6 Het invoeren van gaarprofielen - Pagina Regenereren
6.4 Gaarprofiel door middel van regenereren invoeren
Gaarprofiel invoeren
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Verdere stappen:
Gaarmodus starten, procedure zie pagina 50
■
Gaarprofiel in het kookboek opslaan, procedure zie pagina 31
■
Gebruikshandleiding
Kies op de 'Hoofdpagina' de knop 'Regenereren'.
Kies op de pagina 'Regenereren' een van de rege‐
nereerfuncties, bijv. 'Regenereren à la Carte'.
Kies de knop 'Gaartemperatuur'.
Voer op de pagina 'Temperatuur' de gewenste
gaartemperatuur in.
Kies de knop 'Gaartijd' of evt. 'Kerntemperatuur'.
Voer op de pagina 'Tijd' de gewenste gaartijd of
evt. op de pagina 'Temperatuur' de gewenste kern‐
temperatuur in.
Kies de gewenste niveau van de 'Ventilatorsnel‐
heid'.
Kies de knop 'Extra functies'.
Kies op de pagina 'Extra functies' de gewenste ex‐
tra functies, bijv. 'Programmabeveiliging'.
Resultaat: Het gaarprofiel is ingevoerd.
47