A De Picture Style vastleggenN
U kunt een basis-Picture Style selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de
parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder
[Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3]. U kunt Picture Styles maken
met andere parameters voor bijvoorbeeld scherpte en contrast. U kunt ook een
Picture Style selecteren die reeds door de meegeleverde software is ingesteld.
Druk op de knop <A>.
1
Selecteer [Gebruiker].
2
Draai aan het instelwiel <5> om
[Gebruiker *] te selecteren en druk
op de knop <B>.
Druk op <0>.
3
Als [Beeldstijl] is geselecteerd, drukt
u op <0>.
Selecteer de basis-Picture Style.
4
Draai aan het instelwiel <5> om de
basis-Picture Style te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
Als u met de meegeleverde software
al een Picture Style hebt ingesteld,
selecteert u deze hier.
Selecteer een parameter.
5
Draai aan het instelwiel <5> om een
parameter te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
65