Samenvatting van Inhoud voor Amazone ZG-B 5500 Special
Pagina 1
Bedieningshandleiding ZG-B 5500 Special / Super / Drive ZG-B 8200 Special / Super / Drive Getrokken strooier Lees deze bedienings-handleiding voor gebruik door en volg de MG3540 aanwijzingen zorgvuldig op! BAG0003.23 11.22 Printed in Germany Bewaar de bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik!
Pagina 2
Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
+ 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de Bestellen van onderdelen De lijsten met vervangingsonderdelen zijn vrij toegankelijk via het Portaal Vervangingsonderdelen op www.amazone.de. Wij verzoeken u uw orders bij uw AMAZONE-dealers te plaatsen. Over deze bedieningshandleiding Documentnummer: MG3540 Productiedatum: 11.22 ...
Pagina 4
Wij passen onze bedieningshandleidingen regelmatig aan. Uw suggesties helpen ons onze bedieningshandleidingen nog gebruikersvriendelijker te maken. AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postbus 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de ZG- B BAG0003.23 11.22...
Inhoud Tips voor de gebruiker ................9 Doel van het document ......................9 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding..............9 Gebruikte beschrijvingen ......................9 Algemene veiligheidsinstructies .............. 10 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................10 Beschrijving van veiligheidssymbolen ................... 12 Organisatorische maatregelen ....................13 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen .................
Pagina 6
Inhoud 5.2.1 Aankoppelen van het hydraulische bedrijfsremsysteem ............52 5.2.2 Afkoppelen van het hydraulische bedrijfsremsysteem ............52 5.2.3 Noodrem ..........................52 Handrem ..........................54 Oplooprem met terugrij-automaat ..................55 Wielkeggen ..........................55 Veiligheidsketting tussen tractor en machines ..............56 Beveiliging tegen onbevoegd gebruik ................... 56 Dissels ...........................
Pagina 7
Inhoud Inbedrijfstelling ..................99 Controleren of de tractor geschikt is ..................100 6.1.1 Berekenen van de daadwerkelijke waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht ..................... 100 6.1.2 Voorwaarden voor het in gebruik nemen van tractoren met aangehangen machines ..
Pagina 8
Inhoud 12.7 Verbindingsinrichting controleren ..................164 12.8 Assen en remmen ....................... 165 12.8.1 Testhandleiding voor twee leidng luchtdrukremsysteem ............ 170 12.9 Handrem ..........................171 12.10 Wielen/banden ........................172 12.10.1 Bandenspanning ......................... 172 12.10.2 Banden monteren ........................ 173 12.11 Hydraulisch systeem ......................174 12.11.1 Aanduidingen op hydraulische slangen ................
Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 11
Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen voor het leven van de chauffeur of derden, •...
Algemene veiligheidsinstructies Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het te verwerken gewasbeschermingsmiddel beschikbaar te stellen, zoals bv.: chemicaliënbestendige handschoenen, • een chemicaliënbestendige overall, • waterbestendige schoenen, • • een gezichtsbescherming, •...
Algemene veiligheidsinstructies Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerd...
Algemene veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend AMAZONE originele -onderdelen en slijtageonderdelen of de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde onderdelen, zodat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft.
Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
Algemene veiligheidsinstructies 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. 2 ZG- B BAG0003.23 11.22...
Pagina 19
Algemene veiligheidsinstructies Afb. 3 Afb. 4 Afb. 5 Afb. 6 ZG- B BAG0003.23 11.22...
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 075 Gevaar als gevolg van snijden of amputatie van vingers en handen als gevolg van bewegende machinedelen! Deze gevaren kunnen zwaar letsel met verlies van delen van vingers of handen veroorzaken. • Reik nooit met uw handen of armen in de gevaarlijke plaats zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydraulisch systeem loopt.
Pagina 21
Algemene veiligheidsinstructies MD 082 Gevaar voor vallen van treeplanken en platforms tijdens het meerijden op de machine! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op rijdende machines te laten stappen.
Pagina 22
Algemene veiligheidsinstructies MD 096 Gevaar door onder hoge druk staande hydraulische olie als gevolg van lekkende hydraulische slangen! Dit gevaar kan zeer ernstig lichamelijk letsel met de dood tot gevolg veroorzaken wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie via de huid in het lichaam komt. Probeer nooit lekkende hydraulische •...
Pagina 23
Algemene veiligheidsinstructies MD114 Dit pictogram wijst op een smeerpunt. MD116 Dit pictogram geeft het maximale aandrijftoerental (maximaal 540 1/min) en de draairichting van de aandrijfas aan machinezijde aan. MD117 Dit pictogram geeft het maximale aandrijftoerental (maximaal 720 1/min) en de draairichting van de aandrijfas aan machinezijde aan.
Pagina 24
Algemene veiligheidsinstructies MD 174 Gevaar door onbedoelde verplaatsing van de machine! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Beveilig de machine tegen onbedoelde verplaatsing voordat u de machine van de tractor afkoppelt. Gebruik hiervoor de handrem en/of de stopwig(gen).
Algemene veiligheidsinstructies 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies • kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Neem behalve deze instructies ook de algemeen geldende •...
Pagina 27
Algemene veiligheidsinstructies Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor • aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van het hydraulisch systeem van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten! • Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)!
Pagina 28
Algemene veiligheidsinstructies Transport van de machine Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende • verkeersregels te houden! Controleer voor transport • ο of voedingskabels correct zijn aangebracht; of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο...
Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangen! • Gebruik alleen originele hydraulische slangen van AMAZONE! • Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Dat is inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.3 Elektrisch systeem Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de • accu (minpool) los te koppelen! • Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem – brandgevaar! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.5 Remsysteem Alleen vakwerkplaatsen of erkende remdiensten mogen instel- • en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoeren! • Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren! • Leg de tractor bij alle functiestoringen aan het remsysteem onmiddellijk stil. Laat de functiestoring onmiddellijk verhelpen! Zet vóór werkzaamheden aan het remsysteem de machine veilig •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.6 Banden Reparatiewerkzaamheden aan banden en wielen mogen • uitsluitend worden uitgevoerd door specialisten met het juiste montagegereedschap! Controleer regelmatig de bandenspanning! • Houd u aan de voorgeschreven bandenspanning! Een te hoge • bandenspanning kan een explosie veroorzaken! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.8 Aftakas Alleen de aandrijfassen die door de AMAZONEN-WERKEN zijn • voorgeschreven en zijn voorzien van de voorgeschreven beveiligingen mogen worden gebruikt! Lees ook de bedieningshandleiding van de aandrijfas-fabrikant! • De beschermpijp en de beschermingstrechter van de aandrijfas •...
Maak voordat u elektrisch gaat lassen aan tractor en • aangebouwde machines eerst de kabel van de dynamo en accu van de tractor los! Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door • AMAZONEN-WERKE vastgestelde technische eisen! AMAZONE originele onderdelen voldoen aan deze eisen! ZG- B BAG0003.23 11.22...
Op- en afladen Op- en afladen Op- en afladen met tractor WAARSCHUWING Er bestaat gevaar voor ongevallen als de tractor niet geschikt is en het remsysteem van de machine niet op de tractor aangesloten en gevuld is! Koppel de machine volgens de voorschriften aan de tractor voor •...
Beschrijving van het product Beschrijving van het product Dit hoofdstuk • geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine. • geeft de namen van de afzonderlijke bedieningshendels. Lees dit hoofdtuk bij voorkeur bij de machine. Zo raakt u optimaal vertrouwd met de machine.
Beschrijving van het product Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Cardanasbeveiliging • Aan de cardanas • Aan de machinezijde Afb. 10 Cardanasbeveiliging • Aan de cardanas (ZG-B Super / Special) • Aan de transmissie (ZG-B Super / Special) • Aan het grondwiel (ZG-B Super) Afb.
Beschrijving van het product Voedingsleidingen tussen tractor en machine Voedingsleidingen in parkeerstand: Afb. 13/... (1) Hydraulische slangleidingen (afhankelijk van uitrusting) (2) Elektrische kabel voor verlichting (3) Machinekabel met machinestekker voor bedieningsterminal (4) Remleiding met koppelingskop voor luchtdrukrem Alternatief: Afb. 15 remleiding met aansluiting op hydraulische Verkeerstechnische uitrusting Afb.
• AMAZONE-onderdelen. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften. Voor schade die voortvloeit uit gebruik in strijd met de voorschriften is de gebruiker zelf verantwoordelijk, •...
Beschrijving van het product Gevarenzone De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen bereik zijn van arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen • door de machine naar buiten geslingerde materialen of • voorwerpen onbedoeld omlaag zakkende omhoog geheven machine- •...
Pagina 43
Beschrijving van het product De voertuigbreedten hebben betrekking op de volgende uitgangspunten: Wielen met een ET-waarde 0 mm. • Voor negatieve ET-waarden wordt de voertuigbreedte verhoogd. → Asbreedte van 2000 mm. • Voor 1850 mm asbreedte wordt de voertuigbreedte 150 mm →...
Beschrijving van het product 4.9.1 Effectieve last Maximale effectieve Toegestaan technisch machinegewicht Leeggewicht last GEVAAR Verboden is het overschrijden van de maximale effectieve last. Gevaar voor ongevallen door instabiele rijsituaties! Bepaal zorgvuldig de nuttige last en dus de toegestane vulling van uw machine.
Pagina 45
Beschrijving van het product Rijden met gereduceerde bandendruk • Als de bandendruk lager ligt dan de nominale druk, wordt het draagvermogen gereduceerd! Houd hierbij rekening met het gereduceerde draagvermogen van de machine. Houdt ook de specificaties van de bandenleverancier aan! •...
Beschrijving van het product 4.10 Benodigde tractoruitrusting Om de machine in overeenstemming met de voorschriften te gebruiken, dient de tractor te voldoen aan de volgende voorwaarden. Motorvermogen van de tractor ZG-B 5500 vanaf 60 pk ZG-B 8200 vanaf 75 pk Elektrisch systeem Accuspanning: 12 V (volt)
Het volgende hoofdstuk geeft u informatie over de opbouw van de machine en de werking van de afzonderlijke componenten. Afb. 18 De AMAZONE- getrokken strooier ZG-B is een universele strooier met een bakinhoud van 5200 l tot 8200 l. De ZG-B is geschikt voor het strooien ●...
Pagina 48
Opbouw en werking Uitrustingssvarianten van de ZG-B: • ZG-B Special: ο Transportband door de aftakas aangedreven ● ZG-B Super: ○ Transportband met aandrijving door grondwiel ● ZG-B Drive: ○ Rijafhankelijke dosering met elektrohydraulisch geregelde bandbodem. Bedieningsterminal AMATRON 3 ○ ○ Standaard met dubbele schuivenbediening eenzijdig uit- schakelbaar.
Opbouw en werking Luchtdrukremsysteem Het naleven van de onderhoudsintervallen is absoluut vereist voor het perfect functioneren van het gescheiden bedrijfsremsysteem. Afb. 17/… (1) Remkrachtregelaar (2) Handhendel voor het manueel instellen van de remkracht (3) Markering van de afstelpositie De instelling van de remkracht gebeurt in 3 standen afhankelijk van de beladingstoestand.
Opbouw en werking 5.1.1 Aankoppelen van het remsysteem WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door niet naar behoren functionerend remsysteem! • Zorg er bij het aankoppelen van de rem- en voorraadleiding voor de afdichtingsringen van de koppelingskoppen schoon zijn. ο...
Opbouw en werking 5.1.2 Afkoppelen van het remsysteem WAARSCHUWING Gevaar door beknellen, snijden, vastgrijpen, intrekken en stoten door een per ongeluk wegrollende machine bij een geloste bedrijfsrem! Gescheiden drukluchtremsysteem: Ontkoppel altijd eerst de koppelingskop van de voorraadleiding • (rood) en dan de koppelingskop van de remleiding (geel). •...
Opbouw en werking Hydraulisch bedrijfsremsysteem Voor het aansturen van het hydraulische bedrijfdsremsysteem heeft de tractor een hydraulische reminrichting nodig. 5.2.1 Aankoppelen van het hydraulische bedrijfsremsysteem Sluit uitsluitend schone hydraulische koppelingen aan. 1. Verwijder de beschermkappen. 2. Reinig eventueel de hydraulische stekkers en de hydraulische contactdoos.
Pagina 53
Opbouw en werking Ga als volgt te werk: 1. Bevestig de trekkabel aan een vast punt van de tractor. 2. Bedien de tractorrem bij draaiende tractormotor en aangesloten hydraulische rem. Het drukvat van de noodrem wordt geladen. → GEVAAR Gevaar voor ongevallen als gevolg van niet goed functionerende rem! Bevestig de borgclip na het verwijderen (bijv.
Opbouw en werking Handrem De aangetrokken handrem beveiligt de afgekoppelde machine tegen het per ongeluk wegrollen. De handrem wordt bediend bij het verdraaien van de kruk via spil en kabel. Afb. 21: Kruk; vergrendeld in rustpositie Afb. 23 Afb. 22: Krukstand voor loszetten / aantrekken in het eindbereik.
Opbouw en werking Oplooprem met terugrij-automaat Afb. 24/… (1) Rem ο losgezet (A) bediend (B) ο (2) Trekkabel Bij het aankoppelen van de machine: → Bevestig de trekkabel aan een vast punt van de tractor! Afb. 26 Wielkeggen De wielkeggen zijn met een vleugelbout aan de rechter machinezijde bevestigd.
Opbouw en werking Veiligheidsketting tussen tractor en machines Afhankelijk van de nationale regelgeving zijn machines uitgerust met een veiligheidsketting. De veiligheidsketting moet voor de rit op een daarvoor geschikte plaats van de tractor conform de voorschriften worden gemonteerd. Afb. 29 Beveiliging tegen onbevoegd gebruik Afsluitbare inrichting voor trekoog, trekschaal of trekstang-dwarsbalk verhindert onbevoegd...
Opbouw en werking Dissels Controleer na het koppelen de veilige verbinding bij automatische aanhangkoppelingen. Beveilig bij niet-automatische aanhangkoppelingen de koppelingsbout na het insteken vormsluitend. De ZG-B is uitgerust met een verende trekdissel en kan in hoogte worden versteld. Trekdissels: • Trekdissel met trekoog (Afb.
Opbouw en werking Hydraulische aansluitingen Alle hydraulische slangleidingen zijn voorzien van grepen. • Op de grepen bevinden zich kleurmarkeringen met een markeringsgetal of -letter, om de betreffende hydraulische functie van de persleiding aan een tractorregeleenheid toe te kennen! Bij de markeringen is folie op de machine gelijmd, die de betreffende hydraulische functies verduidelijken.
Pagina 59
Opbouw en werking Hydro: Enkel - rood Permanente oliecirculatie werkend rood Drukloze retourleiding Load-sensing-stuurkabel rood (afhankelijk van de wens/instelling op hydraulische blok) Maximaal toegestane druk in de olieretourleiding: 10 bar Sluit de olieretourleiding daarom niet op de tractorregeleenheid aan maar op een drukloze olieretourleiding met grote steekkoppeling. WAARSCHUWING Gebruik voor de olieretourleiding alleen leidingen DN16 en kies korte retourtrajecten.
Opbouw en werking 5.9.1 Hydraulische slangleidingen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van verkeerd aangesloten hydraulische slangen! Let bij het aansluiten van de hydraulische slangen op de kleurmarkeringen op de hydraulische stekkers. Controleer of de hydraulische oliën onderling compatibel zijn •...
Opbouw en werking 5.9.2 Hydraulische slangleidingen loskoppelen 1. Zet de bedieningshendel op de regeleenheid in de tractor in de neutrale stand. 2. Verwijder de hydraulische stekkers uit de hydraulische moffen. 3. Bescherm de hydraulische stekkers en hydraulische aansluitingen met de beschermkappen tegen verontreiniging. 4.
Opbouw en werking 5.11 Cardanas De aandrijfas zorgt voor de krachtoverdracht tussen tractor en machine. Cardanas aan één zijde met groothoekkoppeling (Afb. 29/1) • Groothoekkoppeling gemonteerd aan de tractorzijde, standaard Groothoekkoppeling gemonteerd aan de • Afb. 32 machinezijde bij de toepassing van TrailTron.
Pagina 63
Opbouw en werking WAARSCHUWING Gevaren door het grijpen en opwikkelen door onbeveiligde delen van de cardanas in de zone van de krachtoverdracht tussen tractor en aangedreven machine! Werk alleen met volledig beveiligde aandrijving tussen tractor en aangedreven machine. De onbeveiligde delen van de cardanas moeten altijd door een •...
Opbouw en werking 5.11.1 Cardanas aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het aankoppelen van de cardanas! Koppel de cardanas aan de tractor voordat de machine aan de tractor wordt aangekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije ruimte voor de veilige koppeling van de cardanas.
Opbouw en werking 5.11.2 Cardanas afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het afkoppelen van de cardanas! Koppel de machine eerst van de tractor af voordat de cardanas van de tractor wordt afgekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije ruimte voor de veilige afkoppeling van de cardanas.
Opbouw en werking 5.12 Hoofdschuif Afb. 33 (1) Hoofdschuif (2) Hendel voor afstelling (3) Klembout voor het borgen van de afstelling (4) Schaal (5) Wijzer De afgifte wordt met de hoofdschuif ingesteld. Sluit de hoofdschuif of dubbele schuif tijdens het transport. ZG- B BAG0003.23 11.22...
Opbouw en werking 5.13 Dubbele schuif Afb. 34 (1) Dubbele schuif in gebruiksstand, beide schuiven gesloten (2) Spindel voor inbedrijfstelling van de dubbele schuif (3) Borgclip (4) Opzetpunt voor 17 mm boutsleutel Met behulp van de dubbele schuif wordt de mestkorrelsluis hydraulisch geopend en gesloten.
Opbouw en werking 5.14 Mestkorrelkettinghark (optie) Gebruik de kettinghark voor het verspreiden van kalk en beendermeel. De kettinghark zorgt voor een gelijkmatige toevoer van de mestkorrels naar de strooischijven. 5.14.1 Demonteerbare kettinghark Montage: Plaats de kettinghark links en rechts in de houder en borg de hark met behulp van de lunspen.
Pagina 69
Opbouw en werking Kettinghark buitenbedrijfstellen (werkplaats): 1. Kettinghark in de parkeerstand op de dubbele schuif plaatsen. 2. Dubbele schuif inbedrijfstellen. Afb. 38 ZG- B BAG0003.23 11.22...
Opbouw en werking 5.15 Strooien van gekorrelde meststoffen met strooischotels OM Afb. 39 (1) Strooischijven OM (2) Trechtergoot Voor het strooien van gekorrelde meststoffen met de OM strooischotels altijd de trechtergoot gebruiken. Hierdoor treftt de meststof de strooischotel op het optimale punt. 5.3 zam Bij toepassing van de strooischijven OM is een traploze afstelling van de werkbreedte mogelijk door het zwenken van de strooiplaat op de...
Pagina 71
Opbouw en werking Montage van de trechtergoot Afb. 41 Bij de gaten staan de cijfers 1 en 2. stand trechtergoot afgifte gat 1 tot 150 kg/ha gat 2 meer dan 150 kg/ha ZG- B BAG0003.23 11.22...
DüngeService App voor Android en iOS mobiele apparatuur van de online-DüngeService • www.amazone.de → Service & Support → DüngeService Via de hieronder afgebeelde QR-codes kunt u direct de AMAZONE- website benaderen, om de DüngeService App te downloaden. Android Importeurs: ...
Opbouw en werking Identificatie van de meststof ( 83011970 ) ASS 25%N + 12%S Lovochemie (CZ) 0.69 3,79 mm 0,92 kg/l Kalibratiefactor Diameter Stortgewicht Na de identificatie van de kunstmest de instellingen uit de strooitabel nemen: • Schuifstand (bij handmatige instelling strooihoeveelheid) •...
Pagina 74
Bandsnelheid 1 Bandsnelheid 2 Indien de meststof niet eenduidig aan een bepaalde soort in de strooi- tabel kan worden toegewezen, • ondersteunt de AMAZONE DüngeService u telefonisch bij de toewijzing van de meststof en de aanbevolen instellingen voor uw kunstmeststrooier. ...
Opbouw en werking 5.17 Het strooien van kalk met behulp van de kalkstrooischijven Afb. 42 (1) Strooischijven voor kalk (2) Geleideplaat Gebruik voor strooien van aardvochtige kalkmeststof de geleideplaat en de kettinghark. Montage van de geleideplaat Afb. 43 ZG- B BAG0003.23 11.22...
Opbouw en werking 5.18 Strooien van gegranuleerde mestkorrels met kalkstrooischijven Afb. 44 (1) Strooischijven voor kalk (2) Dakglijgoot Uitzondering: Strooien van gekorrelde meststoffen zonder stikstof tot een werkbreedte van 18m. Montage dakglijgoot ZG- B BAG0003.23 11.22...
Opbouw en werking 5.19 Strooien van beendermeel met beendermeelstrooischijven GEVAAR Letselgevaar als gevolg van het botsen van de beendermeelstrooiplaten! Controleer of de strooiplaten niet tegen elkaar botsen door de beendermeelstrooischijf met de hand te draaien. Afb. 45 (1) Strooischijven voor beendermeel (2) Dakglijgoot Gebruik voor het strooien van beendermeel over een werkbreedte van 12 m de dakglijgoot en de kettinghark.
Opbouw en werking Grens- en kantstrooien met kantstrooischerm Limiter 5.21 Met het strooischerm Limiter (Afb. 44) kan zowel voor kant- als randstrooien worden gebruikt, wanneer het eerste rijspoor op ½ werkbreedte van de perceelgrens ligt. Het strooischerm kan hydraulisch worden in- en uitgeschakeld.
Opbouw en werking 5.22.1 Transmissie voor aandrijving van de transportband ZG-B Special / ZG-B Super: Afb. 47: Schakeltransmissie met twee versnellingen en nullast. Afb. 50 ZG-B Drive: Afb. 48: Transmissie met hydraulische aandrijving. Afb. 51 ZG- B BAG0003.23 11.22...
Opbouw en werking 5.22.2 Grondwielaandrijving van de transportband ZG-B Super Met de grondwielaandrijving (Afb. 49) is een afgifteregeling afhankelijk van de rijsnelheid mogelijk. Het grondwiel wordt met veren op het het wiel van de ZG- ο B- aangedrukt, hydraulisch van het wiel opgeheven ο...
Opbouw en werking 5.23 Opklapbare ladder Met de opklapbare ladder (Afb. 52/1) kunt u gemakkelijk in de trechter gaan om binnenzijde schoon te maken. Waarschuwing! Tijdens het rijden moet de ladder worden ingeklapt en vastgezet (Afb. 52/2). Afb. 55 ZG- B BAG0003.23 11.22...
Opbouw en werking 5.24 Steunpoot Steunpoot optillen, na het aankoppelen 1. Steunpoot (Afb. 53/1) met slinger (Afb. 53/2) tot de aanslag indraaien. 2. Pen (Afb. 53/3) uit de steunpoot trekken. 3. Steunpoot optillen. 4. Pen in het onderste gat (Afb. 53/4) steken en borgen.
Opbouw en werking 5.25 Zeefroosters Voor het strooien van ο gegranuleerde meststoffen : zeefroosters (Afb. 56/1) monteren en met overslagpennen borgen! vochtige kalk: zeefroosters uitnemen ο Afb. 59 Om het reservoir aan de binnenzijde te reinigen, kunnen de zeefroosters worden betreden. 5.26 Afdekzwenkzeil (optie) Het afdekzwenkzeil garandeert ook bij nat weer...
Opbouw en werking 5.28 ZG-B Drive Bedieningsterminal AMATRON 3 5.28.1 Met de boorcomputer AMATRON 3 (Afb. 58) kan de ZG-B Drive comfortabel worden aangestuurd, bediend en gecontroleerd. De instelling van de strooihoeveelheid gebeurt elektronisch met de AMATRON 3 in samenhang met de bandsnelheid.
Opbouw en werking 5.28.2 Hydraulisch regelblok en machinecomputer De kleppen van het hydraulische regelblok worden via AMATRON 3 aangestuurd en maken zo alle hydraulische functies mogelijk. Op het hydraulische regelblok bevinden zich, afhankelijk van de uitvoering, de instelbare hydraulische smoorkleppen voor het hydraulisch opklapbare afdekzeil.
Pagina 86
Opbouw en werking Voorwaarde voor het perfect functioneren van de hydraulisch bediende naloop-stuuras/-dissel is een correct uitgevoerde TrailTron- kalibratie Voer een TrailTron-kalibratie uit bij de eerste ingebruikneming. • bij afwijkingen van de op het display weergegeven aansturing • van de naloopstuuras en de werkelijke aansturing van de naloopstuuras.
Pagina 87
Opbouw en werking 1. Stuurdissel in middelste stand brengen (stuurdissel liggen in lijn met machine). Hiervoor: TrailTron in handmatig bedrijf nemen. Stuurdissel manueel uitrichten. → TrailTron stopt automatisch als de middenstand is bereikt. AMATRON 3 uitschakelen. 3. Bedien tractorregeleenheid rood →...
Opbouw en werking 5.29 Weegtechniek met weegterminal De machine kan met een elektronische weeginrichting met 3 weegcellen voor het vaststellen van de inhoud van de voorraadtrechter • (niveaumeting) en Controle van de afgifte. • Weegterminal voor weergave van de tankinhoud in kg met de toets aan de rechterkant.
Opbouw en werking 5.29.2 Menustructuur xxxx kg Meetwaarde- Terug naar aanwijzing meetwaarde tArE contr SEtUP Meetwaarde Contrast tarreren 0000 kg 1883 Machine is Invoer wachtwoord getarreerd Full ...
Pagina 90
Opbouw en werking Kalibratie van de weeginrichting (servicedienst) Bij de kalibratie worden aan het meetinstrument twee waarden toegekend: • de waarde 0 kg wordt aan de lege tank toegekend. • een willekeurige waarde groter dan 2000 kg wordt overeenkomstig het vulgewicht toegekend ZG- B BAG0003.23 11.22...
Opbouw en werking AMALOG 5.30 als hectaremeter voor ZG-B Super 5.30.1 Produktbeschreibung Afb. 66 (1) Computer met bevestigingsconsole (2) Contactdoosaansluiting 12V (3) 20- polige stekker met kabelboom De AMALOG+ is met een lithiumbatterij en een datageheugen uitgerust. De data staan bij het volgende gebruik, ook na het langer uitschakelen van het boordnet, opnieuw ter beschikking.
Opbouw en werking 5.30.2 Arbeidsweergave Arbeidsbegin Bewerkte deeloppervlakken op 0 [ha] instellen. 1. Toets indrukken en ingedrukt houden. 2. Toets indrukken. Tijdens het werk toont de AMALOG+ • de rijsnelheid, bijv. 6,9 km/h. (1) Het knipperende cirkelsymbool tijdens het werk geeft aan dat ο...
Opbouw en werking 5.30.3 De terminal monteren De terminal moet via de console een leidende verbinding met het tractor- chassis hebben! Hiervoor de verf voor de montage van de console aan de montagepunten verwijderen! De terminal aansluiten 1. Het tegenstuk (Afb. 67/1) in de console steken en met de vleugelschroef (Afb.
Opbouw en werking 5.30.4 Instellingen Modus hectaremeter kiezen Cijfer1 toont de modus Cijfer2 toont de codering. Afb. 72 1. Toets indrukken en ingedrukt houden. 2. Toets indrukken. Modus 1 openen (zie Afb. 69). → 3. De code 2 met de toetsen instellen.
Opbouw en werking 5.30.5 Kalibreerwaarde De AMALOG+ heeft de kalibratiewaarde "impulsen per 100 m" nodig voor het bereken van de daadwerkelijke rijsnelheid [km/uur] • • de bewerkte oppervlakte. Bereken de kalibratiewaarde "impulsen per 100 m" aan de hand van een kalibratierit (zie hoofdstuk „Impulsen per 100 m “, op pagina 96), wanneer de kalibratiewaarde onbekend is.
Pagina 96
Opbouw en werking Impulsen per 100 m berekenen Bereken de exacte kalibratiewaarde "impulsen per 100 m" altijd aan de hand van een kalibratierit: • vóór de eerste inbedrijfstelling; • bij optredende verschillen tussen de berekende en de daadwerkelijke rijsnelheid / afgelegde afstand; bij optredende verschillen tussen de berekende en de •...
Vervolgens worden de opvangmatten gefotografeerd met de smartphone. Met behulp van de foto's controleert de app de dwarsverdeling. Indien nodig wordt een wijziging van de instellingen voorgesteld. Gebruik de AMAZONE-homepage voor het downloaden van: App EasyCheck • Bedieningshandleiding EasyCheck •...
Opbouw en werking 5.31 MySpreader-app De AMAZONE mySpreader-app maakt comfor- tabel omgaan met de machine mogelijk via een mobiel eindapparaat. Via Bluetooth kan de machine met een mobiel eindapparaat worden verbonden. De kunstmeststrooier kan via Bluetooth gege- vens met de mySpreader-app uitwisselen.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over • het inbedrijfstellen van uw machine. • de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen. • Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze handleiding hebben gelezen en begrepen.
Inbedrijfstelling Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! • Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt.
Inbedrijfstelling 6.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening Afb. 79 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van tractor of [kg] Voorasbelasting van de lege tractor kentekenbewijs [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Frontgewicht (indien voorhanden) zie technische gegevens frontgewicht of wegen [kg] Werkelijke oplegdruk...
Inbedrijfstelling 6.1.1.2 Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen • − • • • Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk 6.1.1.2) in.
Pagina 103
Inbedrijfstelling 6.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter Totaalgewicht ≤ Voorasbelasting ≤ ≤ Achterasbelasting ≤ ≤ Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare • waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
Inbedrijfstelling 6.1.2 Voorwaarden voor het in gebruik nemen van tractoren met aangehangen machines WAARSCHUWING Gevaren door breuk bij het gebruik van bouwdelen door niet- toegestane combinaties van verbindingselementen! Zorg ervoor • dat de verbindingsinrichting aan de tractor een voldoende ο grote steunlast voor de werkelijk voorhanden steunlast vertoont.
Inbedrijfstelling 6.1.2.1 Combinatiemogelijkheden van verbindingsinrichtingen De tabel toont de toegelaten combinatiemogelijkheden van de verbindingsinrichting van tractor en machine. Verbindingsinrichting Tractor AMAZONE machine Bovenste ophanging Penkoppeling vorm A, B, C Trekoog 40 mm (ISO 5692-2) Ø A niet zelfstandig Trekoog 40 mm (ISO 8755) Ø...
Pagina 106
Inbedrijfstelling 6.1.2.2 Toegelaten D -waarde vergelijken met werkelijke D -waarde WAARSCHUWING Gevaar door breuk van de verbindingsinrichtingen tussen tractor en machine bij niet-doelmatig gebruik van de tractor! 1. Bereken de werkelijke D -waarde van uw combinatie, bestaande uit tractor en machine. 2.
Pagina 107
Inbedrijfstelling Werkelijke D -waarde voor de te koppelen combinatie berekenen De werkelijke D -waarde van een te koppelen combinatie wordt als volgt berekend: T x C = g x T + C Fig. 80 Toegelaten totaalgewicht van uw tractor in [t] (raadpleeg de bedieningshandleiding of de voertuigpapieren van uw tractor) Asbelasting van de met de toegelaten massa (laadvermogen) beladen machine in [t] zonder oplegdruk...
Inbedrijfstelling Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen WAARSCHUWING Gevaar door beschadigde en/of kapotte, wegvliegende bouwdelen kan • ontstaan voor bedieningspersoneel / derden als de cardanas bij het optillen/neerlaten van de aan de tractor gekoppelde machine samengedrukt of uit elkaar getrokken wordt omdat de lengte van de cardanas niet goed is aangepast! vastgrijpen of opwikkelen door verkeerde montage of niet-...
Pagina 109
Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk wegrollen van de tractor en de aangekoppelde machine! • verlagen van de opgetilde machine! • Beveilig de tractor en de machine tegen het per ongeluk starten, wegrollen en de opgetilde machine tegen het per ongeluk naar beneden komen, voor u voor het aanpassen van de cardanas de gevarenzone tussen tractor en opgetilde machine betreedt.
Inbedrijfstelling Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van • de tractor opgeheven, onbeveiligde machine.
Inbedrijfstelling Wielen monteren Is de machine met noodwielen uitgerust, dan moeten voor de ingebruikname loopwielen worden gemonteerd. Gebruik voor de wielmontage: (1) Conische ringen voor de wielmoeren. (2) alleen velgen met een passende verdieping voor opname van de conusring. WAARSCHUWING Bij de velgen die voor de loopwielen worden gebruikt, moet de velgplaat rondom gelast zijn! 1.
Inbedrijfstelling Eerste ingebruikneming van het bedrijfsremsysteem Voer met de getrokken veldspuit een remproef uit met lege en met volle tank en test op deze manier het remgedrag van de tractor met aangehangen veldspuit. We adviseren de onderlinge afstemming van het remvermogen tussen de tractor en de getrokken veldspuit door de dealer te laten controleren voor een optimaal remvermogen en een minimale slijtage aan de remvoeringen (zie hiervoor hoofdstuk "Onderhoud", pagina...
Inbedrijfstelling Hydraulisch systeem met systeemomstelschroef instellen Alleen bij Profi-klapsysteem: Het hydrauliekblok bevindt zich rechtsvoor op de machine achter de afdekplaat. Stem absoluut de hydraulische systemen van tractor en machine • op elkaar af. • De instelling van het hydraulische systeem van de machine volgt via de systeemomstelschroef op het hydraulische blok van de machine.
Pagina 114
Inbedrijfstelling (1) Open-Center hydraulisch systeem met constante doorstroompomp (tandwielpomp) of verstelpomp. Systeemomstelschroef in stand A brengen. → Verstelpomp: stel op de tractorregeleenheid de maximaal benodigde oliehoeveelheid in. Wanneer de oliehoeveelheid te gering is kan de correcte werking van de machine niet worden gegarandeerd.
Inbedrijfstelling TrailTron – draaihoeksensor ZG-B met TrailTron – dissel: Voor het gebruik van de TrailTron-dissel moet aan tractorzijde een houder voor de draaihoeksensor (Afb. 82/1) worden gemonteerd. De steun moet aan de hand van de omstandigheden bij de tractor uit de bijgeleverde huls met borgbout (Afb.
Inbedrijfstelling Sensor voor de stuuras monteren 1 Om de sensor in de cabine op buiten te monteren, een starre en trillingsvrije, me- chanische verbinding van de sensor met het basisframe of een dragend element in de cabine gebruiken. 2. Sensor horizontaal monteren. 3.
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Neem bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener" in acht, pagina 26. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en wegrollen van de machine en tractor bij het aan- of afkoppelen van de machine! Beveilig de tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u voor het aan- of afkoppelen in de gevarenzone tussen...
Pagina 118
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en machine door beschadigde voedingskabels! Let bij het aansluiten van de voedingskabels op het verloop van de voedingskabels. De voedingskabels moeten bij alle bewegingen van de aangekoppelde machine •...
Machine aan- en afkoppelen Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk letsel door kantelen van de gevulde machine. Koppel alleen een lege machine aan of af. • Voor het afkoppelen van de machine ongelijkmatig verdeelde • resthoeveelheden in de tank verdelen! Als last van de belading zich aan de achterzijde bevindt, mag de machine niet worden afgekoppeld! Anders kan de machine naar achteren kantelen.
Machine aan- en afkoppelen 7.2.1 Rangeren met de afgekoppelde machine GEVAAR U moet bijzonder voorzichtig zijn bij het rangeren met de veldspuit wanneer de bedrijfsrem buiten werking is. Het volledige remvermogen komt namelijk van het rangerende voertuig. De machine moet met het rangerende voertuig verbonden zijn voor u de ontlastingsklep op het aanhangerremklep lost.
Instellingen Instellingen Neem bij alle werkzaamheden ten behoeve van het afstellen van de machine de aanwijzingen in de volgende hoofdstukken in acht "Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de • machine", vanaf blz. 18 en "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 26. •...
Instellingen Instellen van de strooihoeveelheid ZG-B Drive: De instelling van de strooihoeveelheid gebeurt elektro-hydraulisch met de bandbodemsnelheid. Zie bedieningshandleiding van de boordcomputer AMATRON 3! ZG-B Spezial, Super: De vereiste instelling wordt in de strooitabel opgezocht of kan met de meegeleverde rekenschuif worden berekend. In te stellen zijn: de hoofdschuif, •...
Pagina 123
Instellingen Voorbeeld: Kunstmestsoort: ASS 25%N + 12%S Lovochemie (CZ) ( (83011970 ) Werkbreedte: 27 m Werksnelheid: 12 km/h Gewenste strooihoeveelheid: 350 kg/ha Schuifstand aflezen: 33,5 → Bandsnelheid 1 → Voor kleinere afgiftes moet de bandsnelheid 1 worden ingesteld. Tot schuifstand 50 Voor grote afgiftes (schuifstand 50 is niet voldoende) moet de bands- nelheid 2 worden ingesteld.
Instellingen 8.1.2 Instelwaarden met de rekenliniaal bepalen De op de rekenliniaal getoonde stand is geldig voor een rijsnelheid van 10 km/h bij een bandsnelheid op overbrengingspositie I. Voor andere rijsnelheden de schuifstand als volgt berekenen: • Schuif (10km/h) x X km/h Schuif (X km/h) = 10 km/h Voor bandsnelheid II de bepaalde schuifstand door twee delen.
Instellingen 8.1.3 Instellen van de strooihoeveelheid met de hoofdschuif Afb. 87 1. Klembout losschroeven. 2. Hoofdschuif met hendel op de gewenste waarde van de schaalverdeling instellen. 3. Klembout weer vastschroeven. De instelgegevens uit de strooitabel zijn slechts richtwaarden. De strooi-eigenschappen van de kunstmest zijn aan verandering onderhevig waardoor een andere instelling noodzakelijk kan zijn.
Instellingen 8.1.4 Bandsnelheid instellen Alleen voor ZG-B Spezial / Super! Op de schakelbare aandrijving (Afb. 85/1) kan met de schakelhendel (Afb. 85/2) twee bandsnelheden worden ingesteld en de band worden stil gezet. bandsnelheid 2 = dubbele snelheid • bandsnelheid 1. Voor de instelling te veranderen, eerst de aandrijving uitschakelen en wachten tot de transportband...
Instellingen Kwantiteitscontrole voor minerale meststoffen Voor controle van de ingestelde stand van de schuif moet een afdraaiproef met de afdraaiset (optie) worden uitgevoerd. Een controle van de strooihoeveelheid is nodig bij: verandering van kunstmest, • andere strooihoeveelheid, • veranderen van de werkbreedte •...
Instellingen 8.2.2 Afdraaiproef uitvoeren door het afrijden van een meettraject De strooihoeveelheid kan door het afrijden van een meettraject gecontroleerd worden. Vermenig- vuldigings- Benodigd Gestrooide Werkbreedte [m] factor voor de meettraject [m] openvlakte [ha] totale oppervlakte 55,50 1/20 50,00 1/20 41,60 1/20 33,30...
Instellingen 8.2.3 Stationaire afdraaiproef Alleen voor ZG-B Special! De strooihoeveelheid kan stilstaand worden gecontroleerd. Vermenigv uldiging Benodigde Benodigde tijd [sec] voor werkbreedt factor voor meetstrook afrijden van de meetstrook e[m] totaal bij werksnelheid [km/h] bij hoeveelhei 55,50 24,97 19,98 16,65 50,00 22,50 18,00...
Instellingen Instellingen strooischotels OM 8.3.1 Instellen van de werkbreedte voor strooischotels OM • Voor de verschillende werkbreedten zijn er verschillende strooischijvenparen. Het bestaande rijpadensysteem (afstand tussen de rijsporen) • bepaalt de keuze van het benodigde strooischijvenpaar. De werkbreedten zijn instelbaar in de werkbereiken van de •...
Instellingen 8.3.2 Instellen van de strooiplaatstanden Afb. 90 De strooiplaatstand is afhankelijk van: de werkbreedte en • de mestsoort. • Voor een exacte instelling van de afzonderlijke strooiplaatstanden zonder gereedschap is elke strooischijf voorzien van twee verschillende, unieke schalen (Afb. 87/1 en Afb. 87/2). •...
Pagina 132
Instellingen Stel de strooiplaten als volgt in: 1. Schakel de aftakas van de tractor uit. 2. Beveilig de tractor tegen het onbedoeld starten en wegrollen, zie hiertoe het hoofdstuk "Tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen beveiligen", vanaf blz. 110. 3. Wacht tot eventueel roterende strooischijven volledig tot stilstand zijn gekomen, voordat u de werkbreedte instelt.
Instellingen Voorbeeld: Soort meststof: ASS 25%N + 12%S Lovochemie (CZ) (83011970 ) OM 24-36 Strooischijf: 24 m Gewenste werkbreedte: 12 (korte schoep) Schoepstand: 41 (lange schoep). 8.3.3 Werkbreedte en dwarsverdeling controleren De werkbreedte wordt beïnvloedt door de strooi-eigenschappen van de meststof. De belangrijkste parameters die de strooi-eigenschappen beïnvloeden zijn korrelgrootte,...
Instellingen 8.3.4 Overbemesting De strooischotels OM zijn standaard uitgevoerd met strooischoepen, waarmee behalve de basisbemesting (Afb. 88) ook de bijbemesting b.v. in gewassen zonder verdere toebehoren kan worden uitgevoerd. Voor de overbemesting worden de zwenkbare vleugels van de strooischoepen zonder gebruik Afb.
Instellingen Grens-; sloot- en kantstrooien 1. Kantstrooien volgens de milieunorm(Afb. 91) Aan de veldgrens ligt een straat, een veldweg of een akker van iemand anders. Volgens de mestrichtlijnen mag er geen mest over de grens vallen. Afb. 94 2. Slootstrooien volgens de mestrichtlijnen (Afb.
Instellingen Grens- en kantstrooien met grensstrooischerm ZG-B (Option) 8.4.1 De instelling van de Limiter is afhankelijk van kantafstand, • • mestsoort, • toestand van de veldgrens. De in te stellen waarde kan in de strooitabel Limiter worden afgelezen. De waarden in de strooitabel moeten als richtwaarden worden •...
Instellingen Afb. 95/… (1) Grensstrooischerm en schaalverdeling met instelwaarde van 0 t/m 15. (2) Wijzer voor schaalverdeling (3) Klemhendel (4) Geleidebeugel (5) Positiesensor Afb. 98 • Voor het rand-/grensstrooien het grensstrooischerm hydraulisch omlaag brengen. Na het strooien van de grens het grensstrooischerm hydraulisch •...
Pagina 138
Instellingen Overbemesten met Limiter Voor bij(over)bemesten wordt het kantstrooischerm op halve hoogte ingesteld (Afb. 97). Eerst het kantstrooischerm hydraulisch • volledig laten zakken. Op de boevenkant van het kantstrooischerm bevindt zich zowel links als rechts een instelschuif (Afb. 98). 1. de moeren (Afb. 98/1) van de instelschuif losdraaien.
Transportritten Transportritten Neem bij transportritten het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften • voor de bediener" vanaf pagina 28 in acht bij het. • Controleer voor transport of voedingskabels correct zijn aangebracht. ο ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is. ο het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog lopende gebreken.
Pagina 140
Transportritten Breng de machine in de transportstand Trapje in transportstand brengen. • Hoofdschuif sluiten. • • Opklapbaar afdekzeil sluiten. ZG-B-drive: TrailTron-dissel in transportstand brengen, zie pagina 86. • • Dubbele schuif aan beide zijden sluiten. • AMATRON 3 tijdens het vervoer over de openbare weg uitgeschakeld houden.
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken • "Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine" en "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 26 • Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid. WAARSCHUWING Gevaar voor vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken of ingesloten raken bij het bedienen van de machine als gevolg van...
Pagina 142
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor vastgrijpen of opwikkelen en naar binnen trekken of ingesloten raken van loshangende kleding als gevolg van bewegende machinedelen (roterende strooischijven)! Draag strak zittende kleding! Stak zittende kleding vermindert het gevaar voor plotseling vastgrijpen of opwikkelen en naar binnen trekken of ingesloten raken door bewegende machinedelen.
Pagina 143
Werken met de machine Controleer bij nieuwe machines na 3 - 4 bakvullingen of de • bouten nog goed vast zitten; zo nodig natrekken. • Gebruik alleen goed gekorrelde meststoffen en soorten die in de strooitabel staan vermeld. Controleer de dwarsverdeling van de mestkorrels voor de ingestelde werkbreedte met de mobiele testbank, als er onvoldoende gegevens over de meststof bekend zijn.
Werken met de machine Ledere keer als u met de machine gaat werken, de uitloopopeningen controleren Het te strooien materiaal kan zich vasthechten aan de trechtergoot en daardoor de uitloopopeningen (Afb. 99/1) vernauwen. Alleen wanneer de uitloopopeningen schoon zijn, kan een optimaal strooibeeld worden verkregen.
Werken met de machine 10.2 Machine stilstaand leegmaken De ZG-B staat stil. Ga als volgt te werk: 1. Schuif openen. 2. Strooischijven demonteren. 3. Bouten van de strooischijven weer vastschroeven. 4. Machine met behulp van de aftakasaandrijving lossen. GEVAAR Strooischotels demonteren, gevaar voor verwondingen door de aftkasaangedreven strooischotels.
Werken met de machine 10.3 Strooien De strooiplaten en zwenkvleugels zijn vervaardigd van bijzonder • slijtvast en roestvrij staal. Toch zijn de strooiplaten en zwenkvleugels aan slijtage onderhevig. Mestsoort, strooitijden en strooihoeveelheden beïnvloeden de • levensduur van strooiplaten en zwenkvleugels. •...
Pagina 147
Werken met de machine ZG-B Drive: Zie bedieningshandleiding Software AMABUS. 1. Schuif openen. hoofdschuif: ο instellen volgens strooitabel. ο dubbele schuiven: schuiven hydraulisch openen (Tractorregeleenheid geel groene 2. Aftakas bij laag toerental van de motor van de tractor inschakelen. 3. ZG-B Super: grondwielaandrijving inschakelen (Tractorregeleenheid rode 4.
Werken met de machine 10.4 Aanbevelingen voor werkzaamheden op de wendakker Om nauwkeurig aan veldgrenzen en -randen te kunnen werken, is het belangrijk dat de rijpaden correct worden aangelegd. Het eerste rijpad (Afb. 102/T1) ligt doorgaans op een halve rijpadafstand tot de veldrand (op pagina 135). Op dezelfde manier wordt een dergelijk rijpad op de wendakker aangelegd.
De strooi-eigenschappen van uw Neem contact op met de mestkorrels wijken af van de AMAZONE-mest-Service. eigenschappen van de mestsoort 05405-501111 die wij bij het maken van de strooitabel hebben gebruikt. Inbouwmaten van het strooiwerk Inbouwmaten strooiwerk niet correct.
Pagina 150
Storingen Storing Oorzaak Oplossing ZG-B Special, Super: Bandbodem transporteert niet Versnelling 1 of 2 kiezen. Aandrijfkast staat in neutraal Grondwiel slipt in aandrijfstand 2. Kortstondig versnelling 1 kiezen. ZG-B Special: V-snaar vervangen V-snaar van de tussenaandrijving is gebroken of slipt. Spaninrichting van V-snaar defect Spaninrichting vervangen ZG-B Drive: Oliedruk van de tractor verhogen.
Gebruik alleen AMAZONE originele-reserveonderdelen (zie hiervoor hoofdstuk "Reserveonderdelen, slijtdelen en hulpmaterialen", pagina 16). • Gebruik alleen AMAZONE originele-reserveslangen en bij de montage alleen slangklemmen van V2A. Speciale vakkennis is de voorwaarde voor het uitvoeren van • controle- en onderhoudswerkzaamheden. Deze vakkennis wordt in het kader van deze gebruiksaanwijzing niet overgedragen.
Pagina 152
Reiniging, onderhoud en reparatien Neem de wettelijke voorschriften bij het afvoeren van • bedrijfsstoffen in acht, zoals bv. oliën en vetten. Eveneens van deze wettelijke voorschriften betroffen, zijn delen die met deze bedrijfsstoffen in aanraking komen. Een doorsmeerdruk van 400 bar mag bij het doorsmeren met •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.1 Reiniging Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen zeer • zorgvuldig! • Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën. Smeer de veldspuit na het reinigen, vooral na het reinigen met •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.2 Smeervoorschrift Alle smeernippels doorsmeren (afdichtingen schoon houden). De machine in de opgegeven intervallen smeren/vetten. De smeerpunten aan de machine zijn met de folie (Afb. 104) gemarkeerd. Smeerpunten en vetspuit voor het smeren zorgvuldig reinigen, zodat er geen vuil in de lagers geperst wordt.
Pagina 155
Reiniging, onderhoud en reparatien Afb. 109 Afb. 110 Smeerpunt Soort smering Aantal Intervall [h] Afb. 106 As met remmen met klauwplaat Afb. 107 As met S-nokkenrem / me vleugelnokkenrem Remaslagering, buiten en binnen Smeernippel Reminsteller Smeernippel 1000 Automatische reminsteller ECO-Master Smeernippel 1000 Smeernippel Wielnaaflagering, vet verversen,...
Pagina 156
Reiniging, onderhoud en reparatien volledig verwijderen. Lagers en afdichtingen grondig reinigen (dieselolie) en op herbruikbaarheid controleren. Voor de montage van de lagers de lagerzittingen lichtjes invetten en alle delen in omgekeerde volgorde monteren. Delen met een perspassing met pijpbussen rechtop en zonder beschadigingen voorzichtig inpersen.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.3 Onderhoudsschema – overzicht Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn • is bereikt.. • Tijdsintervallen, draai-uren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Na de eerste beladen rit Onderhoudswerkzaamheden Zie blz.
Pagina 158
Reiniging, onderhoud en reparatien Ieder kwartaal / Na 200 draaiuren Onderhoudswerkzaamheden Zie blz. Onderdeel Vakwerkplaats Gescheiden • Dichtheidscontrole bedrijfsremsysteem Druk in het luchtvat controleren • • Remcilinderdruk controleren • Visuele controle remcilinder Scharnieren aan remkleppen, • remcilinders en remstangen Reminstellingen aan reminsteller •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.4 Verwisselen van de strooischotels Afb. 112 1. Zeskant bouten M10 (Afb. 109/1) lossen. 2. Strooischotel van de aandrijfas afnemen. 3. Andere strooischotel bevestigen. 4. Strooischotel bevestigen – strooischotels op de aandrijfassen van aandrijfkast van het tweeschotel strooiwerk schuiven en met de bouten M10.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.5 Vervangen van de strooiplaten en zwenkvleugels De technische toestand van de strooiplaten inclusief hun • zwenkvleugels draagt voor een groot deel bij aan een gelijkmatige dwarsverdeling van de mestkorrels op het veld (vorming van voren). •...
Pagina 161
Reiniging, onderhoud en reparatien Strooiplaat OM (1) Zelfborgende moer (2) Vulring (3) Fixeerbout (4) Snel losbare schroefverbinding (5) Schotelveer 1. Draai de fixeerpennen los en verwijder ze. 2. Maak de snelsluiting los en verwijder deze. 3. Vervang de strooiplaat. 4. Vervang de zelfborgende moeren van de fixeerpennen door nieuwe zelfborgende moeren.
Reiniging, onderhoud en reparatien Vervangen van de zwenkvleugels OM 12.5.2 WAARSCHUWING Gevaar voor uitwerpen van zwenkvleugels van de strooiplaat als gevolg van het onbedoeld losraken van de schroefverbindingen! Vervang beslist ook de gebruikte zelfborgende moeren van de schroefverbindingen bij het vervangen van de zwenkvleugels door nieuwe zelfborgende moeren.
De transportband trekt dan naar de buitenkant. Dit scheef lopen wordt voorkomen door de automatische bandbesturing van de AMAZONE- getrokken strooiers ZG-B. De transportband met automatische bandbesturing is opgespannen tussen de aandrijftrommel ( Afb. 112 /2) en de omkeertrommel ( Afb.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.7 Verbindingsinrichting controleren GEVAAR! Vervang een beschadigde dissel onmiddellijk door een • nieuwe omwille van de verkeersveiligheid. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door de • fabrikant. Om veiligheidsredenen is het lassen en boren aan de dissel •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.8 Assen en remmen We raden aan om een remtest uit te voeren voor een optimaal remgedrag en minimale slijtage van de remvoeringen tussen de tractor en de getrokken veldspuit. Laat deze test door de dealer uitvoeren nadat het remsysteem voldoende ingereden is.
Pagina 166
Reiniging, onderhoud en reparatien Remtrommel op verontreiniging controleren 1. Schroef beide afdekplaten (Afb. 114/1) aan de binnenzijde van de remtrommel los. 2. Verwijder eventueel binnengedrongen vuil en plantenresten. 3. Monteer de afdekplaten weer. VOORZICHTIG Binnengedrongen vuil kan zich op de remvoeringen (Afb. 114/2) afzetten en hierdoor de remwerking aanzienlijk verslechteren.
Pagina 167
Reiniging, onderhoud en reparatien Remvoeringcontrole Om de dikte van de remvoering te controleren de rubberafdekking van het kijkgat (1) openklappen. Remvoering vervangen → Vakwerkplaats Criterium voor remvoeringwissel: • Minimumdikte van 5 mm bereikt. • Slijtrand (2) bereikt. Afg. 120 Instelling aan de boominsteller (werkplaats) Boominsteller met de hand bedienen in drukrichting.
Pagina 168
Reiniging, onderhoud en reparatien Instelling van klauw remnok S3008 RAZG 1. Trekstang voor de bediening van de op- looprem losmaken en hendel van de handrem losmaken. 2. Nastelbouten van de wielrem met een schroevendraaier in de richting van de pijl zover aandraaien, tot het wiel in rijrichting vast loopt.
Pagina 169
Reiniging, onderhoud en reparatien Luchtvat Ontwater dagelijks het luchtvat. Afb. 121/... (1) Luchtvat (2) Spanbanden (3) Ontwateringsklep (4) Controleaansluiting voor manometer 1. Trek de ontwateringsklep over de ring in zijdelingse richting totdat er geen water meer uit het luchtvat stroomt. →...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.8.1 Testhandleiding voor twee leidng luchtdrukremsysteem Controle op lekkage 1. Controleer alle aansluitingen, verbindingen van slangen, leid- ingen en boutverbindingen op lekkage. 2. Lekkages verhelpen. 3. Zorg dat leidingen en slangen nergens tegenaan schuren. 4. Poreuze en defecte slangen vervangen. 5.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.9 Handrem Bij nieuwe machines kunnen de remkabels van de handrem uitzetten. Stel de handrem bij • als driekwart van de spanafstand van de spil nodig is om de handrem stevig aan te trekken. als de remmen van nieuwe remvoeringen zijn voorzien. •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.10 Wielen/banden Vereist aanhaalmoment van de wielmoeren/-bouten: • 510 Nm bandenspanning: zie pagina 44 • Gebruik voor de wielmontage: (1) Conische ringen voor de wielmoeren. (2) alleen velgen met een passende verdieping voor opname van de conusring.
Reiniging, onderhoud en reparatien Controleer de bandenspanning regelmatig bij koude banden, dus • voor het rijden. • Het luchtdrukverschil in de banden van een as mag niet groter zijn dan 0,1 bar. De bandenspanning kan tot 1 bar oplopen na een snelle rit of bij •...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.11 Hydraulisch systeem WAARSCHUWING Gevaar voor infectie door onder hoge druk staande hydraulische olie die in het lichaam dringt! Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen • uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd! • Laat alle druk uit het hydraulische systeem ontsnappen voordat u met de werkzaamheden aan het hydraulische systeem begint! Spoor lekkages altijd op met daartoe geschikte hulpmiddelen! •...
Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangen! • Gebruik uitsluitend AMAZONE originele hydraulische slangen! Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Dat is • inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook...
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.11.2 Service-intervallen Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren 1. Controleer alle componenten van het hydraulische systeem op lekkage. 2. Trek schroefverbindingen eventueel na. Voor elke inbedrijfstelling 1. Controleer de hydraulische slangen op in het oog lopende gebreken.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.11.4 Monteren en demonteren van hydraulische slangen Gebruik alleen AMAZONE originele-reserveslangen. Deze • reserveslangen zijn bestand tegen de chemische, mechanische en thermische belasting. bij de montage van slangen altijd slangklemmen van V2A. • Neem bij het monteren en demonteren van hydraulische slangen de volgende aanwijzingen beslist in acht: Zorg voor een schone werkplek.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.12 Controle van het hydraulische oliefilter ZG-B Drive: Filter hydraulische olie (Afb. 125/1) met vervuilingsindicatie (Afb. 125/2) Groen filter goed functionerend • Rood filter vervangen • Voor demontage draait u het filterdeksel los en verwijdert u het filter. VOORZICHTIG Laat eerst de druk uit het hydraulisch systeem ontsnappen.!
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.14 Aandrijfkast Tandwielolie: SAE 090 • Olieverwisselen • Hoeveelheid olie: ο Transportbandschakeling 4,5l ο Transportbandschakeling met hydraulische aandrijving ο Universele strooiwerkaandrijving 2,5l ο Hoekoverbrenging wielaandrijving 1,0l 12.15 Elektrische verlichting WAARSCHUWING Vervang defecte gloeilampen onmiddellijk, zodat u andere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengt! ! Gloeilampen vervangen: 1.
Reiniging, onderhoud en reparatien 12.16 Aanhaalkoppels schroeven 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M 18x1,5 M 20 M 20x1,5 M 22 M 22x1,5 1050 M 24...