<1
1>
42
De draaisnelheid tijdens overstag/gijpen wordt ingesteld met de
parameter Overstag tijd in het menu Instelling/Zeilen. Zie "Instellen
stuurautomaat" op pagina 47.
•
Start de functie Overstag of Gijpen naar bakboord of stuurboord
door beide 1°-knoppen Bakboord en Stuurboord op de
stuurautomaatcontroller in te drukken.
•
Bevestig de overstag/gijp in het dialoogvenster door op de knop
AUTO op de stuurautomaatcontroller te drukken of op de toets
Enter op de IS42.
Ú Notitie:
De stuurautomaat laat op de nieuwe overstag tijdelijk 5
graden afvallen zodat het vaartuig tempo kan maken. Na korte
tijd gaat de windhoek terug naar de ingestelde windhoek.
Ú Notitie:
Als overstag of gijpen niet in het dialoogvenster wordt
bevestigd, wordt het dialoogvenster na 10 seconden gesloten
en wordt de overstag/gijp niet gestart.
De modus Geen drift
Ú Notitie:
De modus Geen drift is niet beschikbaar als het
boottype is ingesteld op ZEILEN.
Het is niet mogelijk om de modus Geen drift te selecteren als de
GPS-positie en de koersgegevens ontbreken.
In de modus Geen drift wordt de boot langs een berekende tracklijn
vanaf de huidige positie in een door de gebruiker ingestelde
vaarrichting gestuurd. Als de boot van de oorspronkelijke track
afdrijft door stroming en/of wind (A), volgt het vaartuig de lijn als
een krab.
Stuurautomaat
| IS42 Gebruikershandleiding