Pagina 1
Bedienings- en veiligheidshandleiding Oorspronkelijke instructies – Zorg ervoor dat deze handleiding te allen tijde bij de machine blijft. Model 1250AJP PVC 2001 31216555 AS/NZS ANSI August 26, 2020 - Rev C Dutch - Operation and Safety Manual ®...
Pagina 3
Gezien de voortdurende productverbeteringen behoudt JLG Industries, Inc. zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen in de specificaties aan te brengen. Neem contact op met JLG Industries, Inc. voor actuele infor- matie.
VOORWOORD WAARSCHUWINGSSYMBOLEN EN WAARSCHUWINGSTERMEN Dit is het waarschuwingssymbool. Dit dient om u attent te maken op gevaren voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten op waar dit symbool bij staat om de mogelijkheid van ernstig of dodelijk letsel te voorkomen. GEVAAR LET OP DUIDT OP EEN MOGELIJK GEVAARLIJKE SITUATIE.
JLG INDUSTRIES, INC. STUURT VEILIGHEIDSPUBLICATIES NAAR DE GEREGI- STREERDE EIGENAAR VAN DEZE MACHINE. NEEM CONTACT OP MET JLG INDUSTRIES, Neemt u contact op met: INC. OM TE VERZEKEREN DAT DE GEGEVENS OVER DE HUIDIGE EIGENAAR ACTUEEL EN CORRECT ZIJN.
Pagina 6
VOORWOORD REVISIELOGBOEK Oorspronkelijke uitgave A - 5 november 2019 Herzien B - 26 juni 2020 Herzien C - 26 augustus 2020 31216555...
Dit hoofdstuk omvat de verantwoordelijkheden van de eigenaar, gebruiker, machinist, verhuurder en huurder wat betreft veilig- heid, training, inspectie, onderhoud, toepassing en bediening. Mochten er vragen zijn over veiligheid, training, inspectie, onder- houd, toepassing en bediening, neem dan contact op met JLG Industries, Inc. (‘JLG’). 31216555...
Verzeker u ervan dat eventuele wijzigingen door • Druk een bedieningsschakelaar of -hendel nooit met kracht JLG zijn goedgekeurd. door de neutrale stand naar de andere kant. Zet de schakelaar altijd eerst in neutraal en stop; zet de schakelaar daarna in de •...
• Vervoer geen materiaal rechtstreeks op de leuning van het machine blijft stilstaan, de hydrauliekolietemperatuur, de platform tenzij dit door JLG is goedgekeurd. omgevingstemperatuur en de positie van giek en platform. • Wanneer twee of meer personen op het platform zijn, is de...
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Ga alleen door het hek naar binnen of naar buiten. Wees Elektrocutiegevaren uiterst voorzichtig bij het betreden of verlaten van het plat- • Deze machine is niet geïsoleerd en biedt geen bescherming form. Zorg ervoor dat het platform geheel is neergelaten. tegen contact met of nabijheid van elektrische stroom.
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN Tabel 1-1. Minimale veilige afstanden Spanningsgebied MINIMALE AFSTAND (fase-fase) in meter (ft) 0 tot 50 kV 3 (10) Meer dan 50 kV tot 200 kV 5 (15) Meer dan 200 kV tot 350 kV 6 (20) Meer dan 350 kV tot 500 kV 8 (25) Meer dan 500 kV tot 750 kV...
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN • De minimale afstand kan worden verminderd indien er geïso- Gevaar voor kantelen leerde hekken zijn aangebracht om contact te voorkomen en • Controleer of de bodemgesteldheid geschikt is om de indien de hekken gespecificeerd zijn voor de spanning van de maximale belasting van de banden te dragen die op de af te schermen leiding.
Pagina 22
Zorg ervoor dat alle ladingen binnen het het platform neer te laten en methodes voor het monitoren platform blijven, tenzij toestemming is verkregen van JLG. van huidige en potentiële windsnelheden. • Houd het chassis van de machine op een afstand van minstens •...
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN OPMERKING WICHTIG BEDIEN DE MACHINE NIET BIJ WINDOMSTANDIGHEDEN BOVEN DE SPECIFICATIES DIE ZIJN AANGEGEVEN IN HOOFDSTUK 7,2 OF OP DE CAPACITEITSAANDUIDING OP HET BORD AAN HET PLATFORM. Tabel 1-2. Schaal van Beaufort (uitsluitend ter referentie) Windsnelheid Kracht Beschrijving Omstandigheden aan land...
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN Gevaar voor beknelling en botsing • Zorg dat ander personeel tijdens de bediening op minstens 1,8 m(6 ft) afstand van de machine blijft. • Alle machinisten en grondpersoneel moeten een goedge- • Onder alle rijomstandigheden moet de machinist de rijsnel- keurde helm dragen.
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN SLEPEN, HIJSEN EN VERVOEREN ONDERHOUD • Laat nooit personen op het platform toe terwijl de machine Deze paragraaf bevat algemene veiligheidsmaatregelen die bij gesleept, gehesen of vervoerd wordt. het onderhoud van deze machine in acht moeten worden geno- men.
• Gebruik alleen vervangende onderdelen of componenten die WAARSCHUWING goedgekeurd zijn door JLG. Om in aanmerking te komen om WIJZIGINGEN AAN EEN MEWP MOGEN UITSLUITEND MET VOORAFGAANDE SCHRIFTE- goedgekeurd te worden moeten vervangende onderdelen of LIJKE TOESTEMMING VAN DE FABRIKANT WORDEN UITGEVOERD.
Pagina 27
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN LET OP ACCUVLOEISTOF IS UITERST CORROSIEF. VERMIJD TE ALLEN TIJDE AANRAKING MET HUID EN KLEDING. SPOEL EEN PLAATS DIE ERMEE IN CONTACT IS GEKO- MEN ONMIDDELLIJK AF MET SCHOON WATER EN ROEP MEDISCHE HULP IN. • Laad accu’s alleen op in een goed geventileerde ruimte. •...
Pagina 28
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN 1-14 31216555...
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE HOOFDSTUK 2. VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE 2.1 TRAINING VAN HET PERSONEEL De veiligste wijze om de machine te bedienen in de buurt van hoge obstakels, ander bewegend materieel, andere Het mobiele werkplatform dat omhoog kan (MEWP) is een appa- obstakels, verzakkingen, kuilen en steile hellingen.
Een MEWP mag alleen worden gebruikt door goed opgeleid personeel dat een apparaatspecifieke training heeft gekregen. De volgende tabel bevat de door JLG Industries, Inc. vereiste Vóór de inbedrijfstelling dient de gebruiker te bepalen of het inspecties en onderhoud van de machine. Raadpleeg de plaatse- personeel gekwalificeerd is om de MEWP te bedienen.
Inspectieformulieren zijn verkrijgbaar bij JLG. Gebruik de service- en onderhoudshandleiding om inspecties uit te voeren. OPMERKING WICHTIG JLG INDUSTRIES, INC. ERKENT IEMAND DIE DE JLG SERVICE TRAINING SCHOOL VOOR HET BETREFFENDE MODEL VAN HET JLG-PRODUCT MET SUCCES HEEFT DOORLOPEN ALS EEN DOOR DE FABRIEK OPGELEIDE MONTEUR. 31216555...
Pagina 32
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE 1. Aangedreven/stuurwielen voor 2. Aangedreven/stuurwielen achter 3. Hefcilinder torengiek 4. Grondbedieningsconsole 5. Vast gieksegment torengiek 6. Middelste gieksegment torengiek 7. Uitschuifbaar gieksegment torengiek 8. Torengiek 9. Hefcilinder hoofdgiek 10. Vast gieksegment hoofdgiek 11.
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Inspectie vóór het starten Inspectieronde – Uitvoeren conform instructies. Accu – Opladen wanneer nodig. De inspectie vóór het starten moet alle volgende punten omvatten: Brandstof (Machines met verbrandingsmotor) – Voeg de Vervuiling –...
Pagina 34
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Platformhek – Houd het hek schoon en zorg dat het niet geblokkeerd wordt. Controleer of het hek goed sluit en niet verbogen of beschadigd is. Houd het hek te allen tijde gesloten, behalve bij het betreden en verlaten van het platform en het laden en lossen van materialen.
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Inspectieronde OAC00341 31216555...
Pagina 36
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Inspectieronde Platformbedieningsconsole – Schakelaars en bediening- shendels gaan terug naar neutraal wanneer ze worden inge- schakeld en losgelaten, stickers/plaatjes vast en leesbaar, Begin de inspectieronde bij item 1, zoals aangegeven in het aanduidingen bij bedieningselementen leesbaar.
Hydraulische hulppomp – Zie opmerking bij inspectie. KELT U DE MACHINE UIT EN LAAT U DE STAALKABELS DOOR EEN GEKWALIFICEERDE Functiecontrole JLG-MONTEUR CONTROLEREN/REPAREREN. LOSSE OF VERKEERD AFGESTELDE STAAL- KABELS KUNNEN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN. Voer de functiecontrole als volgt uit: Controleer het giekbesturingssysteem.
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE e. Bedien alle functies en controleer alle afslag- en uit- Vanaf de platformconsole in een gebied zonder obstakels: schakelaars om een goede werking te garanderen. Bedien de functie voor uitschuiven. Met het platform in de opbergstand: Activeer de SkyGuard-sensor: a.
Pagina 39
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE Schakel de SkyGuard-sensor uit, laat de bedieningselemen- ten los en druk vervolgens de voetschakelaar nogmaals in. Zorg voor normale bediening. OPMERKING: Bij machines die zijn uitgerust met SkyLine bevestigt u het magnetische uiteinde van de kabel opnieuw aan de beugel.
HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE BLOKKERING VAN OSCILLERENDE AS TESTEN Plaats de rijhendel, met de giek in deze stand, in ‘Achteruit’ en rijd de machine voorzichtig van het blok en de oprit af. (INDIEN AANWEZIG) Laat een helper controleren of het linker voorwiel of het rechter achterwiel boven de grond blijft hangen.
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE HOOFDSTUK 3. BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE ALGEMEEN BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS OPMERKING: Op de indicatorpanelen worden symbolen van verschil- OPMERKING WICHTIG lende vorm gebruikt om de machinist te wijzen op ver- DE FABRIKANT HEEFT GEEN RECHTSTREEKS TOEZICHT OP DE TOEPASSING EN BEDIE- schillende bedrijfssituaties die kunnen ontstaan.
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Heffen/neerlaten torengiek WAARSCHUWING Hiermee wordt torengiek OM ERNSTIG LETSEL TE VOORKOMEN, MAG DE MACHINE NIET GEBRUIKT WORDEN omhoog en omlaag gebracht. ALS BEDIENINGSHENDELS OF TUIMELSCHAKELAARS DIE DE BEWEGING VAN HET PLATFORM BESTUREN NIET NAAR DE STAND ‘UIT’ TERUGGAAN WANNEER ZE WOR- DEN LOSGELATEN.
Pagina 46
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Jib heffen/neerlaten Platform draaien Hiermee wordt de jib omhoog en Hiermee kan het platform worden omlaag gebracht. gedraaid. WAARSCHUWING Jib zwenken GEBRUIK DE FUNCTIE VOOR PLATFORM RECHTZETTEN ALLEEN OM HET PLATFORM IETS Hiermee kan de jib worden HORIZONTALER TE ZETTEN.
Pagina 47
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Keuzeschakelaar Platform/Grond Voedings-/noodstopschakelaar Een sleutelschakelaar met drie standen die Een rode, paddenstoelvormige schakelaar met voeding aan de bedieningsconsole op het twee standen die voeding aan de keuzescha- platform levert wanneer deze op Platform kelaar Platform/Grond levert wanneer deze staat.
Pagina 48
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Om de hulpvoeding te gebruiken, moet de schake- laar ‘OMLAAG’ worden gehouden zolang de hulp- pomp wordt gebruikt. Opheffing machineveiligheidssysteem (MSSO) (alleen CE) Hiermee kan in noodgevallen de blokkering van functieregelaars worden opgeheven die zijn geblok- keerd in het geval van activering van het belastingdetectie- systeem.
Pagina 49
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 1. Acculading 5. Indicator capaciteitszone 9. Brandstofmeter 13. Motorstoring 2. Waarschuwing giekbesturingssysteem 6. Giekbesturingssysteem gekalibreerd 10. Overbelasting platform 14. Uitstoottemperatuur 3. Systeemstoring 7. Generator 11. Staalkabelservice 4. Uitschakeling rij- en stuurfunctie 8.
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Indicatorpaneel grondbediening Indicator machinestoring Dit lampje geeft aan dat het JLG-besturingssy- (Zie Figuur 3-4., Indicatorpaneel grondbediening) steem een abnormale toestand heeft waarge- Indicator acculaden nomen en dat een diagnostische storingscode in het systeemgeheugen is ingesteld. Zie de servicehandlei-...
Pagina 51
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Indicator giekbesturingssysteem gekalibreerd Indicator overbelasting platform Wanneer deze indicator brandt, betekent dit dat Duidt op overbelasting van het platform. het giekbesturingssysteem goed is gekalibreerd. Indicator staalkabel Indicator wisselstroomgenerator Wanneer deze indicator brandt, zijn de giekstaal- Geeft aan dat de generator werkt.
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Platformstation modus worden zowel de voor- als achterassen in dezelfde richting gestuurd, waardoor het chassis zijwaarts naar voren kan bewegen. Deze functie kan worden gebruikt om de (Zie Figuur 3-5., Platformbedieningsconsole) machine in nauwe doorgangen of dicht bij gebouwen te plaatsen.
Pagina 54
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE As uitschuiven/inschuiven Voeding/noodstop Hiermee kan de machinist de assen uit- of Een rode, paddenstoelvormige schakelaar met inschuiven. De assen kunnen alleen wor- twee standen die voeding aan het platformbe- den uit- of ingeschoven terwijl de machine dieningsstation levert wanneer deze uitge- vooruit of achteruit rijdt.
Pagina 55
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Capaciteitskeuze OPMERKING: Om de rijregelaar (joystick) te bedienen, trekt u de borgring onder de hendel Met deze schakelaar kan de machinist kiezen omhoog. tussen een werkbereik met een capaciteitsbe- perking van 500 lb (227 kg voor ANSI en 230 kg voor CE en Australië) en een capaciteitsbeper- king van 1000 lb (454 kg voor ANSI en 450 kg voor CE en Australië).
Pagina 56
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Lichten/SkySense dempen (indien aanwezig) De schakelaar werkt zoals de Sky- Guard-overbruggingsschakelaar zoals Hiermee wordt de verlichting van de hulp- hierboven beschreven. Met de schake- stukken bediend als de machine hiermee laar kunnen de functies die door het uitgerust is.
Pagina 57
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Torengiek heffen Regeling functiesnelheid Hiermee kan de torengiek worden geheven Dit bedieningselement regelt de snelheid en neergelaten door de hef- en in- en uit- van het in-/uitschuiven van de hoofdgiek, schuifcilinders van de torengiek te activeren het heffen van de torengiek en jib, het via het giekbesturingssysteem.
Pagina 58
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Joystick Hoofdgiek heffen/zwen- Dient voor het heffen en zwen- ken van de hoofdgiek. Naar voren drukken om de giek te heffen, naar achteren trekken om deze neer te laten. Naar rechts bewe- gen om naar rechts te zwenken, naar links bewegen om naar links te zwenken.
Pagina 59
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE ½ O AC 02861 1. Waarschuwing giekbesturingssysteem 6. Generator 11. Storing emissies 16. Motorstoring 2. Systeemstoring 7. Kruipsnelheid 12. Rechtzetsysteem 17. Dieselroetdeeltjesfilter (DPF) 3. Rijrichting 8. Activering voetschakelaar 13. Overbelasting platform 18.
Als een defect wordt bij beperkte platformstanden (kortere giek- vastgesteld, moet het systeem worden gerepareerd door lengtes en hogere giekhoeken). een fabriek opgeleide JLG-monteur voordat de machine weer kan worden gebruikt. OPMERKING: Raadpleeg de capaciteitsstickers op de machine voor beperkte en onbeperkte Indicator machinestoring platformcapaciteiten.
Pagina 61
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Scheefstandslampje en alarm Indicator wisselstroomgenerator Dit rode lichtje geeft aan dat het chassis op Geeft aan dat de generator werkt. een helling staat. Als de giek boven de hori- zontale stand staat en de machine op een hel- ling staat, gaat het scheefstandsalarmlampje branden, Kruipsnelheidsindicator worden beschikbare functies in de kruipsnelheid gezet en...
Pagina 62
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Indicator rechtzetsysteem WAARSCHUWING Duidt op een fout in het elektronische recht- OM ERNSTIG LETSEL TE VOORKOMEN, MAG DE VOETSCHAKELAAR NIET WORDEN VER- zetsysteem. De foutindicator zal knipperen en WIJDERD, GEWIJZIGD OF UITGESCHAKELD DOOR BLOKKEREN OF WELKE ANDERE METHODE DAN OOK.
Pagina 63
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE Indicator motorstoring Geeft aan dat de motor een storing heeft en dat onderhoud vereist is. Diesel Particulate Filter (DPF) Indicator Pictogram zal oplichten wanneer het uit- laatsysteem stilstand moet worden gebracht. Indicator uitstoottemperatuur Pictogram wordt verlicht wanneer de controle- sensor van de motoruitlaat een hoge tempera-...
Pagina 64
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE 3-24 31216555...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING HOOFDSTUK 4. MACHINEBEDIENING BESCHRIJVING OPWARMEN VAN HYDRAULISCH SYSTEEM Deze machine is een mobiel werkplatform dat omhoog kan en Het besturingssysteem controleert het hydraulisch systeem bij wordt gebruikt om personen, samen met de benodigde materia- extreem koude temperaturen en zorgt voor optimale prestaties len en gereedschappen bij de plek waar ze moeten werken te door de functiesnelheden van de functies met hoog stroomver- brengen.
Trek de voedings/noodstopschakelaar uit. stijgen. Duw op de motorstartschakelaar tot de motor start. OPMERKING: Neem contact op met de JLG-klantendienst indien u de machine onder uitzonderlijke omstandigheden gebruikt. OPMERKING WICHTIG LAAT DE MOTOR ENKELE MINUTEN BIJ LAAG TOERENTAL OPWARMEN VOORDAT U...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING OPMERKING: De voetschakelaar moet worden losgelaten (omhoog Luchtafsluitklep (ASOV) (indien aanwezig) staan) voordat de startmotor kan werken. Als de start- motor werkt terwijl de voetschakelaar is ingedrukt, MAG De luchtafsluitklep (ASOV) is een apparaat dat beschermt tegen DE MACHINE NIET GEBRUIKT WORDEN.
Pagina 68
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING OPMERKING: De hendel kan niet worden gedraaid als de machine is ingeschakeld. Zorg ervoor dat het contactslot in de stand UIT staat. WAARSCHUWING GEBRUIK ASOV NIET ALS ALTERNATIEF VOOR HET CORRECT UITSCHAKELEN VAN DE MACHINE. Figuur 4-1. ASOV opnieuw instellen (van stand “Open” naar “Gesloten”) 31216555...
WICHTIG knipperen en is er nog ongeveer 5 minuten motor- NEEM CONTACT OP MET EEN BEVOEGDE MONTEUR VAN JLG ALS DE MACHINE bedrijf mogelijk. Als het systeem in deze toestand OPNIEUW MOET WORDEN GESTART NADAT ER GEEN BRANDSTOF MEER BESCHIK- ½...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING DIESELROETDEELTJESFILTER (INDIEN AANWEZIG) • Koeltemperatuur moet boven 40 °C (104 °F) zijn • Machine staat in modus Grondbedieningsstation Dieselroetdeeltjesfilter (DPF) is een uitstootregelingssysteem gebruikt in dieselmotoren en vereist interactie van de machinist De indicator Dieselroetdeeltjesfilter (DPF) op het voor juiste besturing van het systeem.
Pagina 71
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Start het reinigingsproces door de DPF-knop op de grond- bedieningsconsole 3 seconden in te drukken. De Indicator- meter toont het volgende scherm. Het hoofdreinigingsproces begint, dit duurt ongeveer 30 tot 60 minuten. Het volgende scherm geeft aan dat het proces begonnen is.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Nadat het reinigingsproces voltooid is, zal de motor onge- Onderhoud tijdens stilstand annuleren veer 5 minuten blijven draaien zodat de motor en uitlaat- Onderhoud tijdens stilstand moet meteen worden gestopt gasnabehandelingssysteem (EAT) kunnen afkoelen. De indien: Indicatormeter toont het scherm ‘Regen Complete’...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Onsuccesvolle reinigingspoging DPF-filter vervangen als gevolg van asbelasting In het geval van een onsuccesvolle reinigingspoging wordt het Het DPF verzamelt niet-brandbare deeltjes die niet kunnen wor- DPF-pictogram weergegeven op de weergavemeter. Mogelijke den verwijderd door het onderhoudsreinigingsproces tijdens stil- oorzaken van onsuccesvolle reinigingspogingen zijn: stand.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Tabel 4-1. DPF-filter vervangen vanwege asbelasting Indicator DPF-filter Indicator Asbelasting Verminderen vervangen motorstoring Normaalbedrijf <100% Geen Vervangen filter is vereist ≥100% DPF Filter E xchange Geen Knipperen DPF Filter E xchange Waarschuwingsniveau ≥105% Geen Knipperen Continu Machine geplaatst in kruipmodus en DTC Waarschuwingsniveau ≥110%...
Pagina 75
Uitstoottemperatuur* 0-500 Tussen 500 en 650 uur, reini- Normaalbe- Geen gingscyclus kan worden gestart drijf 500-650 met de JLG-analyzer. Stilstand 650-750 Geen Temperatuur koelvloeistof vereist motor moet >40 °C zijn en machine moet in modus Grond- Continu Waarschu- Machine in kruipmodus bedieningsstation staan.
Pagina 76
Uitstoottemperatuur* Normaalbedrijf <99% Geen Blijft 100 uur in stil- 100% tot 109% Schakelaar in JLG Machine Stilstand ver- stand staan of tot de Geen eist roetbelasting 109% 100 uur JLG Analyzer bereikt Blijft 25 uur in waar-...
Alle machinesystemen werken goed. ties te gebruiken, gaat het waarschuwingslampje van het giekbe- De machine is zoals hij oorspronkelijk door JLG is uitgerust. sturingssysteem knipperen en klinkt het alarm op het platform. Bij het overschrijden van het torengiekpad (met een goed bestu-...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING worden verholpen met behulp van de schakelaar voor het heffen Torenpad-regelsysteem van de torengiek (toren heffen zonder hem automatisch uit te Het torenpad-regelsysteem gebruikt de sensoren van het werk- schuiven) of de schakelaar voor het neerlaten van de torengiek bereik-regelsysteem om de besturing van de torengiek te verbe- (toren inschuiven zonder hem automatisch neer te laten).
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Automatisch besturingssysteem van hoofdgiek Tijdens gecombineerde hef/neerlaatfuncties van de toren- en hoofdgiek handhaaft het besturingssysteem de hef/daalsnelheid van de torengiek en varieert het automatisch de opdracht voor maximaal heffen/neerlaten van de hoofdgiek om de beweging van de torengiek te compenseren. De interactie van de hoofdgiek en de torengiek verschilt enigs- zins wanneer de hoofdgiek boven of onder 60°...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING TORENGIEK HEFFEN - HOOFDGIEK BOVEN 60° Gecontroleerde hoek Tijdens het heffen van de torengiek terwijl de hoofdgiek reeds Het gecontroleerde giekhoeksysteem zorgt voor minimale inter- boven 60° is, stelt het besturingssysteem de automatische com- actie tussen de zwenk- en rijfunctie en de randen van het werk- pensatie van de hoek van de hoofdgiek tijdens het heffen van de bereik.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Platformbelastingdetectiesysteem (LSS) Het platformbelastingdetectiesysteem meldt de platformcapaci- teit aan het besturingssysteem. Als het LSS-systeem een overbelastingstoestand waarneemt, worden giekfuncties uitgeschakeld, licht de indicator voor over- belasting op en klinkt het alarm overbelasting. Verminder het gewicht op het platform zodat de op de capaciteitssticker aange- geven nominale werklast niet wordt overschreden, dan werken de bedieningselementen weer.
Pagina 82
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING HOOFDGIEK VOLLEDIG UITGESCHOVEN DE MACHINE KANTELT IN DEZE RICHTING ALS HIJ OVERBELAST WORDT OF OP EEN HELLING DIE BUITEN DE MAXIMALE GRENZEN LIGT. TORENGIEK VOLLEDIG NEERGELATEN TOT VOLLEDIG GEHEVEN DRAAISCHIJF 90 GRADEN GEDRAAID T.O.V. DE OPBERGSTAND Figuur 4-3.
Pagina 83
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING 31216555 4-19...
Pagina 84
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING 4-20 31216555...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING BEDIENING VAN HULPVOEDING CAPACITEITSKEUZE Het hulpvoedingssysteem maakt het mogelijk om het platform Het giekbesturingssysteem biedt de machinist een keuze tussen omlaag te brengen als de motor defect is. Dit systeem gebruikt een werkbereik met een capaciteitsbeperking van 227 kg voor een elektrische motor/pomp waarmee alle giekfuncties kunnen ANSI en 230 kg voor CE en Australië...
Pagina 86
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING 4-22 31216555...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING RIJDEN Rijden wordt beperkt door twee factoren: Hellingshoek, het hellingspercentage dat de machine kan Zie Figuur 4-7., Recht en dwars op helling klimmen. OPMERKING: Zie de tabel met bedrijfsspecificaties voor de nominale Dwarshelling, de hoek van de helling waarlangs de machine waarden voor hellingshoek en dwarshelling.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Vooruit en achteruit rijden WAARSCHUWING Trek de noodstopschakelaar op het platformbedieningssta- RIJD ALLEEN MET DE GIEK BOVEN DE HORIZONTALE STAND OP EEN VLAKKE, STEVIGE tion uit, start de motor en activeer de voetschakelaar. EN HORIZONTALE ONDERGROND DIE BINNEN DE MAXIMALE GRENZEN VAN EEN HEL- LENDE HOEK VALT.
Pagina 89
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING HORIZONTAAL LE VE L Figuur 4-7. Recht en dwars op helling 31216555 4-25...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Rijden op een helling STUREN Zet de duimschakelaar op de rij-/stuurregelaar naar rechts om Bij het rijden op een helling worden maximale remming en tractie naar rechts te sturen of naar links om naar links te sturen. bereikt door de giek opgeborgen te houden, gepositioneerd over de achteras en in lijn met de rijrichting.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Tijdens normaal bedrijf van de machine blijft de stand van het OM KANTELEN TE VOORKOMEN WANNEER HET RODE SCHEEFSTANDLICHT BRANDT platform automatisch behouden. Het platform handmatig naar TERWIJL DE GIEK BOVEN DE HORIZONTALE STAND IS GEHEVEN, MOET HET PLATFORM OP DE GROND WORDEN NEERGELATEN.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Hoofdgiek omhoog en omlaag brengen De jib zwenken OPMERKING: De heffunctie van de hoofdgiek werkt niet als de giek uit OPMERKING: Voor bediening in de stand 1000 lb (454 kg voor ANSI en de transportstand is en de assen niet volledig zijn uitge- 450 kg voor CE en Australië) moet de jib gecentreerd schoven.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING 4.15 BEDIENING VAN SKYGUARD SkyGuard SkyGuard wordt gebruikt ten behoeve van een betere beveiliging van het bedieningspaneel. Wanneer de SkyGuard-sensor wordt geactiveerd, zullen de functies in gebruik tijdens de bekrachti- ging, omkeren of uitschakelen. De functietabel SkyGuard geeft meer informatie over deze functies.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING SkyGuard - SkyEye Herbevestig het magnetische uiteinde van de kabel aan de beugel Machinist gaat door het pad van de sensorstraal. als deze wordt losgekoppeld. Functietabel SkyGuard Platform Vooruitrij- Achteruit- Torengiek Torengiek Torengiek Torengiek Giek neer- Giek uit- Giek Jib hef-...
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING 4.16 SLEPEN IN NOODGEVALLEN WAARSCHUWING GEVAAR – VOERTUIG/MACHINE ONBESTUURBAAR. DE MACHINE HEEFT BIJ HET SLE- PEN GEEN REMMEN. HET SLEEPVOERTUIG MOET DE MACHINE TE ALLEN TIJDE ONDER UITSCHAKELDOP CONTROLE KUNNEN HOUDEN. SLEPEN OP VERKEERSWEGEN NIET TOEGESTAAN. NALATEN DEZE INSTRUCTIES TE VOLGEN KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
Zorg dat de hoofdgiek geheel is ingetrokken en over de ach- gestempeld. Als het plaatje ontbreekt of onleesbaar is, kunt teras is neergelaten. u JLG Industries bellen of de afzonderlijke machine wegen Schakel de noodstopschakelaar op het platformbedienings- om het brutogewicht te verkrijgen.
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING Vastsjorren 4.19 DE JIB OPBERGEN VOOR TRANSPORT Zet de giek in de opbergstand met de assen ingeschoven. OPMERKING WICHTIG Houd de jib-zwenkschakelaar naar rechts totdat het plat- WANNEER DE MACHINE VERVOERD WORDT, MOET DE GIEK VOLLEDIG IN DE GIEK- form niet langer zwenkt.
Pagina 98
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING 2,06 m (6 ft 9 in) 2,97 m (9 ft 9 in) 9’-9”/2.97 m 6’-9”/2.06 m 5,03 m (16 ft 6 in) 16’-6”/5.03 m 6,60 m (21 ft 8 in) 15’-11”/4.85 m 4,85 m (15 ft 11 in) 21’-8”/6.60 m 11,46 m (37 ft 7 in) 37’-7”/11.46 m...
Pagina 99
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING ANSI en TWEETALIG ALLEEN AUS ANSI en TWEETALIG ALLEEN AUS Figuur 4-11. Plaats van stickers Blad 1 van 5 31216555 4-35...
Pagina 100
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING SECTIE A_A Figuur 4-12. Plaats van stickers Blad 2 van 5 4-36 31216555...
Pagina 101
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING BEIDE ZIJDEN BEIDE ZIJDEN Figuur 4-13. Plaats van stickers Blad 3 van 5 31216555 4-37...
Pagina 102
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING ALLEEN ANSI ANSI en TWEETALIG ANSI en TWEETALIG ALLEEN ANSI en TWEETALIG ALLEEN AUS Figuur 4-14. Plaats van stickers Blad 4 van 5 4-38 31216555...
Pagina 103
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING ANSI en ALLEEN ANSI TWEETALIG ALLEEN TWEETALIG ALLEEN ANSI en TWEETALIG Figuur 4-15. Plaats van stickers Blad 5 van 5 31216555 4-39...
DAT ALLE BEDIENINGSELEMENTEN GOED FUNCTIONEREN. JLG Industries, Inc. moet onmiddellijk in kennis worden gesteld van elk ongeval waarbij een JLG-product is betrokken. Ook al is er BEDIENING IN NOODGEVALLEN geen sprake van letsel of materiële schade, toch moet de fabriek telefonisch van alle nodige details op de hoogte worden gesteld.
HOOFDSTUK 5 – NOODPROCEDURES Platform of giek zit boven vast of giekbewegingen Controleer de machine op schade. Als de machine is bescha- digd of niet goed werkt, moet deze onmiddellijk worden uit- onmogelijk door giekbesturingssysteem gezet. Meld het probleem aan het betreffende onderhoudspersoneel.
OPMERKING: Als de MSSO-functionaliteit wordt toegepast, wordt een storingscode ingesteld in het JLG-besturingssysteem die door een bevoegde JLG-monteur moet worden gereset. OPMERKING: Er zijn geen functiecontroles van het MSSO-systeem nodig. Het JLG-besturingssysteem stelt een diagnosti-...
Pagina 116
HOOFDSTUK 5 – NOODPROCEDURES 31216555...
VERGROTEN OF VERKLEINEN VAN HET PLATFORM MOET HET GIEKBESTURINGSSYSTEEM OPNIEUW GEKALIBREERD WORDEN. (ZIE DE SERVICE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING). VALSTOPPLATFORM OPMERKING: Raadpleeg de JLG-systeemhandleiding voor het externe valstopsysteem (onderdeelnr. 3128935) voor meer infor- matie. Het externe valstopsysteem is ontworpen om een bevestigings- punt voor een vanglijn te bieden, zodat de machinist gebieden buiten het platform kan betreden.
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Capaciteitsspecificaties (alleen voor Australië) OPMERKING WICHTIG DE MAXIMALE LENGTE VAN HET MATERIAAL IS 6,1 M (20 FT). Max. platformcapaciteit Max. capaciteit in rekken (met max. gewicht in rekken) • Verzeker u ervan dat zich geen personen onder het plat- 80 kg 184 kg form bevinden.
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Maak de sjorbanden los en verwijder ze. Plaats het materiaal SKYCUTTER™ op de rekken en zorg voor een evenwichtige verdeling op beide rekken. Haal de sjorbanden op elk uiteinde aan over het geladen materiaal en zet ze vast. Om het materiaal te verwijderen, maakt u de sjorbanden los en haalt u het materiaal voorzichtig uit de rekken.
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Veiligheidsmaatregelen • Snij niet in het platform en maak geen aardeverbinding via het platform. • Draag de juiste kleding voor het snijden. WAARSCHUWING • Verplaats de machine niet wanneer deze is aangesloten op OVERBELAST HET PLATFORM NIET. externe lucht/gasbronnen.
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Nominale waarden van accessoire Opgenomen A bij Nominale Nominaal uitgangs- Plasmagasstroom/ Max. nullast- Spec. nom. uitg.verm., kVa/kW Plasmagas snijcapaciteit bij vermogen druk spanning 60 Hz, 1-fase 10 IPM 27 A bij 91 VDC en 20% 28,8 max; 3,4 kVA 120 V ±10% (20 A) belastingsduur...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES SKYGLAZIER™ Capaciteitsspecificaties Max. capaciteit van Max. platformcapaciteit Capaciteitszone* (met max. gewicht in bak) 227 kg 68 kg 113 kg (500 lb) (150 lb) (250 lb) 250 kg 68 kg 113 kg (550 lb) (150 lb) (250 lb) 272 kg 68 kg 113 kg...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Veiligheidsmaatregelen • Verwijder de bak wanneer hij niet wordt gebruikt. • Gebruik deze optie alleen bij goedgekeurde modellen. WAARSCHUWING Voorbereiding en inspectie ZORG ERVOOR DAT HET PANEEL MET EEN BAND VASTGEZET IS. • Controleer op gescheurde lasnaden en schade aan de bak. WAARSCHUWING •...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES SKYPOWER™ VAN 7,5 KW EN GENERATOR VAN 4 KW Alle stroomregelcomponenten bevinden zich in een waterdichte kast die met een kabel met de generator is verbonden. De gene- rator levert stroom wanneer hij met een bepaald toerental draait terwijl de aan/uitschakelaar aan staat (de schakelaar bevindt zich op het platform).
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Veiligheidsmaatregelen SKYWELDER™ WAARSCHUWING OVERBELAST HET PLATFORM NIET. • Verzeker u ervan dat zich geen personen onder het plat- form bevinden. • Deze in de fabriek geïnstalleerde optie is alleen verkrijg- baar op de gespecificeerde modellen. • Zorg ervoor dat de vanglijn te allen tijde bevestigd blijft. •...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Nominale waarden van accessoire Opgenomen A bij nom. Belast.afgifte (50/60 Hz) Ingangsspan- Nominaal uit- Lasstroom- Max. nullast- Lasmodus ning gangsvermogen sterktebereik spanning 230 V 460 V 575 V 280 A bij 31,2 V, 35% 15,7 belastingsduur 3-fase 5-250 A 79 VDC...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Veiligheidsmaatregelen • Draag de juiste kleding voor het lassen. • Gebruik de juiste maat lasstaaf en stroominstellingen. WAARSCHUWING • Gebruik geen ongeaarde stroomsnoeren. OVERBELAST HET PLATFORM NIET. • Gebruik elektrisch gereedschap niet in water. • Las niets aan het platform. WAARSCHUWING •...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES SOFT TOUCH SKYSENSE™ Er is bekleding aangebracht aan de platformreling en aan een WAARSCHUWING frame dat onder het platform hangt. Afslagschakelaars deactive- HET IS NIET DE BEDOELING SKYSENSE TE GEBRUIKEN MET HET IDEE DAT DE MACHINIST ren platformfuncties wanneer het beklede frame in contact komt ZICH NIET MEER BEWUST HOEFT TE ZIJN VAN DE OMGEVING ROND ZIJN MACHINE.
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES OPMERKING: SkySense is niet actief wanneer u de machine bedient Controleer of er zich geen obstakels onder het platform met de grondbediening. bevinden voordat u het platform neerlaat. De machine moet vertragen (de statusled van SkySense knippert steeds sneller geel) en stoppen (de statusled van SkySense brandt rood) Voorbereiding en inspectie wanneer de onderkant van het platform zich ongeveer 12 in...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Bediening SkySense is actief als de volgende functies in werking zijn: • Heffen/neerlaten (met inbegrip van giekfuncties) SkySense vertraagt de functie van de machine tot kruipsnelheid wanneer deze zich op een bepaalde afstand van een object •...
Pagina 133
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES OPMERKING: Wanneer het DOS-systeem (Drive Orientation System) is geactiveerd, is SkySense actief wanneer vooruit of ach- teruit wordt gereden. Er zijn twee led-indicators op het platformbedieningspaneel die de activiteit van SkySense weergeven. • Geen led: Normaal bedrijf. •...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES SkySense-alarm Opheffingsknop Wanneer SkySense in werking treedt, klinkt er een alarm en bran- De gele opheffingsknop stelt de machinist in staat om de nor- den de led’s op de platformconsole om aan te geven dat Sky- male SkySense-werking te omzeilen om zo binnen de stopzone Sense geactiveerd is doordat de waarschuwings- of stopzone dichter bij een object te komen.
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Dekkingsgebieden van SkySense Niveau 2 (3 - bar) De getoonde dekkingsgebieden van de sensor zijn slechts benade- Niveau 1 (2 - bar) ringen ter referentie. 31216555 6-19...
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES EXTERNE VALSTOP MET BOUTEN WAARSCHUWING ALS HET EXTERNE VALSTOPSYSTEEM WORDT GEBRUIKT OM EEN VAL TE STOPPEN OF Het externe valstopsysteem met bouten is ontworpen om een ANDERSZINS IS BESCHADIGD, MOET HET GEHELE SYSTEEM WORDEN VERVANGEN EN bevestigingspunt voor een vanglijn te bieden, zodat de machinist MOET HET PLATFORM VOLLEDIG WORDEN GEÏNSPECTEERD VOORDAT HET WEER IN gebieden buiten het platform kan betreden.
HOOFDSTUK 6 – ACCESSOIRES Inspectie voor gebruik • Fittingen en beugels: zorg ervoor dat alle fittingen goed vastzit- ten en er geen tekenen van barsten zijn. Controleer de beugels Het externe valstopsysteem moet voor elk gebruik van de machine op schade. worden geïnspecteerd.
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST HOOFDSTUK 7. ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST INLEIDING BEDRIJFSSPECIFICATIES EN PRESTATIEGEGEVENS In dit hoofdstuk van de handleiding wordt aanvullende en nood- Tabel 7-1. Bedrijfsspecificaties zakelijke informatie aan de machinist gegeven voor een juiste bediening en correct onderhoud van deze machine.
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Afmetingen Inhoud Tabel 7-2. Afmetingen Tabel 7-3. Inhoud Totale breedte Hydrauliektank 201,7 l (53.3 gal) Assen ingeschoven 2,49 m (8 ft 2 in) Brandstoftank 117 l (31 gal) Assen uitgeschoven 3,8 m (12 ft 6 in) Hydraulisch systeem 247,5 l (65.4 gal) Hoogte in opbergstand...
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Banden Motorgegevens - Deutz 2011 Tabel 7-5. Specificaties Deutz TD2011L4 Tabel 7-4. Bandenspecificaties Type Vloeistofgekoeld Maat 445/50D710 Aantal cilinders Laadbereik Boring 94 mm (3.7 in) Aantal koordlagen Slag 112 mm (4.4 in) Schuimvulling Polyurethaan HD (55 Durometer)-schuim Totale cilinderinhoud...
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Hydrauliekolie Afgezien van de aanbevelingen van JLG is het niet raadzaam oliën van verschillende merken of soorten te mengen, aangezien deze mogelijk Tabel 7-8. Specificaties hydrauliekolie niet dezelfde vereiste toevoegingen bevatten of een vergelijkbare visco- siteit hebben.
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Tabel 7-11. UCon Hydrolube HP-5046 Tabel 7-10. Specificaties Mobil DTE 10 Excel 32 Type Synthetisch, biologisch afbreekbaar ISO-viscositeitskwaliteit Soortelijk gewicht 1,082 Soortelijk gewicht 0,877 Stolpunt, max. –50 °C (–58 °F) Stolpunt, max. -40 °C (-40 °F) Vlampunt, min.
Pagina 146
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Tabel 7-12. Specificaties Exxon Univis HVI 26 Tabel 7-13. Specificaties Mobil EAL H 46 Soortelijk gewicht 32,1 Type Synthetisch, biologisch afbreekbaar Stolpunt -60 °C (-76 °F) ISO-viscositeitskwaliteit Vlampunt 103 °C (217 °F) Dichtheid bij 15 °C 0,874 Viscositeit...
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Gewicht hoofdonderdelen Tabel 7-14. Specificaties Mobil EAL 46 Tabel 7-15. Gewicht onderdelen Type Synthetisch, biologisch afbreekbaar Onderdeel ISO-viscositeitskwaliteit Wiel met band Dichtheid bij 15 °C 0,93 Aandrijfnaaf en motor 275,5 Stolpunt –33 °C (–27 °F) Motor 1275...
Pagina 148
LUCHTTEMPERATUUR GEBRUIKSTABEL HYDRAULIEKOLIE HYDRAULIC FLUID OPERATION CHART OPMERKING: ALS DE MACHINE WORDT GEBRUIKT MET DOOR JLG NIET MACHINE OPERAT ION USING NON-JLG APPROVED GOEDGEKEURDE HYDRAULIEKOLIE OF BUITEN HET HYDRAULIC F LUIDS OR OPERAT ION OUT SIDE OF TEMPERATUURBEREIK DAT WORDT VERMELD IN DE T HE T EMPERAT URE BOUNDARIES OUT LINED IN ‘GEBRUIKSTABEL HYDRAULIEKOLIE’...
Pagina 149
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Olie Eigenschappen Basis Classificaties Mobilfluid 424 Mobil DTE 10 Excel 32 Univis HVI 26 Mobil EAL hydrauliekolie Mobil EAL Envirosyn H46 Quintolubric 888-46 * De classificatie Direct biologisch afbreekbaar verwijst naar een van de volgende waarden: CO2-omzetting >...
AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN, EEN VOLLEDIG OPGELADEN ACCU EN DE HULP VAN EEN WITH THE RECOMMENDED FLUIDS, A FULLY CHARGED BATTERY COMPLEET DOOR JLG GESPECIFICEERD KOUDWEERPAKKET (BIJV. AND THE AID OF A COMPLETE JLG SPECIFIED COLD WEATHER -20 F(-29 C) MOTORBLOKVERWARMING, ACCUVERWARMER EN PACKAGE (IE.
(HYD. OIL TANK TEMP.) IF EITHER OR BOTH CONDITIONS INDIEN ÉÉN VAN DE OF BEIDE VOORWAARDEN AANWEZIG EXIST JLG HIGHLY RECOMMENDS ZIJN, ADVISEERT JLG TEN ZEERSTE HET GEBRUIK VAN EEN THE ADDITION OF A HYDRAULIC HYDRAULIEKOLIEKOELER (NEEM CONTACT OP MET SERVICE OMGEVINGSTEMPE-...
Pagina 152
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 1 1 A ,1 2 1 7 A 1 0 A 1 5 ,1 9 2 ,3 Figuur 7-5. Schema voor smering en onderhoud door machinist – Deutz 2011-/CAT-motoren 7-14 31216555...
Pagina 153
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST 1 0 B 1 7 B 1 1 B 2 ,3 Figuur 7-6. Schema voor smering en onderhoud door machinist – Deutz 2,9-motor 31216555 7-15...
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST ONDERHOUD DOOR MACHINIST OPMERKING: Het is een goede gewoonte om tegelijkertijd alle filters te vervangen. OPMERKING: De volgende getallen komen overeen met die in Figuur 7-5., Zwenklager – externe smering Schema voor smering en onderhoud door machinist – Deutz 2011-/CAT-motoren.
Pagina 155
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Tandwielkast voor zwenken Zwenkrem Smeerpunt(en) – Vulstop Smeerpunt(en) – Vulstop Inhoud – 2,3 l (79 oz) Inhoud – 80 ml (2,7 oz) Smeermiddel – GL-5 Smeermiddel – DTE24 Interval – Peil elke 150 uur controleren en olie om de 1200 Interval –...
Pagina 156
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST A: Aandrijfnaaf van wiel – Bonfiglioli B: Aandrijfnaaf van wiel – Reggiana Riduttori Smeerpunt(en) – Peil/vulstop Smeerpunt(en) – Peil/vulstop Inhoud – 0,5 l (0.5 qt) ± 10% Inhoud – 2 l (2.1 qt) ± 10% Smering –...
Pagina 157
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Hydrauliekolieretourfilter Smeerpunt(en) – Vervangbaar element Interval - Verversen na de eerste 50 uur en daarna om de 300 uur of zoals aangegeven door de conditie-indicator. Rood = Filter verstopt; filter omzeild Groen = Filter goed;...
Pagina 158
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Hydrauliekolie-vulfilter Smeerpunt(en) – Vervangbaar element Interval – Verversen na de eerste 50 uur en daarna om de 300 uur of zoals aangegeven door de conditie-indicator (indien aanwezig) 7-20 31216555...
Pagina 159
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Hoofdklepfilter Hydrauliekolie VOLMARKERING (HETE OLIE) VOLMARKERING (KOUDE OLIE) Smeerpunt(en) – Vervangbaar element Interval – na de eerste 50 bedrijfsuren vervangen en daarna na elke 300 bedrijfsuren 1705511 B Smeerpunt(en) – vuldop Inhoud –...
Pagina 160
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Aanzuigzeven (in tank) A. Olie verversen/filter vervangen – Deutz 2011 Smeerpunt(en) – vuldop/opschroefbaar element Inhoud – 10,5 l (11 qt) met filter Smeermiddel – EO Interval – Peil dagelijks controleren; olie om de 500 uur of zes Smeerpunt(en) –...
Pagina 161
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST B. Olie verversen/filter vervangen – Deutz TCD2.9 Smeerpunt(en) – Vuldop/opschroefelement Inhoud – 8,9 l (2.4 gal) Smering – EO Interval – Peil dagelijks controleren; olie om de 500 uur of zes maanden verversen, wat het eerste komt.
Pagina 162
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST MINIMUMOLIEPEIL MINIMUMPEIL HETE OLIE MAXIMUMPEIL HETE OLIE MINIMUMPEIL MAXIMUMOLIEPEIL KOUDE OLIE MAXIMUMPEIL KOUDE OLIE OPMERKING: Hete olie moet worden gecontroleerd 5 minuten nadat de motor is uitgeschakeld. Figuur 7-8. Deutz 2011, motorpeilstok 7-24 31216555...
Pagina 163
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST A. Brandstoffilter – Deutz 2011 B. Brandstoffilter – Deutz TCD2.9 Smeerpunt(en) – vervangbaar element Smeerpunt(en) – vervangbaar element Interval – elk jaar of elke 600 bedrijfsuren Interval – elk jaar of elke 500 bedrijfsuren 31216555 7-25...
Pagina 164
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Brandstofzeef – Deutz 2011 Brandstofvoorfilter TCD2.9 Smeerpunt(en) – Vervangbaar element Interval – water dagelijks aftappen; om het jaar of 500 bedrijfsuren verversen. Smeerpunt(en) – vervangbaar element Interval – elk jaar of elke 600 bedrijfsuren 7-26 31216555...
Pagina 165
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Olie en filter vervangen – CAT Brandstoffilter/waterafscheider – CAT Smeerpunt(en) – Vervangbaar element Smeerpunt(en) – vuldop/opschroefbaar element (element Interval – Water dagelijks aftappen; om het jaar of 600 toegankelijk van onder machinebak) bedrijfsuren vervangen Capaciteit –...
Pagina 166
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Radiateurkoeler TCD2.9 A. Luchtfilter – Deutz 2011/CAT DEUTZ 2011 Smeerpunt(en) – vuldop Inhoud – 12,1 l (3.2 gal) Smeermiddel – antivries Interval – Peil dagelijks controleren; om de 1000 uur of 2 jaar verversen, wat het eerste komt.
Pagina 167
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Smeerpunt(en) – Vervangbaar element Smeerpunt(en) – Vervangbaar element Interval – Elke 6 maanden of 300 bedrijfsuren, of zoals aange- Interval – Elke 6 maanden of 300 bedrijfsuren, of zoals aange- geven door de conditie-indicator geven door de conditie-indicator Opmerkingen –...
Inc. dat wanneer een van de volgende punten wordt aange- troffen, er onmiddellijk maatregelen moeten worden genomen om het JLG-product uit bedrijf te nemen en er een regeling moet wor- den getroffen voor vervanging van de band en/of het wiel.
VAN HET WIEL. Vervang geen schuim- of ballastgevulde banden door luchtbanden, tenzij hiervoor specifiek door JLG Industries Inc. goedkeuring is ver- leend. Zorg ervoor dat bij het kiezen en monteren van vervangings- banden alle banden de door JLG geadviseerde bandenspanning hebben.
Pagina 170
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST Zet de wielmoeren vast met het juiste aanhaalmoment om te voor- Haal de moeren aan in onderstaande volgorde: komen dat er wielen kunnen loskomen. Gebruik een momentsleutel voor het aanhalen van het bevestigingsmateriaal. Indien u geen momentsleutel hebt, zet dan het bevestigingsmateriaal vast met een wielmoersleutel en laat onmiddellijk in een werkplaats of bij de dea- ler de wielmoeren vastzetten met het juiste aanhaalmoment.
HOOFDSTUK 7 – ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST AANVULLENDE INFORMATIE UITSLUITEND VAN Tabel 7-17. Momenttabel wielmoeren TOEPASSING OP CE-MACHINES AANHAALVOLGORDE De volgende informatie wordt conform de vereisten van de Euro- pese Machinerichtlijn 2006/42/EG verstrekt. 1e fase 2e fase 3e fase 60 Nm 140 Nm 252 Nm...
JLG EMEA B.V. • EN 280:2013+ A1:2015 Polarisavenue 63, • EN ISO 12100:2010 2132 JH Hoofddorp Nederland JLG Industries Inc. verklaart hierbij dat de bovengenoemde machine voldoet aan de vereisten van: Contact/functie: • 2006/42/EG – Machinerichtlijn Technisch directeur • 2014/30/EU – EMC-richtlijn Europa •...
HOOFDSTUK 8 – INSPECTIE- EN REPARATIELOGBOEK Tabel 8-1. Inspectie- en reparatielogboek Datum Opmerkingen 31216555...
Pagina 176
Hoofdkantoor JLG Industries, Inc. 1 JLG Drive McConnellsburg, PA 17233-9533 VS (717) 485-5161 (Bedrijf) (877) 554-5438 (Klantenondersteuning) (717) 485-6417 Ga naar onze website voor de wereldwijde vestigingen van JLG. www.jlg.com...