HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS
10. Indicator systeemstoring
Dit lampje geeft aan dat het JLG besturingssysteem een
storing heeft waargenomen en dat een diagnostische
storingscode in het systeemgeheugen is ingesteld. Zie
de servicehandleiding voor instructies over de storings-
codes en het ophalen van storingscodes.
Het storingslichtje blijft 2-3 seconden lang branden wan-
neer de sleutel op de stand Aan wordt gezet, om een
zelftest uit te voeren.
11. Rijrichtingsindicator
Wanneer de giek voorbij de achterbanden of verder in
een van beide richtingen wordt gezwenkt, gaat de rij-
richtingsindicator branden als de rijfunctie wordt geko-
zen. Dit is een signaal voor de machinist om te
controleren of de rijbesturing in de juiste richting werkt
(d.w.z. situaties waarin de bedieningselementen zijn
omgekeerd).
12. Indicator assen ingesteld
Geeft aan dat de assen volledig uitgeschoven zijn. De
indicator knippert terwijl de assen worden in- of uitge-
schoven en brandt continu wanneer ze volledig zijn uit-
geschoven. Het lampje gaat uit wanneer de assen
volledig zijn ingeschoven.
3122444
13. Waarschuwingsindicator giekbesturingssysteem
Geeft aan dat het platform zich buiten de gebruiksaf-
stand bevindt en dat bepaalde giekfuncties (heffen, in/
uitschuiven) uitgeschakeld kunnen zijn. Bij pogingen tot
gebruik van uitgeschakelde functies gaat de indicator
knipperen en klinkt er een waarschuwingssignaal.
Breng het platform onmiddellijk naar de grond. Als de
indicator blijft branden, is een storing of defect van het
giekbesturingssysteem waargenomen. Als een defect
wordt vastgesteld, moet het systeem worden gerepa-
reerd door een bevoegde servicemonteur van JLG voor-
dat de machine weer kan worden gebruikt.
– JLG Hoogwerker –
3-17