De ingebouwde flitser gebruiken
Met automatische E-TTL II-flits worden uiterst nauwkeurige en
consistente flitsopnamen verkregen.
De ingebouwde flitser gebruiken in Basisgebruik
Indien noodzakelijk komt de ingebouwde flitser automatisch naar
boven bij slechte lichtomstandigheden of tegenlicht (behalve in de
modi <3> <5> en <7>).
De ingebouwde flitser gebruiken in Creatief gebruik
Ongeacht het lichtniveau kunt u de knop <D> indrukken om de
ingebouwde flitser te voorschijn te laten komen. Als de ingebouwde
flitser automatisch te voorschijn is gekomen, drukt u deze met uw
vingers weer naar binnen.
: Voor volautomatische flitsfotografie. De sluitertijd
d
(1/60 sec. - 1/250 sec.) en het diafragma worden automatisch ingesteld.
s : Hiermee stelt u de gewenste sluitertijd in (30 sec. - 1/250 sec.).
De flitsbelichting wordt automatisch zodanig ingesteld, dat deze
overeenkomt met het eveneens automatisch ingestelde diafragma.
f : Hiermee stelt u het gewenste diafragma in. De flitsbelichting wordt
automatisch zodanig ingesteld, dat deze overeenkomt met het ingestelde diafragma.
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 30 - 1/250 sec.,
afhankelijk van de helderheid van onderwerp en omgeving .
Het hoofdonderwerp wordt belicht door de automatische flitser, terwijl de achtergrond
automatisch met een lange sluitertijd wordt belicht. Zowel het onderwerp als de
achtergrond zien er goed belicht uit (automatische lange flitssynchronisatietijd).
Bij lange sluitertijden raden we u aan een statief te gebruiken.
Als u geen lange sluitertijd wilt gebruiken, stelt u
[8C.Fn I -7] (Flitssynchronisatie snelheid Av-mode) in
op [1:1/250sec. (vast)]. (pag. 155)
: U kunt zowel de sluitertijd (bulb of 30 sec. - 1/250 sec.) als
a
het diafragma instellen. De flitsbelichting wordt automatisch zodanig
ingesteld, dat deze overeenkomt met het ingestelde diafragma. De
achtergrondbelichting varieert afhankelijk van de sluitertijd en het diafragma.
8 : Het resultaat met de flitser zal hetzelfde zijn als in de modus <d>.
99