38
7.
Inbedrijfstellen
I
Na
ieder
gebleven
meststof op de schoepen en
toevoergoten verwijderen.
I
De aftakas altijd uitschakelen
als de hoek van de kruiskop-
pelingen te groot wordt of de
aandrijving niet nodig is. De
aftakas uitschakelen zodra
de doseerschuiven worden
gesloten.
7.1
Centrifugaalstrooier
vullen
Voor het vullen van de trech-
a
ters controleren of er geen
kluiten of vreemde voorwer-
pen in de voorraadbak be-
vinden.
Houdt rekening met het ma-
a
ximale draagvermogen van
de tractor en de strooier.
Bij
het
a
centrifugaalstrooier wordt de
vooras van de trekker, af-
hankelijk van de grootte van
de tractor, verschillend ont-
last.
Houdt bij het vullen van de
a
centrifugaalstrooier rekening
met voldoende belasting van
de vooras van de trekker
(20% van het eigengewicht
van de tractor), raadpleeg
DB 537.1 12.02
Inbedrijfstellen
gebruik
achter-
en
vastgeplakte
opheffen
van de
ook de handleiding van de
tractorfabrikant. Indien nodig
extra frontgewichten monte-
ren.
I
De voorraadbak alleen vullen
indien
gesloten zijn.
De veiligheidsadviezen van
a
de
leverancier
meststoffen opvolgen.
7.2
Afstellen en inzetten
van de centrifugaal-
strooier
Alle afstellingen aan de centrifugaalstro-
oier AMAZONE ZA-X Perfect 02 worden
volgens opgave in de strooitabel uitge-
voerd.
Alle in de handel gebruikelijke meststof-
fen worden in de AMAZONE-Strooihal
getest en de hieruit verkregen afstelge-
gevens zijn in de strooitabel opgenomen.
De
in
de
strooitabel
kunstmestsoorten bevonden zich tijdens
het vaststellen van de gegevens in goede
staat.
Vanwege de variabele toestand van de
kunstmest,
•
door weersinvloeden en/of opslag-
conditie,
•
schommelingen in de fysieke eigen-
schappen – zelfs binnen hetzelfde
merk en soort –
•
door verandering van de strooieigen-
schappen,
de
doseerschuiven
van
opgenomen
de