HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE
2. Vanaf de platformbedieningsconsole:
a. Verzeker u ervan dat de bedieningsconsole stevig
op de juiste plaats vastzit.
b. Controleer of alle beschermkappen die de schake-
laars of sloten beschermen zijn aangebracht.
c. Bedien alle functies en controleer of het waarschu-
wingslampje van het giekbesturingssysteem niet
gaat branden.
d. Overtuig u ervan dat alle machinefuncties uitge-
schakeld worden wanneer de noodstopknop wordt
ingedrukt.
3. Met het platform in de opbergstand:
a. Rijd de machine op een helling, niet hoger dan de
nominale hellingshoek, en stop om te controleren
of de remmen de machine tegenhouden.
b. Controleer of het scheefstandalarm werkt.
2-6
c. Controleer of alle giekfuncties zijn uitgeschakeld
wanneer de assen zijn ingeschoven en de giek niet
in de transportstand staat.
OPMERKING: De machine is in de transportstand totdat een van
de volgende drie factoren wordt overschreden:
4. Zwenk de giek boven één van de achterbanden en ver-
zeker u ervan dat de rijrichtingsindicator brandt en dat
de rijfunctie alleen werkt als de schakelaar Opheffen rij-
richting gebruikt wordt.
– JLG Hoogwerker –
Hoofdgiek meer dan 1,2 m (4 ft)
uitgeschoven
OF
Hoofdgiek 6° boven de horizontale
stand (met torengiek in opbergstand)
OF
Torengiek boven de horizontale stand.
3122444