4
Klik op Volgende.
5
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van de gedeelde printer en klik op
• Klik op Volgende en zoek de printer in de lijst Gedeelde printers.
6
Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Directe verbinding
U kunt een USB-kabel gebruiken om de all-in-one aan te sluiten op een computer met een
USB-poort die onder Windows 98, Windows ME, Windows 2000 of Windows XP draait.
Als uw computer niet aan deze specificaties voldoet, sluit de all-in-one dan via een parallelle
kabel aan op uw computer.
Opmerking
Het is niet toegestaan tijdens de installatie zowel een USB-kabel als een parallelle kabel op
de all-in-one aan te sluiten.
Het is raadzaam de software te installeren voordat u de all-in-one op de computer aansluit.
Sluit de USB-kabel of parallelle kabel pas aan wanneer dit wordt aangegeven in het
installatieprogramma. Op deze manier weet u zeker dat alle softwareonderdelen goed worden
geïnstalleerd.
In de meeste gevallen kunt u nadat u de software van de all-in-one heeft geïnstalleerd en een
printer op de computer heeft aangesloten, extra printers installeren via USB-kabels zonder dat
u de software opnieuw hoeft te installeren.
De software installeren vóór de hardware (aanbevolen werkwijze)
Voer deze procedure uit als u nog geen USB-kabel of parallelle kabel heeft aangesloten.
Deze methode verdient de voorkeur.
Opmerking
Als u Windows 2000 of Windows XP gebruikt, heeft u beheerdersbevoegdheden nodig om
een printerstuurprogramma te installeren.
1
Als u de faxfuncties van de all-in-one wilt gebruiken, moet u het apparaat aansluiten op
een telefoonlijn. Zie
2
Sluit alle programma's af die nog geopend zijn.
3
Plaats Starter CD 1 in het cd-rom-station. De cd-browser wordt automatisch gestart.
Als dat niet het geval is, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren. Blader naar het
cd-rom-station van de computer, klik op Setup.exe en klik op Openen. Klik in het
dialoogvenster Uitvoeren op OK.
4
Klik op Software installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
5
Voer deze stappen uit als u wordt gevraagd het type verbinding op te geven:
a Klik op Aangesloten op deze computer en vervolgens op Volgende.
b USB-aansluiting: Klik op USB-kabelen vervolgens op Volgende.
6
Kies voor een standaardinstallatie als wordt gevraagd welk type installatie u wilt
uitvoeren. (Bij een standaardinstallatie worden alle onderdelen geïnstalleerd die nodig zijn
om over alle functies te beschikken. Zie
informatie.)
Software van de all-in-one installeren en het apparaat configureren voor besturingsomgevingen
NLWW
Volgende. Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om het printermodel te
selecteren.
De all-in-one aansluiten op een telefoonlijn
Parallelle aansluiting: Klik op Parallelle kabel en selecteer de parallelle poort waarop
de all-in-one is aangesloten (meestal LPT1). Klik op Volgende.
voor meer informatie.
Onderdelen van de all-in-one-software
voor meer
149