4
Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden automatisch afgehandeld door het softwareprogramma
waaruit u afdrukt. U hoeft de instellingen alleen handmatig te wijzigen wanneer u de
afdrukkwaliteit wijzigt, afdrukt op speciale soorten afdrukmateriaal of speciale functies
gebruikt.
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de volgende onderwerpen.
Afdrukken via de printerstuurprogramma's
Veelgebruikte instellingen voor een taak wijzigen
Standaardinstellingen instellen voor alle afdruktaken
Dubbelzijdig afdrukken
Afdrukken via de printerstuurprogramma's
In de meeste gevallen zult u documenten vanaf uw computer afdrukken via het
printerstuurprogramma. Hoewel de specifieke opties afhankelijk zijn van het gebruikte
softwareprogramma, is het printerstuurprogramma meestal toegankelijk via het menu
Bestand en de optie Afdrukken in het softwareprogramma.
Voor meer informatie over de functies en procedures van het printerstuurprogramma kunt u de
Help op het scherm van het printerstuurprogramma raadplegen. Raadpleeg de documentatie
van het softwareprogramma voor meer informatie over het afdrukken vanuit een specifiek
softwareprogramma.
Opmerking
Voor informatie over het afdrukken vanaf een Macintosh-computer raadpleegt u
wijzigen op een
Zie
Afdrukken met behulp van de PostScript-emulatie
PS-printerstuurprogramma voor Windows 98, Windows ME en Windows NT 4.0. Raadpleeg
de on line Help voor het printerstuurprogramma bij andere Windows-besturingssystemen.
NLWW
Macintosh-computer.
voor informatie over afdrukken met een
Afdrukken via de printerstuurprogramma's 59
Instellingen