Klok
Voor de bediening van de klok gebruikt
u het display en de toetsen V, OK en
W.
Display
In het display verschijnt de dagtijd of
worden uw instellingen weergegeven.
De lichtsterkte neemt iets af als u geen
instellingen uitvoert.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk
"Klok".
Toetsen
De apparaten zijn voorzien van druk-
toetsen.
Bedieningselementen
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u
de temperaturen voor de bereidingen
in.
U kunt de schakelaar tot de aanslag
naar rechts draaien en weer terug.
In de stand ß kunt u de schakelaar
verzinken door erop te drukken.
Het temperatuurbereik vindt u bij de
temperatuurschakelaar en op het dis-
play.
Controlelampje temperatuur 6
Het controlelampje 6 brandt als de
ovenverwarming ingeschakeld is.
Zodra de gekozen temperatuur is be-
reikt,
– wordt de ovenverwarming uitgescha-
keld.
– dooft het controlelampje voor de
temperatuur.
De temperatuurregeling van het appa-
raat zorgt ervoor dat de ovenverwar-
ming en het controlelampje weer wor-
den ingeschakeld, zodra de tempera-
tuur onder de ingestelde waarde daalt.
19