HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS
OPMERKING: Wanneer de giek boven de transportstand staat of
is uitgeschoven en een van de schakelaars Rijsnel-
heid/Koppelkeuze of Functiesnelheid (of beide) op
Hoog staan, worden de hoge functiesnelheden
automatisch uitgeschakeld en blijft de machine op
lagere snelheid werken.
BEDIEN DE MACHINE NIET WANNEER DE SCHAKELAAR RIJSNELHEID/
KOPPELKEUZE OF FUNCTIESNELHEID WERKT WANNEER DE GIEK
NIET IN DE TRANSPORTSTAND STAAT.
17. Rijsnelheid/koppelkeuze
De voorwaartse stand geeft maximale rijsnelheid. De
achterwaartse stand geeft maximaal koppel voor ruw
terrein en het opgaan van hellingen. In de middelste
stand kan de machine zo geluidloos mogelijk rijden.
3-12
18. Stuurkeuze
De werking van het stuursysteem kan door de machinist
worden gekozen. Met de middelste stand van de scha-
kelaar is conventionele voorwielbesturing mogelijk, zon-
der beïnvloeding van de achterwielen. Dit is voor
normaal rijden bij maximale snelheid. De vooruit-stand
is bedoeld voor de "hondegang". In deze modus worden
zowel de voor- als achterassen in dezelfde richting
gestuurd, waardoor het chassis zijwaarts naar voren kan
bewegen. Deze functie kan worden gebruikt om de
machine in nauwe doorgangen of dicht bij gebouwen te
plaatsen. De terug-stand is bedoeld voor "gecoördi-
neerd" sturen. In deze modus worden de voor- en ach-
terassen in tegenovergestelde richting gestuurd om een
zo klein mogelijke draaicirkel tot stand te brengen waar-
door de machine in krappe ruimtes manoeuvreerbaar is.
– JLG Hoogwerker –
3122444