<10
10>
<1
1>
1>
•
Start de functie Overstag of Gijpen naar bakboord of stuurboord
door beide bakboordknoppen of beide stuurboordknoppen op
de stuurautomaatcontroller ingedrukt te houden.
- De boot begint direct te wenden in de opgegeven richting.
Wind-modus
Ú Notitie:
De modus Wind is alleen beschikbaar als het boottype
is ingesteld op ZEILEN. Het is niet mogelijk de modus Wind te
activeren als de windinformatie ontbreekt.
Wanneer de modus Wind is ingeschakeld, legt de stuurautomaat de
huidige windhoek vast als stuurreferentiepunt en wordt de koers
van de boot aangepast om deze windhoek te behouden.
Voordat u de modus Wind instelt, moet de stuurautomaat op
automatische modus zijn ingesteld, met geldige invoer van de
windtransducer.
Schakel over naar de modus Wind door op de knop MODE te
•
drukken wanneer de stuurautomaat in de automatische modus
staat.
De stuurautomaat houdt het vaartuig nu in de ingestelde windhoek
tot een nieuwe modus wordt geselecteerd of een nieuwe windhoek
wordt ingesteld.
Waarschuwing:
op de schijnbare of ware windhoek en niet op een
kompaskoers. Windveranderingen kunnen tot gevolg
hebben dat het vaartuig op een ongewenst koers
komt.
Overstag en gijpen in de modus Wind
De functie Overstag/gijpen kan in de modus Wind worden
uitgevoerd tijdens het zeilen met schijnbare of ware wind als
referentiepunt. In beide gevallen moet de ware windhoek kleiner
dan 90 graden (overstag) en groter dan 120° (gijpen) zijn.
De functie Overstag/gijpen spiegelt de ingestelde windhoek in de
tegenovergestelde wendhoek.
Stuurautomaat
| IS42 Gebruikershandleiding
In Wind-modus stuurt de automaat
41