50
Voor het exact instellen, zonder gereed-
schap van de betreffende stand van de
strooischoepen, is iedere strooischijf van
verschillende niet verwisselbare schaal-
verdelingen (Fig. 33/1 en Fig. 33/2) voor-
zien
F
De korte strooischoep (Fig.
33/3) heeft de schaalverdeling
(Fig. 33/1) met de getallen 0
bis 20 en de lange strooi-
schoep (Fig. 33/4) de schaal-
verdeling (Fig. 33/2) met de
getalwaarden 30 bis 50.
I
Bij het strooien van strooi-
mengsels moet men er op let-
ten dat
•
de afzonderlijke soorten
verschillende
schappen kunnen hebben.
•
een ontmenging van de
afzonderlijke soorten kan
plaats vinden.
I
De aangegeven insteladvie-
zen voor de dwarsverdeling
(werkbreedte) hebben uitslui-
tend betrekking op de ge-
wichtsverdeling en niet op de
bemestingswaarde.
DB 537.1 12.02
Inbedrijfstellen
vliegeigen-
Fig. 33