• Macintosh-computers
Instellingen van de all-in-one voor de verschillende functies
In de volgende tabel wordt per type verbinding aangegeven welke instellingen nodig zijn om
de verschillende functies van de all-in-one te kunnen gebruiken. De volgende taken moeten
dan al zijn uitgevoerd:
De all-in-one is uitgepakt.
Accessoires zijn geïnstalleerd.
Het netsnoer van de all-in-one is aangesloten.
De taal van het bedieningspaneel is ingesteld (indien nodig).
Inktcartridges en printkoppen zijn geïnstalleerd.
Er is afdrukmateriaal in de laden geplaatst.
140
9 - Beheerdersfuncties instellen
U kunt een lokaal gedeeld netwerk ook gebruiken als de all-in-one via een USB-kabel
is aangesloten op een Macintosh-computer. Via deze methode kunt u de all-in-one
delen met andere Macintosh-computers. Zie
peer-to-peer-netwerk
voor meer informatie.
De all-in-one delen in een
NLWW