningsfunctie opgeroepen.
◆
Als het DSP-filter voor datacommunicatie (Menunummer 45)
Aan staat, kunt u de bandbreedte van het DSP-filter niet
veranderen. Stel dit in op "oFF" (Uit) om de bandbreedte van
het DSP-filter te kunnen veranderen.
■
CW/FSK
1 Druk op [MODE] en kies de CW- of FSK-functie.
2 Druk op [FIL/ NAR].
•
3 Draai de MULTI-regelaar rechtsom om de
bandbreedte te verhogen (verbreden), of linksom om
de bandbreedte te verlagen (versmallen).
f
f
F
n u
- c
t
e i
C
W
f
F
S
K
4 Voor wat betreft CW, kunt u de frequentie van de RX-
toon verder instellen. Open Menunummer 34 en draai
f
de MULTI-regelaar om de frequentie van de RX-toon
in te stellen tussen 400 en 1000 Hz in stappen van
50 Hz. De standaardinstelling van de frequentie van
de RX-toon is 800 Hz {pagina 29}.
5 Druk op [MTR/ CLR] of [FIL/ NAR]om terug te keren
naar de huidige bedieningsfunctie.
n e
F
n u
t c
e i
r F
q e
e u
1
0
0
, 0
1
2
0
, 0
2
0
0
, 0
2
2
0
, 0
S
S
B
F /
M
3
0
0
, 0
3
4
0
0
4
0
0
, 0
5
0
0
0
2
5
0
, 0
3
0
0
0
A
M
4
0
0
, 0
5
0
0
0
, 0
5
, 0
1
0
0
S (
S
S
B
F /
M
2
0
, 0
3
0
, 0
4
0
8
0
, 0
9
0
, 0
1
0
, 0
1
0
S (
a t
n
d
A
M
5
0
0
De huidige bandbreedte van het DSP-filter (AF)
wordt afgebeeld.
Doorlaatband (AF)
Gewenst
Interferentie-
signaal
signaal
B
n a
b d
e r
d e
e t
e k
z u
n e
H (
5
, 0
8
, 0
1
0
, 0
1
5
, 0
2
0
, 0
3
5
0
, 0
6
0
, 0
1
0
0
, 0
2
0
0
0
2
5
, 0
5
0
, 0
1
0
0
, 0
1
5
0
0
t n
e i
e k
z u
n e
H (
) z
1
4
0
, 0
1
6
0
, 0
1
8
0
, 0
2
4
0
, 0
2
6
0
, 0
2
8
0
, 0
S (
a t
n
d
a
a
d r
n i
t s
l e
n i l
g
, )
S (
a t
n
d
a
a
d r
n i
t s
l e
n i l
g
, )
a t
n
d
a
a
d r
n i
t s
l e
n i l
g
, )
, 0
5
0
, 0
6
0
, 0
7
0
, 0
0
0
a
a
d r
n i
t s
l e
n i l
g
, )
2
0
, 0
Interferentie-
signaal
t S
n a
a d
r a
- d
) z
i
s n
e t
i l l
g n
H (
) z
0
, 0
4
0
, 0
6
0
0
1
5
0
0