44
De modus NAV
Ú Notitie:
Voor de modus NAV hebt u een compatibele, op het
netwerk aangesloten kaartplotter nodig.
De modus NAV kan niet worden geselecteerd als er
koersgegevens ontbreken of als er geen stuurgegevens van de
externe kaartplotter zijn ontvangen.
Waarschuwing:
water gebruikt worden. De navigatiemodus mag niet
gebruikt worden tijdens het zeilen; koerswijzigingen
kunnen dan resulteren in een ongewenste overstag of
gijp!
In de modus NAV kan de stuurautomaat de boot op basis van de
stuurgegevens van een externe kaartplotter naar één specifieke
waypoint-locatie of naar een reeks waypoints laten varen.
In de modus NAV wordt de koerssensor van de stuurautomaat als
bron gebruikt voor het aanhouden van de juiste koers. De
informatie over de snelheid is afkomstig uit de SOG-gegevens
(snelheid over de grond) of de geselecteerde snelheidssensor. De
van de externe kaartplotter ontvangen stuurgegevens veranderen
de ingestelde koers en sturen de boot naar het opgegeven
waypoint.
Voor een goed werkende navigatiebesturing moet het
stuurautomaatsysteem de juiste waarden van de kaartplotter
hebben ontvangen. De automatische besturing moet worden
getest en goedgekeurd voordat u de modus NAV kunt gaan
gebruiken.
Ú Notitie:
Als de kaartplotter geen bericht met peiling naar het
volgende waypoint verzendt, stuurt de stuurautomaat alleen
met gebruik van een koersafwijking (XTE). In dit geval moet u bij
elk waypoint terug naar de modus AUTO en de koers
handmatig met dezelfde peiling instellen op het volgende
waypoint en vervolgens de modus NAV opnieuw selecteren.
Voordat u de modus NAV inschakelt, moet het
stuurautomaatsysteem in de modus AUTO staan. De kaartplotter
moet een route weergeven of in de richting van een waypoint
wijzen.
Stuurautomaat
| IS42 Gebruikershandleiding
De modus NAV mag alleen in open