Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Amazone ZG-B 5500 Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor ZG-B 5500:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
MG4182
BAG002.3 06.10
Printed in Germany
nl
az
ZG-B 5500
ZG-B 8200
Kunstmeststrooier
Precis
Precis
Lees deze bedienings-
handleiding voor gebruik door
en volg de aanwijzingen
zorgvuldig op!
bedieningshandleiding
voor toekomstig gebruik!
Bewaar de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Amazone ZG-B 5500

  • Pagina 1 Bedieningshandleiding ZG-B 5500 Precis ZG-B 8200 Precis Kunstmeststrooier Lees deze bedienings- handleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen MG4182 BAG002.3 06.10 zorgvuldig op! Printed in Germany Bewaar de bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik!
  • Pagina 2 Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
  • Pagina 3 + 49 (0) 5405 501-234 E-mail: amazone@amazone.de Bestellen van onderdelen De lijsten met vervangingsonderdelen zijn vrij toegankelijk via het Portaal Vervangingsonderdelen op www.amazone.de. Wij verzoeken u uw orders bij uw AMAZONE-dealers te plaatsen. Over deze bedieningshandleiding Documentnummer: MG4182 Productiedatum: 06.10 ...
  • Pagina 4 U kunt uw suggesties per fax aan ons doorgeven. AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postbus 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 Fax.: + 49 (0) 5405 501-234 E-mail: amazone@amazone.de ZG- B BAG002.3 06.10...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoud Tips voor de gebruiker ................8 Doel van het document ......................8 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding..............8 Gebruikte beschrijvingen ......................8 Algemene veiligheidsinstructies ..............9 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................9 Beschrijving van veiligheidssymbolen ...................11 Organisatorische maatregelen....................12 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen .................12 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen..................12 Scholing van de personen .....................13 Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik...............14 Gevaren door resterende energie..................14 Onderhoud, service en oplossen van storingen ..............14...
  • Pagina 6 Inhoud 5.2.3 Afkoppelen van het remsysteem................... 44 Hydraulisch bedrijfsremsysteem ................... 45 5.3.1 Aankoppelen van het hydraulische bedrijfsremsysteem............45 5.3.2 Afkoppelen van het hydraulische bedrijfsremsysteem............45 5.3.3 Noodrem..........................45 Handrem..........................47 Oplooprem met terugrij-automaat ..................48 Wielkeggen..........................48 Dissels........................... 49 Trail-Tron-naloopbesturing....................50 Hydraulische aansluitingen ....................
  • Pagina 7 Inhoud 8.3.2 Instellen van de strooiplaatstanden ..................89 8.3.3 Controle van de werkbreedte met mobiele testbaan (optie)..........91 8.3.4 Overbemesting........................91 Grens-; sloot- en kantstrooien....................92 8.4.1 Grens- en kantstrooien met grensstrooischerm Limiter (Optie)........93 Transportritten ...................96 Werken met de machine................98 10.1 Maschine vullen ........................101 10.2 Strooien..........................102 10.3...
  • Pagina 8: Tips Voor De Gebruiker

    Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding  beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine.  voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
  • Pagina 9: Algemene Veiligheidsinstructies

    Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
  • Pagina 10 Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen  voor het leven van de chauffeur of derden, ...
  • Pagina 11: Beschrijving Van Veiligheidssymbolen

    Algemene veiligheidsinstructies Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
  • Pagina 12: Organisatorische Maatregelen

    Algemene veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het te verwerken gewasbeschermingsmiddel beschikbaar te stellen, zoals bv.:  chemicaliënbestendige handschoenen,  een chemicaliënbestendige overall,  waterbestendige schoenen,  een gezichtsbescherming, ...
  • Pagina 13: Scholing Van De Personen

    Algemene veiligheidsinstructies Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerd...
  • Pagina 14: Veiligheidsmaatregelen Voor Normaal Gebruik

    Algemene veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
  • Pagina 15: Onderdelen, Slijtageonderdelen En Hulpstoffen

    Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele AMAZONE-onderdelen en slijtageonderdelen of de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde onderdelen, zodat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft. Bij onderdelen en slijtageonderdelen...
  • Pagina 16: Waarschuwingsstickers En Andere Tekens Op De Machine

    Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
  • Pagina 17: Plaats Van De Waarschuwingsstickers En Overige Aanduidingen

    Algemene veiligheidsinstructies 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. 2 Afb. 3 ZG- B BAG002.3 06.10...
  • Pagina 18 Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 075 Gevaar als gevolg van snijden of amputatie van vingers en handen als gevolg van bewegende machinedelen! Deze gevaren kunnen zwaar letsel met verlies van delen van vingers of handen veroorzaken.  Reik nooit met uw handen of armen in de gevaarlijke plaats zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydraulisch systeem loopt.
  • Pagina 19 Algemene veiligheidsinstructies MD 093 Gevaar voor vastgrijpen of opwikkelen door toegankelijke aangedreven elementen van de machine! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken. Open of verwijder nooit de beschermingsvoorzieningen van de aangedreven elementen van de machine, ...
  • Pagina 20 Algemene veiligheidsinstructies MD100 Dit pictogram geeft sjorpunten aan voor het vastmaken van bevestigingsmiddelen bij het opladen van de machine. MD101 Dit pictogram geeft plaatsen voor het aanbrengen van hefinrichtingen (krik) aan. MD102 Gevaar door onbedoeld starten en wegrollen van tractor en machine bij werkzaamheden aan de machine, zoals monteren, instellen, oplossen van storingen, reinigen, onderhoud en reparaties!
  • Pagina 21 Algemene veiligheidsinstructies MD116 Dit pictogram geeft het maximale aandrijftoerental (maximaal 540 1/min) en de draairichting van de aandrijfas aan machinezijde aan. MD117 Dit pictogram geeft het maximale aandrijftoerental (maximaal 720 1/min) en de draairichting van de aandrijfas aan machinezijde aan. MD 145 Het CE-teken geeft aan dat de machine aan de basiseisen met betrekking tot veiligheid en...
  • Pagina 22: Gevaren Bij Het Negeren Van De Veiligheidsinstructies

    Algemene veiligheidsinstructies ME648 Snel / langzaam 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies  kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken.  kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding.
  • Pagina 23: Veiligheidsinstructies Voor De Gebruiker

    Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen ...
  • Pagina 24 Algemene veiligheidsinstructies  Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van het hydraulisch systeem van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten!  Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)!
  • Pagina 25 Algemene veiligheidsinstructies Transport van de machine  Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden!  Controleer voor transport  of voedingskabels correct zijn aangebracht;  of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ...
  • Pagina 26: Hydraulisch Systeem

     Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangen! Gebruik alleen originele hydraulische slangen van AMAZONE!  Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Dat is inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook...
  • Pagina 27: Elektrisch Systeem

    Algemene veiligheidsinstructies 2.16.3 Elektrisch systeem  Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen!  Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem – brandgevaar! ...
  • Pagina 28: Remsysteem

    Algemene veiligheidsinstructies 2.16.5 Remsysteem  Alleen vakwerkplaatsen of erkende remdiensten mogen instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoeren!  Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren!  Leg de tractor bij alle functiestoringen aan het remsysteem onmiddellijk stil. Laat de functiestoring onmiddellijk verhelpen! ...
  • Pagina 29: Banden

    Algemene veiligheidsinstructies 2.16.6 Banden  Reparatiewerkzaamheden aan banden en wielen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door specialisten met het juiste montagegereedschap!  Controleer regelmatig de bandenspanning!  Houd u aan de voorgeschreven bandenspanning! Een te hoge bandenspanning kan een explosie veroorzaken! ...
  • Pagina 30 Algemene veiligheidsinstructies beveiligd is!  Bij gebruik van homokinetische aandrijfassen moet de homokinetische koppeling altijd aan het scharnierpunt tussen tractor en machine worden aangebracht!  Zet de aandrijfasbescherming vast door de ketting(en) tegen meedraaien te bevestigen!  Let bij de aandrijfassen op de voorgeschreven buisafdekkingen in transport- en werkstand! (Lees ook de bedieningshandleiding van de cardanasfabrikant!) ...
  • Pagina 31: Reinigen, Service En Onderhoud

    Maak voordat u elektrisch gaat lassen aan tractor en aangebouwde machines eerst de kabel van de dynamo en accu van de tractor los!  Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door AMAZONEN-WERKE vastgestelde technische eisen! Originele AMAZONE onderdelen voldoen aan deze eisen! ZG- B BAG002.3 06.10...
  • Pagina 32: Op- En Afladen

    Op- en afladen Op- en afladen Op- en afladen met tractor WAARSCHUWING Er bestaat gevaar voor ongevallen als de tractor niet geschikt is en het remsysteem van de machine niet op de tractor aangesloten en gevuld is!  Koppel de machine volgens de voorschriften aan de tractor voor u de machine op een transportvoertuig laadt of van een transportvoertuig aflaadt! ...
  • Pagina 33: Beschrijving Van Het Product

    Beschrijving van het product Beschrijving van het product Dit hoofdstuk  geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine.  geeft de namen van de afzonderlijke bedieningshendels. Lees dit hoofdtuk bij voorkeur bij de machine. Zo raakt u optimaal vertrouwd met de machine.
  • Pagina 34: Voedingsleidingen Tussen Tractor En Machine

    Beschrijving van het product Voedingsleidingen tussen tractor en machine Voedingsleidingen in parkeerstand: Afb. 8/... (1) Hydraulische slangleidingen (afhankelijk van uitrusting) (2) Elektrische kabel voor verlichting (3) Machinekabel met machinestekker voor bedieningsterminal (4) Remleiding met koppelingskop voor luchtdrukrem (Zonder afbeelding): remleiding met aansluiting op hydraulische Afb.
  • Pagina 35: Gebruik Volgens Voorschriften

     het uitsluitend gebruiken van originele AMAZONE-onderdelen. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften. Voor schade die voortvloeit uit gebruik in strijd met de voorschriften ...
  • Pagina 36: Conformiteit

    Beschrijving van het product In de gevarenzone van de machine mogen geen personen aanwezig zijn  zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydraulisch systeem loopt.  zolang tractor en machine niet tegen onbedoeld starten en wegrollen zijn beveiligd. De bedieningspersoon mag de machine alleen bewegen of werkgereedschappen transport- arbeidsstand...
  • Pagina 37: Technische Gegevens

    Beschrijving van het product Technische gegevens ZG-B 5500 Precis ZG-B 8200 Precis 5500 8200 Inhoud: [kg] 2915 3000 Basisgewicht: [kg] 2000 max. oplegdruk: oplooprem voor rechte [kg] 1600 dissel [mm] 6500 Lengte: Breedte/hoogte met banden: Banden bolling Breedte Hoogte Breedte...
  • Pagina 38: Toegestaan Totaalgewicht En Banden

    Beschrijving van het product 4.9.1 Toegestaan totaalgewicht en banden Aslast Toegestaan totaalgewicht [kg] bij luchtdruk [bar] ZG-B 5500 ZG-B 8200 Toegestaan Rijsnelheid 25 km/h 40 km/h 50 km/h 25 km/h 40 km/h 50 km/h Banden 6300 5800 300/95 R 46 LI145A8...
  • Pagina 39: Benodigde Tractoruitrusting

    Beschrijving van het product 4.10 Benodigde tractoruitrusting Om de machine in overeenstemming met de voorschriften te gebruiken, dient de tractor te voldoen aan de volgende voorwaarden. Motorvermogen van de tractor ZG-B 5500 vanaf 60 pk ZG-B 8200 vanaf 75 pk Elektrisch systeem Accuspanning: ...
  • Pagina 40: Opbouw En Werking

    Het volgende hoofdstuk geeft u informatie over de opbouw van de machine en de werking van de afzonderlijke componenten. Afb. 12 De AMAZONE- getrokken strooier ZG-B is een universele strooier met een bakinhoud van 5200 l tot 8200 l. De ZG-B is geschikt voor het strooien van gegranuleerde meststoffen.
  • Pagina 41: Uitrustingen Voor Zg-B Ultra Hydro

    Opbouw en werking De ZG-B kan met verschillende assen en remsystemen worden uitgerust.  Remas met mechanische oplooprem tot 8000 kg, tot 25 km/h  Remas tot 10.000 kg  Aangedreven as voor 8000 kg, 25 km/h  2-krings luchtdrukremsysteem solo ...
  • Pagina 42: Luchtdrukremsysteem

    Opbouw en werking Luchtdrukremsysteem Het naleven van de onderhoudsintervallen is absoluut vereist voor het perfect functioneren van het gescheiden bedrijfsremsysteem. Afb. 13/… (1) Remkrachtregelaar (2) Handhendel voor het manueel instellen van de remkracht (3) Markering van de afstelpositie De instelling van de remkracht gebeurt in 3 standen afhankelijk van de beladingstoestand.
  • Pagina 43: Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregelaar (Alb)

    Opbouw en werking 5.2.1 Automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar (ALB) Alleen voor machines met vering! WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door niet naar behoren functionerend remsysteem! U mag de instelmaat aan de automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar niet veranderen. De instelmaat moet overeenkomen met de opgegeven waarde op het Haldex-ALB- plaatje.
  • Pagina 44: Afkoppelen Van Het Remsysteem

    Opbouw en werking 1. Open het deksel van de koppelingskop aan de tractor. 2. Drukluchtremsysteem:  Gescheiden drukluchtremsysteem: 2.1 Bevestig de koppelingskop van de remleiding (geel) volgens de voorschriften in de geel gemarkeerde koppeling aan de tractor. 2.3 Bevestig de koppelingskop van de voorraadleiding (rood) volgens de voorschriften in de geel gemarkeerde koppeling aan de tractor.
  • Pagina 45: Hydraulisch Bedrijfsremsysteem

    Opbouw en werking Hydraulisch bedrijfsremsysteem Voor het aansturen van het hydraulische bedrijfdsremsysteem heeft de tractor een hydraulische reminrichting nodig. 5.3.1 Aankoppelen van het hydraulische bedrijfsremsysteem Sluit uitsluitend schone hydraulische koppelingen aan. 1. Verwijder de beschermkappen. 2. Reinig eventueel de hydraulische stekkers en de hydraulische contactdoos.
  • Pagina 46 Opbouw en werking Ga als volgt te werk: 1. Bevestig de trekkabel aan een vast punt van de tractor. 2. Bedien de tractorrem bij draaiende tractormotor en aangesloten hydraulische rem.  Het drukvat van de noodrem wordt geladen. GEVAAR Gevaar voor ongevallen als gevolg van niet goed functionerende rem! Bevestig de borgclip na het verwijderen (bijv.
  • Pagina 47: Handrem

    Opbouw en werking Handrem De aangetrokken handrem beveiligt de afgekoppelde machine tegen het per ongeluk wegrollen. De handrem wordt bediend bij het verdraaien van de kruk via spil en kabel. Afb. 17: Kruk; vergrendeld in rustpositie Afb. 17 Afb. 18: Krukstand voor loszetten / aantrekken in het eindbereik.
  • Pagina 48: Oplooprem Met Terugrij-Automaat

    Opbouw en werking Oplooprem met terugrij-automaat Afb. 20/… (1) Rem  losgezet (A)  bediend (B) (2) Trekkabel Bij het aankoppelen van de machine:  Bevestig de trekkabel aan een vast punt van de tractor! Afb. 20 Wielkeggen Wielkeggen om de machine tegen het ongewenst wegrollen te beveiligen.
  • Pagina 49: Dissels

    Opbouw en werking Dissels Controleer na het koppelen de veilige verbinding bij automatische aanhangkoppelingen. Beveilig bij niet-automatische aanhangkoppelingen de koppelingsbout na het insteken vormsluitend. De ZG-B is uitgerust met een verende trekdissel en kan in hoogte worden versteld. De getrokken strooier kan worden uitgerust met ...
  • Pagina 50: Trail-Tron-Naloopbesturing

    Opbouw en werking Trail-Tron-naloopbesturing De Trail-Tron-naloopbesturing voor de automatische, nagenoeg spoorgetrouwe naloop registreert de hoekpositie van de dissel (Afb. 26/1) t.o.v. de rijrichting van de tractor. Bij afwijking van de disselpositie t.o.v. de middelste stand van de tractor (dissel in lijn met de tractor) stuurt de Trail-Tron de naloopstuurdissel totdat de middelste stand weer is bereikt.
  • Pagina 51 Opbouw en werking Beschadiging van de cardanas door te scherpe hoeken bij ZG-B met Trail-Tron door verkeerde montage van de cardanas.  Gebruik met Trail-Tron: Homokineet van de cardanas aan machinezijde monteren.  Gebruik zonder Trail-Tron: Homokineet van de cardanas aan tractorzijde monteren.
  • Pagina 52: Hydraulische Aansluitingen

    Opbouw en werking Hydraulische aansluitingen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydraulische slangen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts.
  • Pagina 53: Hydraulische Slangleidingen Aansluiten

    Opbouw en werking 5.9.1 Hydraulische slangleidingen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van verkeerd aangesloten hydraulische slangen! Let bij het aansluiten van de hydraulische slangen op de kleurmarkeringen op de hydraulische stekkers. ...
  • Pagina 54: Cardanas

    Opbouw en werking 5.10 Cardanas De aandrijfas zorgt voor de krachtoverdracht tussen tractor en machine. Cardanas aan één zijde met groothoekkoppeling (Afb. 28/1)  Groothoekkoppeling gemonteerd aan de tractorzijde, standaard  Groothoekkoppeling gemonteerd aan de machinezijde bij de toepassing van Trail- Afb.
  • Pagina 55 Opbouw en werking WAARSCHUWING Gevaren door het grijpen en opwikkelen door onbeveiligde delen van de cardanas in de zone van de krachtoverdracht tussen tractor en aangedreven machine! Werk alleen met volledig beveiligde aandrijving tussen tractor en aangedreven machine.  De onbeveiligde delen van de cardanas moeten altijd door een beschermplaat aan de tractor en een beschermtrechter aan de machine beveiligd zijn.
  • Pagina 56: Cardanas Aankoppelen

    Opbouw en werking 5.10.1 Cardanas aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het aankoppelen van de cardanas! Koppel de cardanas aan de tractor voordat de machine aan de tractor wordt aangekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije ruimte voor de veilige koppeling van de cardanas.
  • Pagina 57: Cardanas Afkoppelen

    Opbouw en werking 5.10.2 Cardanas afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het afkoppelen van de cardanas! Koppel de machine eerst van de tractor af voordat de cardanas van de tractor wordt afgekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije ruimte voor de veilige afkoppeling van de cardanas.
  • Pagina 58: Boordcomputer Amatron

    Opbouw en werking Boordcomputer AMATRON 5.11 Met de boorcomputer AMATRON (Afb. 29) kan de ZG-B comfortabel worden aangestuurd, bediend en gecontroleerd. De hydraulische functies worden door de AMATRON bediend:  Sluitschuiven openen / sluiten.  Instellen van de strooihoeveelheid met de doseerschuif ...
  • Pagina 59: Strooischijven Om

    Opbouw en werking 5.12 Strooischijven OM Bei Verwendung der Streuscheiben OM Bij toepassing van de strooischijven (Afb. 31/1) OM is een traploze afstelling van de werkbreedte mogelijk door het zwenken van de strooiplaat op de strooischijven. De strooischijven OM 15-24 kunnen voor werkbreedten van 15-24 m worden gebruikt.
  • Pagina 60: Grens- En Kantstrooien Met Kantstrooischerm Limiter

    Opbouw en werking Grens- en kantstrooien met kantstrooischerm Limiter 5.13 Met het strooischerm Limiter (Afb. 33/1) kan zowel voor kant- als randstrooien worden gebruikt, wanneer het eerste rijspoor op ½ werkbreedte van de perceelgrens ligt. Het strooischerm kan hydraulisch worden in- en uitgeschakeld.
  • Pagina 61: Transportband Hydraulisch Aangedreven

    Opbouw en werking 5.15 Transportband hydraulisch aangedreven Via de transportband wordt het strooigoed uit de bak via de mestvoorkamer met klepregeling naar de strooiaggregaten getransporteerd. Afb. 35/... (1) Transportband (2) Klepregeling Afb. 35 De transportband wordt hydraulisch via een transmissie aangedreven. Afb.
  • Pagina 62: Weeginrichting

    Opbouw en werking 5.17 Weeginrichting De machine kan met een elektronische weeginrichting met 3 weegcellen (Afb. 38/1 en Afb. 38/2)  voor het vaststellen van de inhoud van de voorraadtrechter (niveaumeting) en  Controle van de afgifte. Afb. 38 5.18 Opklapbare ladder Met de opklapbare ladder (Afb.
  • Pagina 63: Steunpoot

    Opbouw en werking 5.20 Steunpoot Steunpoot optillen, na het aankoppelen 1. Steunpoot (Afb. 41/1) met slinger (Afb. 41/2) tot de aanslag indraaien. 2. Pen (Afb. 41/3) uit de steunpoot trekken. 3. Steunpoot optillen. 4. Pen in het onderste gat (Afb. 41/4) steken en borgen.
  • Pagina 64: Afdekkleed (Optie)

    Opbouw en werking 5.21 Afdekkleed (optie) Het opklapbare afdekkleed optioneel hydraulisch of met de hand worden ingeklapt. Afb. 44 5.22 Hydraulisch regelblok en machinecomputer De kleppen van het hydraulische regelblok worden via AMATRON aangestuurd en maken zo alle hydraulische functies mogelijk. Op het hydraulische regelblok bevinden zich, afhankelijk van de uitvoering, de instelbare hydraulische smoorkleppen voor het hydraulisch...
  • Pagina 65: Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over  het inbedrijfstellen van uw machine.  de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen.  Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze handleiding hebben gelezen en begrepen.
  • Pagina 66: Controleren Of De Tractor Geschikt Is

    Inbedrijfstelling Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor!  Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt.
  • Pagina 67: Benodigde Gegevens Voor De Berekening

    Inbedrijfstelling 6.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening Afb. 46 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van tractor of [kg] Voorasbelasting van de lege tractor kentekenbewijs [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Frontgewicht (indien voorhanden) zie technische gegevens frontgewicht of wegen [kg] Maximale steunlast...
  • Pagina 68: Berekening Van Het Minimaal Noodzakelijke Ballastgewicht Voor G

    Inbedrijfstelling 6.1.1.2 Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen         Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk 6.1.1.2) in.
  • Pagina 69 Inbedrijfstelling 6.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter  Totaalgewicht   Voorasbelasting   Achterasbelasting  Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
  • Pagina 70: Voorwaarden Voor Het In Gebruik Nemen Van Tractoren Met Aangehangen Machines

    Inbedrijfstelling 6.1.2 Voorwaarden voor het in gebruik nemen van tractoren met aangehangen machines WAARSCHUWING Gevaren door breuk bij het gebruik van bouwdelen door niet- toegestane combinaties van verbindingselementen!  Zorg ervoor  dat de verbindingsinrichting aan de tractor een voldoende grote steunlast voor de werkelijk voorhanden steunlast vertoont.
  • Pagina 71: Machines Zonder Eigen Remsysteem

    Inbedrijfstelling De werkelijke D -waarde van een te koppelen combinatie wordt als volgt berekend: T x C = g x T + C Afb. 48 Toegestaan totaal gewicht van uw tractor in [t] (zie bedieningshandleiding tractor of kentekenbewijs) Asbelasting van de met de toegestane massa (nuttige belasting) beladen machine in [t] zonder steunlast Versnelling tengevolge van de zwaartekracht (9,81 m/s²) Werkelijke, berekende...
  • Pagina 72: Lengte Van De Cardanas Aan De Tractor Aanpassen

    Inbedrijfstelling Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen WAARSCHUWING Gevaar door  beschadigde en/of kapotte, wegvliegende bouwdelen kan ontstaan voor bedieningspersoneel / derden als de cardanas bij het optillen/neerlaten van de aan de tractor gekoppelde machine samengedrukt of uit elkaar getrokken wordt omdat de lengte van de cardanas niet goed is aangepast! ...
  • Pagina 73 Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk  wegrollen van de tractor en de aangekoppelde machine!  verlagen van de opgetilde machine! Beveilig de tractor en de machine tegen het per ongeluk starten, wegrollen en de opgetilde machine tegen het per ongeluk naar beneden komen, voor u voor het aanpassen van de cardanas de gevarenzone tussen tractor en opgetilde machine betreedt.
  • Pagina 74: Beveilig De Tractor/Machine Tegen Onbedoeld Starten En Wegrollen

    Inbedrijfstelling Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door  onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven, onbeveiligde machine.
  • Pagina 75: Wielen Monteren

    Inbedrijfstelling Wielen monteren Is de machine met noodwielen uitgerust, dan moeten voor de ingebruikname loopwielen worden gemonteerd. WAARSCHUWING  Er mogen uitsluitend banden worden gebruikt die aan de technische specificaties (pagina 37) voldoen.  Bij de velgen die voor de loopwielen worden gebruikt, moet de velgplaat rondom gelast zijn! 1.
  • Pagina 76: De Dissel Van De Getrokken Strooier Verstellen

    Inbedrijfstelling De dissel van de getrokken strooier verstellen 1. De strooier van de tractor loskoppelen (Seite 80) en op het steunwiel zetten. 2. De dissel op een stevige bok (Afb. 49/1) laten rusten en de beide bevestigings- bouten (Afb. 49/2) losmaken. 3.
  • Pagina 77: Stelbout Voor De Systeemkeuze Op Het Stuurventielenblok Instellen

    Inbedrijfstelling Stelbout voor de systeemkeuze op het stuurventielenblok instellen Stem absoluut de instelling van de systeemomschakelbout op het hydraulische systeem van uw tractor af. Verhoogde temperaturen van de hydraulische olie zijn het gevolg van een niet correcte instelling van de systeemomschakelbout, veroorzaakt door permanente belasting van het overdrukklep van het hydraulische...
  • Pagina 78: Trail-Tron - Draaihoeksensor

    Inbedrijfstelling Trail-Tron – draaihoeksensor ZG-B met Trail-Tron – dissel: Voor het gebruik van de Trail-Tron-dissel moet aan tractorzijde een houder voor de draaihoeksensor (Afb. 52/1) worden gemonteerd. De steun moet aan de hand van de omstandigheden bij de tractor uit de bijgeleverde huls met borgbout (Afb.
  • Pagina 79: Machine Aan- En Afkoppelen

    Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Neem bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener" in acht, pagina 23. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en wegrollen van de machine en tractor bij het aan- of afkoppelen van de machine! Beveilig de tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u voor het aan- of afkoppelen in de gevarenzone tussen...
  • Pagina 80: Machine Afkoppelen

    Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en machine door beschadigde voedingskabels! Let bij het aansluiten van de voedingskabels op het verloop van de voedingskabels. De voedingskabels  moeten bij alle bewegingen van de aangekoppelde machine soepel meedraaien zonder spanning, knikken of wrijving.
  • Pagina 81 Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de afgekoppelde machine! Zet de machine altijd op een vlakke en stevige bodem. Na het afkoppelen van de machine moet er voldoende ruimte vóór de machine zijn om de tractor in één lijn naar de machine te rijden.
  • Pagina 82: Rangeren Met De Afgekoppelde Machine

    Machine aan- en afkoppelen 7.2.1 Rangeren met de afgekoppelde machine GEVAAR U moet bijzonder voorzichtig zijn bij het rangeren met de veldspuit wanneer de bedrijfsrem buiten werking is. Het volledige remvermogen komt namelijk van het rangerende voertuig. De machine moet met het rangerende voertuig verbonden zijn voor u de ontlastingsklep op het aanhangerremklep lost.
  • Pagina 83: Instellingen

    Zorg ervoor dat er niemand in de tractorcabine kan komen, zodat onbedoeld bedienen van het hydraulisch systeem van de tractor wordt voorkomen. Alle afstellingen van de centrifugaalstrooier AMAZONE ZG-B vinden plaats volgens de gegevens in de strooitabel. Alle universele mestsoorten worden in de Amazone-strooihal verspreid en de hierbij verkregen instelgegevens worden in de strooitabel opgenomen.
  • Pagina 84  DüngeService de actuele vindt u op www.amazone.de aanvullingen op de strooitabel;  kunt u telefonisch advies inwinnen bij de AMAZONE voor het indelen van de meststof en de aanbevolen instellingen voor uw kunstmeststrooier.  +49 (0) 54 05 / 501 111 ...
  • Pagina 85: Instellen Van De Strooihoeveelheid

    Instellingen Instellen van de strooihoeveelheid Zie bedieningshandleiding van de boordcomputer AMATRON De voor de gewenste strooihoeveelheid vereiste schuifstand wordt via de beide doseerschuiven elektronisch ingesteld. Na invoer van de gewenste strooihoeveelheid op de AMATRON [voorgeschreven hoeveelheid in kg/ha] moet de mestkalibratiefactor worden bepaald (controle strooihoeveelheid).
  • Pagina 86: Controle Van De Strooihoeveelheid Zonder Weegtechniek Voorbereiden

    Instellingen 8.2.1 Controle van de strooihoeveelheid zonder weegtechniek voorbereiden De hoeveelheid strooigoed wordt bij de linker uitlaatopening gecontroleerd. 1. Draai de vleugelbouten van beide strooischijven los. 2. Verwijder beide strooischijven. 3. Breng de vleugelbouten weer aan (zodat er geen meststof in het schroefgat terechtkomt).
  • Pagina 87: Instellen Van De Werkbreedte Voor Strooischotels Om

    Instellingen Instellen van de werkbreedte voor strooischotels OM  Voor de verschillende werkbreedten zijn er verschillende strooischijvenparen.  Het bestaande rijpadensysteem (afstand tussen de rijsporen) bepaalt de keuze van het benodigde strooischijvenpaar.  De werkbreedten zijn instelbaar in de werkbereiken van de betreffende Omnia-Set (OM) strooischijvenparen (bij het uitstrooien van ureum kunnen er echter afwijkingen ontstaan).
  • Pagina 88: Vervangen Van De Strooischijven

    Instellingen 8.3.1 Vervangen van de strooischijven WAARSCHUWING Gevaar voor materiaal of onderdelen die door de machine worden weggeslingerd resp. uit de machine worden geslingerd!  Zorg dat onbevoegde personen op voldoende veiligheidsafstand van de gevarenzone van de machine blijven,  voordat u de aandrijving voor de strooischijven inschakelt.
  • Pagina 89: Instellen Van De Strooiplaatstanden

    Instellingen 8.3.2 Instellen van de strooiplaatstanden Afb. 56 De strooiplaatstand is afhankelijk van:  de werkbreedte en  de mestsoort. Voor een exacte instelling van de afzonderlijke strooiplaatstanden zonder gereedschap is elke strooischijf voorzien van twee verschillende, unieke schalen (Afb. 56/1 en Afb. 56/2). ...
  • Pagina 90 Instellingen 4. Stel de gewenste werkbreedte in door de korte en lange strooiplaat na elkaar in te stellen. 4.1 Verdraai de strooischijf zodanig dat u de betreffende vleugelmoer onder de schijf probleemloos los kunt draaien. 4.2 Draai de betreffende vleugelmoer los. 4.3 Lees in de strooitabel de noodzakelijke instelwaarden voor de korte en lange strooiplaten af.
  • Pagina 91: Controle Van De Werkbreedte Met Mobiele Testbaan (Optie)

    Instellingen 8.3.3 Controle van de werkbreedte met mobiele testbaan (optie) De strooi-eigenschappen van de betreffende kunstmest hebben invloed op de werkbreedte. De belangrijkste factoren die strooi- eigenschappen beïnvloeden zijn, zoals bekend  de korrelgrootte  het stortgewicht,  oppervlakte ruwheid en ...
  • Pagina 92: Grens-; Sloot- En Kantstrooien

    Instellingen Grens-; sloot- en kantstrooien 1. Kantstrooien volgens de milieunorm(Afb. 60) Aan de veldgrens ligt een straat, een veldweg of een akker van iemand anders. Volgens de mestrichtlijnen mag er geen mest Afb. 60 over de grens vallen. 2. Slootstrooien volgens de mestrichtlijnen (Afb.
  • Pagina 93: Grens- En Kantstrooien Met Grensstrooischerm Limiter (Optie)

    Instellingen Grens- en kantstrooien met grensstrooischerm Limiter (Optie) 8.4.1 De instelling van de Limiter is afhankelijk van  kantafstand,  mestsoort,  toestand van de veldgrens. De in te stellen waarde kan in de strooitabel Limiter worden afgelezen.  De waarden in de strooitabel moeten als richtwaarden worden beschouwd, omdat de toestand van de kunstmest kan variëren.
  • Pagina 94 Instellingen Afb. 64/… (1) Grensstrooischerm en schaalverdeling met instelwaarde van 0 t/m 15. (2) Wijzer voor schaalverdeling (3) Klemhendel (4) Geleidebeugel (5) Positiesensor  Instelbaar smoorpijpje op hydraulisch regelblok. Afb. 64 De Limiter wordt bediend via de AMATRON  Voor het rand-/grensstrooien het grensstrooischerm hydraulisch omlaag brengen.
  • Pagina 95 Instellingen Overbemesten met Limiter Voor bij(over)bemesten wordt het kantstrooischerm op halve hoogte ingesteld (Afb. 66).  Eerst het kantstrooischerm hydraulisch volledig laten zakken. Op de boevenkant van het kantstrooischerm bevindt zich zowel links als rechts een instelschuif (Afb. 67). 1. de moeren (Afb. 67/1) van de instelschuif losdraaien.
  • Pagina 96: Transportritten

    Transportritten Transportritten  Neem bij transportritten het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener" vanaf pagina 25 in acht bij het.  Controleer voor transport  of voedingskabels correct zijn aangebracht.  of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is.  het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog lopende gebreken.
  • Pagina 97 Transportritten VOORZICHTIG  Raadpleeg bij transportritten het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", blz. 25.  Verboden zijn transportritten met vastgezette tractorregeleenheid. Zet de regeleenheid op de tractor bij transportritten altijd in de neutrale stand.  Gebruik de transportvergrendeling voor het vergrendelen van de opgeklapte ladder om te voorkomen dat deze naar beneden klapt.
  • Pagina 98: Werken Met De Machine

    Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken  "Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine" en  "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 23 Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid. Zie bedieningshandleiding AMATRON WAARSCHUWING Gevaar voor weggeslingerde voorwerpen (mestdeeltjes,...
  • Pagina 99 Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor vastgrijpen en opwikkelen en gevaar voor het wegslingeren van vastgegrepen voorwerpen in de gevarenzone van de aangedreven cardanas!  Controleer voor elk gebruik van de machine of de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen van de aandrijfas goed werken en intact zijn.
  • Pagina 100 Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door  onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u storingen aan de machine verhelpt, zie hiervoor pagina 74. Wacht tot de machine stilstaat voordat u in de gevarenzone van de machine komt.
  • Pagina 101: Maschine Vullen

    Werken met de machine 10.1 Maschine vullen WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar als gevolg van breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! Rijd indien nodig met een gedeeltelijk gevulde bak.
  • Pagina 102: Strooien

    Werken met de machine 10.2 Strooien WAARSCHUWING De ZG-B is niet geschikt voor het verspreiden van slakkenkorrels! WAARSCHUWING Gevaar voor het uitwerpen van delen van de strooiplaten / zwenkvleugels, als gevolg van versleten strooiplaten / zwenkvleugels! Controleer dagelijks voor aanvang / aan het einde van de strooiwerkzaamheden alle strooiplaten en zwenkvleugels op zichtbare gebreken.
  • Pagina 103 Werken met de machine De kunstmeststrooier wordt bediend via de AMATRON  De kunstmeststrooier is aan de tractor gekoppeld.  De voedingsleidingen zijn aangesloten.  Cardanas is gekoppeld.  De instellingen zijn uitgevoerd.  Voor het gebruik van de gestuurde dissel de afsluitkraan van de hydraulische cilinder openen (stand I)! ...
  • Pagina 104 Werken met de machine 1. Koppel de aftakas bij een laag tractormotortoerental aan. 2. Open de sluitschuif hydraulisch en begin te rijden. 3. Voor het grensstrooien: Limiter hydraulisch neerlaten. 4. Na beëindiging van het strooien: 4.1 Sluit de sluitschuif. 4.2 Koppel de aftakas bij een laag tractortoerental los. 4.3 Bedien tractorregeleenheid 1 en schakel de toevoer van hydraulische olie naar het regelblok uit! ...
  • Pagina 105: Aanbevelingen Voor Werkzaamheden Op De Wendakker

    Werken met de machine 10.3 Aanbevelingen voor werkzaamheden op de wendakker Om nauwkeurig aan veldgrenzen en -randen te kunnen werken, is het belangrijk dat de rijpaden correct worden aangelegd. Het eerste rijpad (Afb. 70/T1) ligt doorgaans op een halve rijpadafstand tot de veldrand (pagina 105). Op dezelfde manier wordt een dergelijk rijpad op de wendakker aangelegd.
  • Pagina 106: Storingen

    De strooi-eigenschappen van uw Neem contact op met de mestkorrels wijken af van de AMAZONE-mest-Service. eigenschappen van de mestsoort  05405-501111 die wij bij het maken van de strooitabel hebben gebruikt. Te veel mest in het tractorspoor Voorgeschreven Tractormotortoerental verhogen.
  • Pagina 107 Storingen Storing Oorzaak Oplossing Bij een tractor met Systeemomschakelbout op het Systeemomschakelbout op het continustroomsysteem strooiventielblok is niet tot aan de strooiventielblok tot aan de (tandwielpomp) wordt de aanslag naar buiten gedraaid aanslag naar buiten draaien (op hydraulische olie te warm (fabrieksinstelling).
  • Pagina 108: Reiniging, Onderhoud En Reparatien

    Gebruik alleen originele AMAZONE-reserveonderdelen (zie hiervoor hoofdstuk "Reserveonderdelen, slijtdelen en hulpmaterialen", pagina 15).  Gebruik alleen originele AMAZONE-reserveslangen en bij de montage alleen slangklemmen van V2A.  Speciale vakkennis is de voorwaarde voor het uitvoeren van controle- en onderhoudswerkzaamheden. Deze vakkennis wordt in het kader van deze gebruiksaanwijzing niet overgedragen.
  • Pagina 109 Reiniging, onderhoud en reparatien  Neem de wettelijke voorschriften bij het afvoeren van bedrijfsstoffen in acht, zoals bv. oliën en vetten. Eveneens van deze wettelijke voorschriften betroffen, zijn delen die met deze bedrijfsstoffen in aanraking komen.  Een doorsmeerdruk van 400 bar mag bij het doorsmeren met hogedruksvetspuiten niet overschreden worden.
  • Pagina 110: Reiniging

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.1 Reiniging  Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen zeer zorgvuldig!  Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën.  Smeer de veldspuit na het reinigen, vooral na het reinigen met een hogedrukreiniger/stoomstraal of vetoplosbare middelen.
  • Pagina 111: Smeervoorschrift

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.2 Smeervoorschrift Alle smeernippels doorsmeren (afdichtingen schoon houden). De machine in de opgegeven intervallen smeren/vetten. De smeerpunten aan de machine zijn met de folie (Afb. 72) gemarkeerd. Smeerpunten en vetspuit voor het smeren zorgvuldig reinigen, zodat er geen vuil in de lagers geperst wordt.
  • Pagina 112 Reiniging, onderhoud en reparatien Afb. 73 Afb. 74 Afb. 75 Smeerpunt Soort smering Aantal Intervall [h] Smeernippel zie Fehler! As en remmen Textmarke nicht definiert. Flenslager roeras Smeernippel Aandrijfketting roeras oliën Flenslager bandbodem Smeernippel Trekoog infetten Lager stuurdissel Smeernippel Kussenblok aandrijfas Smeernippel Cardanas Smeernippel...
  • Pagina 113 Reiniging, onderhoud en reparatien Cardanas smeren In het winterseizoen moeten de beschermpijpen worden ingevet om vastvriezen te voorkomen. Raadpleeg ook de aan de cardanas bevestigde montage- en onderhoudsaanwijzingen van de cardanasfabrikant. Afb. 76 Remaslagering, buiten en binnen Opgelet! Er mag geen vet of olie in de rem terechtkomen. Naargelang de bouwreeks is de nokkenlagering van de rem niet afgedicht.
  • Pagina 114 Reiniging, onderhoud en reparatien Voor het smeren van de wiellagers mag uitsluitend speciaal duurzaam BPW-vet met een druppelpunt boven 190°C gebruikt worden. Verkeerde soorten vet of overmatige hoeveelheden kunnen schade veroorzaken. Het mengen van lithiumverzeept met natronverzeept vet kan door onverdraagbaarheid schade veroorzaken.
  • Pagina 115: Onderhoudsschema - Overzicht

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.3 Onderhoudsschema – overzicht  Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt..  Tijdsintervallen, draai-uren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Na de eerste beladen rit Onderhoudswerkzaamheden Zie blz.
  • Pagina 116 Reiniging, onderhoud en reparatien Maandelijks / Na 50 draaiuren Onderhoudswerkzaamheden Zie blz. Onderdeel Vakwerkplaats  Dichtheid controleren Hydraulische installatie  Controle op gebreken  Remwerking in aangetrokken Handrem toestand controleren Ieder kwartaal / Na 200 draaiuren Onderhoudswerkzaamheden Zie blz. Onderdeel Vakwerkplaats ...
  • Pagina 117: Vervangen Van De Strooiplaten En Zwenkvleugels

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.4 Vervangen van de strooiplaten en zwenkvleugels  De technische toestand van de strooiplaten inclusief hun zwenkvleugels draagt voor een groot deel bij aan een gelijkmatige dwarsverdeling van de mestkorrels op het veld (vorming van voren). ...
  • Pagina 118 Reiniging, onderhoud en reparatien 1. Draai de fixeerpennen los en verwijder ze (Afb. 77/3). 2. Maak de snelsluiting los en verwijder deze (Afb. 77/4). 3. Vervang de strooiplaat. 4. Vervang de zelfborgende moeren (Afb. 77/1) van de fixeerpennen door nieuwe zelfborgende moeren.
  • Pagina 119: Vervangen Van De Zwenkvleugels Om

    Reiniging, onderhoud en reparatien Vervangen van de zwenkvleugels OM 12.4.2 WAARSCHUWING Gevaar voor uitwerpen van zwenkvleugels van de strooiplaat als gevolg van het onbedoeld losraken van de schroefverbindingen! Vervang beslist ook de gebruikte zelfborgende moeren van de schroefverbindingen bij het vervangen van de zwenkvleugels door nieuwe zelfborgende moeren.
  • Pagina 120: Transportband Met Automatische Bandbesturing

    De transportband trekt dan naar de buitenkant. Dit scheef lopen wordt voorkomen door de automatische bandbesturing van de AMAZONE- getrokken strooiers ZG-B. De transportband met automatische bandbesturing is opgespannen tussen de aandrijftrommel ( Afb.
  • Pagina 121: Doseereenheid Controleren

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.6 Doseereenheid controleren 1. Draai de bouten (Afb. 81/1) van de achterklep (Afb. 81/2) los. 2. Verwijder de achterklep. 3. Controleer of de regelklep (Afb. 81/1) makkelijk beweegt; stel de stelringen eventueel bij. 4. Reinig de doorlaatopeningen. 5.
  • Pagina 122 Reiniging, onderhoud en reparatien Controleer de spanning van de aandrijfketting; stel deze eventueel bij met de kettingspanner (Afb. 84/1) in het langgat. Breng de kettingbeschermer weer aan. Afb. 84 Afstropers Door het gebruik van de machine kunnen de segmentplaten verschuiven. De segmentplaten moeten over de volle lengte tegen de bandbodem liggen.
  • Pagina 123: Dissels

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.7 Dissels GEVAAR!  Vervang voor de verkeersveiligheid onmiddellijk een beschadigde dissel.  Reparaties mogen alleen door in de fabriek van de fabrikant uitgevoerd worden.  Om veiligheidsredenen is het verboden om aan de dissel te boren en te lassen Trekhaakdissel De trekoogdiameter van de trekhaakdissel bedraagt in nieuwe staat...
  • Pagina 124: Assen En Remmen

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.8 Assen en remmen We raden aan om een remtest uit te voeren voor een optimaal remgedrag en minimale slijtage van de remvoeringen tussen de tractor en de getrokken veldspuit. Laat deze test door de dealer uitvoeren nadat het remsysteem voldoende ingereden is.
  • Pagina 125 Reiniging, onderhoud en reparatien Remtrommel op verontreiniging controleren 1. Schroef beide afdekplaten (Afb. 87/1) aan de binnenzijde van de remtrommel los. 2. Verwijder eventueel binnengedrongen vuil en plantenresten. 3. Monteer de afdekplaten weer. VOORZICHTIG Binnengedrongen vuil kan zich op de remvoeringen (Afb. 87/2) afzetten en hierdoor de remwerking aanzienlijk verslechteren.
  • Pagina 126 Reiniging, onderhoud en reparatien Remvoeringcontrole Kijkgat (Afb. 90/1) openen door de rubber stop (indien voorhanden) te verwijderen. Bij een resterende dikte van geklonken voering 5 mm (N 2504) 3 mm verlijmde voering 2 mm moet de remvoering vervangen worden. Rubber stop weer aanbrengen. Reminstelling Voor het normale gebruik moet de werking van de remmen regelmatig worden getest, op slijtage...
  • Pagina 127 Reiniging, onderhoud en reparatien Functiecontrole automatische reminsteller 1. Rubber afdichtkap verwijderen. 2. Afstelbout (pijl) met ringsleutel ca. een ¾- draai linksom terugdraaien. Er moet bij een hefboomlengte van 150 mm een vrije slag van minstens 50 mm voorhanden zijn. 3. Remhendel meermaals met de hand bedienen.
  • Pagina 128 Reiniging, onderhoud en reparatien Luchtvat Ontwater dagelijks het luchtvat. Afb. 94/... (1) Luchtvat (2) Spanbanden (3) Ontwateringsklep (4) Controleaansluiting voor manometer 1. Trek de ontwateringsklep over de ring in zijdelingse richting totdat er geen water meer uit het luchtvat stroomt. ...
  • Pagina 129: Testhandleiding Voor Twee Leidng Luchtdrukremsysteem

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.8.1 Testhandleiding voor twee leidng luchtdrukremsysteem Controle op lekkage 1. Controleer alle aansluitingen, verbindingen van slangen, leid- ingen en boutverbindingen op lekkage. 2. Lekkages verhelpen. 3. Zorg dat leidingen en slangen nergens tegenaan schuren. 4. Poreuze en defecte slangen vervangen. 5.
  • Pagina 130: Handrem

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.9 Handrem Bij nieuwe machines kunnen de remkabels van de handrem uitzetten. Stel de handrem bij  als driekwart van de spanafstand van de spil nodig is om de handrem stevig aan te trekken.  als de remmen van nieuwe remvoeringen zijn voorzien. Handrem bijstellen De remkabel moet in ongeremde toestel lichtjes doorhangen.
  • Pagina 131: Wielen/Banden

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.10 Wielen/banden  Vereist aanhaalmoment van de wielmoeren/-bouten: 510 Nm  Siehe Seite 38 bandenspanning:  Controleer regelmatig de  vastheid van de wielmoeren;  bandenspanning (zie hiervoor hoofdstuk 12.10.1).  Gebruik alleen de door ons voorgeschreven banden en velgen, zie pagina 37.
  • Pagina 132: 12.10.2 Banden Monteren

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.10.2 Banden monteren  Voordat u een nieuwe band of een andere band monteert, eerst de roestplekken op de velgrand verwijderen. Tijdens het rijden kan corrosie schade aan de velgen veroorzaken.  Gebruik bij de montage van nieuwe banden altijd nieuwe binnenbandloze ventielen of slangen.
  • Pagina 133: Hydraulisch Systeem

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.11 Hydraulisch systeem WAARSCHUWING Gevaar voor infectie door onder hoge druk staande hydraulische olie die in het lichaam dringt!  Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd!  Laat alle druk uit het hydraulische systeem ontsnappen voordat u met de werkzaamheden aan het hydraulische systeem begint! ...
  • Pagina 134: 12.11.1 Aanduidingen Op Hydraulische Slangen

    Reiniging, onderhoud en reparatien  Bij het aansluiten van de hydraulische slangen op het hydraulische systeem van de tractor moet de hydraulica van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn!  Sluit de hydraulische slangen op de correcte wijze aan. ...
  • Pagina 135: 12.11.2 Service-Intervallen

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.11.2 Service-intervallen Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren 1. Controleer alle componenten van het hydraulische systeem op lekkage. 2. Trek schroefverbindingen eventueel na. Voor elke inbedrijfstelling 1. Controleer de hydraulische slangen op in het oog lopende gebreken.
  • Pagina 136: 12.11.4 Monteren En Demonteren Van Hydraulische Slangen

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.11.4 Monteren en demonteren van hydraulische slangen Gebruik  alleen originele AMAZONE-reserveslangen. Deze reserveslangen zijn bestand tegen de chemische, mechanische en thermische belasting.  bij de montage van slangen altijd slangklemmen van V2A. Neem bij het monteren en demonteren van hydraulische slangen de volgende aanwijzingen beslist in acht: ...
  • Pagina 137: Controle Van Het Hydraulische Oliefilter

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.12 Controle van het hydraulische oliefilter Filter hydraulische olie (Afb. 98/1) met vervuilingsindicatie (Afb. 98/2)  Groen filter goed functionerend  Rood filter vervangen Voor demontage draait u het filterdeksel los en verwijdert u het filter. ...
  • Pagina 138: Aandrijfkast

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.14 Aandrijfkast Tandwielolie: SAE 090  Olieverwisselen  Hoeveelheid olie:Transportband met hydraulische aandrijving 12.15 Elektrische verlichting WAARSCHUWING Vervang defecte gloeilampen onmiddellijk, zodat u andere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengt! ! Gloeilampen vervangen: 1. Draai het beschermglas los. 2.
  • Pagina 139: Aanhaalkoppels Schroeven

    Reiniging, onderhoud en reparatien 12.16 Aanhaalkoppels schroeven 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M 18x1,5 M 20 M 20x1,5 M 22 M 22x1,5 1050 M 24...
  • Pagina 140: Hydraulisch Schema

    Hydraulisch schema Hydraulisch schema 1. Stuurventiel 1 (Slangmarkering 1 x rood) 2. Aansluiting op vrije retour (Slangmarkering 2 x rood) 3. Oliefilter 4. Testaansluiting 5. Aansluiting op Load-Sensing- stuurleiding 6. Systemumstellschraube 7. Plane auf 8. Hydraulische schuif rechts 9. Hydraulische schuif links 10.
  • Pagina 141 Notities ZG- B BAG002.3 06.10...
  • Pagina 142 Tel.: + 49 (0) 5405 501-0 D-49202 Hasbergen-Gaste Telefax: + 49 (0) 5405 501-234 Germany e-mail: amazone@amazone.de http:// www.amazone.de Overige: D-27794 Hude  D-04249 Leipzig  F-57602 Forbach Fabrieksvestigingen in Engeland en Frankrijk Fabrieken voor strooiers van minerale kunstmest, landbouwsproeiers, zaaimachines,...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Zg-b 8200

Inhoudsopgave