van het kalibratieproces wordt de gemiddelde SOG vergeleken met
de gemiddelde snelheid van de boot gemeten door de
snelheidssensor.
Ú Notitie:
Deze kalibratie dient uitgevoerd te worden op kalme
zee zonder effecten van wind of getijdenstroom.
•
Breng de boot op kruissnelheid (meer dan 5 knopen) en
Selecteer de optie SOG referentie
•
Als de kalibratie is voltooid, toont de kalibratieschaal het percentage
waarmee de snelheid is aangepast.
Afstandsreferentie
Hiermee kunt u het log kalibreren via een referentieafstand. U moet
opeenvolgende rondes afleggen, met het vermogen op constante
snelheid, over een opgegeven route en afstand.
Ú Notitie:
De afstand moet groter zijn dan 0,5 NM, bij voorkeur 1
NM.
Om getijdeneffecten te elimineren, is het raadzaam ten minste
twee vaarten te maken en bij voorkeur drie, langs de gemeten
koers.
Raadpleeg het schema. A en B zijn de markeringen voor elke ronde.
X is de werkelijke afstand voor elke ronde.
•
Voer de afstand waarover u de referentieafstand wilt berekenen
in zeemijlen in
•
Zodra de boot op de vooraf gedefinieerde startpositie van de
referentie-afstandsberekening komt, start u de kalibratietimer
Laat het systeem, telkens als de boot tijdens een ronde langs A
•
en B vaart, starten en stoppen. Selecteer OK om de kalibratie te
beëindigen.
Software installeren
A
x
| IS42 Gebruikershandleiding
B
61